Thema uiterlijke verzorging

Thema Uiterlijke verzorging
Het lesdoel van vandaag is om met elkaar te                                 spreken/overleggen over het onderwerp uiterlijke verzorging?
Welke activiteiten passen hierbij? 
Iedereen noemt een activiteit. We maken een woordweb 



1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolvmbo b, k, t, havoLeerroute VBLeerroute VKLeerroute VTLeerroute H

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema Uiterlijke verzorging
Het lesdoel van vandaag is om met elkaar te                                 spreken/overleggen over het onderwerp uiterlijke verzorging?
Welke activiteiten passen hierbij? 
Iedereen noemt een activiteit. We maken een woordweb 



Slide 1 - Tekstslide

Wat weten jullie al over dit onderwerp? 
  • Waarom is het belangrijk om kennis te hebben over je persoonlijke verzorging?
  • Is het anders nu je in de puberteit zit? 
  • Kun je hier makkelijk over praten in je omgeving?  
  • Bepaal jij zelf welke verzorgingsproducten je gebruikt? 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Lukt het om aandacht te besteden aan je uiterlijke verzorging? 
  • Hoe is je dagritme? Heeft dit invloed op aandacht voor je uiterlijk? 
  • Zie je verschillen voor het thuisonderwijs qua zorg voor je uiterlijk? 
  • Zo ja, welke verschillen? Geef aan met een voorbeeld 
  • Voor wie is het hetzelfde?  

Slide 5 - Tekstslide

Het is belangrijk om je lichaam goed te verzorgen. Vooral vanaf het moment dat je lichaam begint te veranderen.
Vanaf de puberteit, het moment dat je lichaam begint te veranderen. Is het nog belangrijker dat je je goed verzorgt, voel je je vaak veel zekerder.


Sterker ruiken
Als je in de groei bent, ga je onder invloed van hormonen sterker ruiken, vooral bij je oksels, voeten en geslachtsdelen. Het kan helpen om regelmatig te douchen of vaker je kleding en sokken te wisselen.

Slide 6 - Tekstslide

Hoe verzorg ik me goed?
Goede verzorging houdt in: je iedere dag goed wassen en regelmatig douchen, je nagels schoonhouden, deodorant gebruiken als je veel zweet, schone kleren dragen en je gebit goed bijhouden. Mensen die er smoezelig uitzien, of niet lekker ruiken, hebben meer kans om door anderen buitengesloten te worden.

Slide 7 - Tekstslide

Heb je last van puistjes?
In de puberteit kun je last van puistjes krijgen. Je hormonen maken dan namelijk extra veel talg aan. Hierdoor raakt je huid verstopt en krijg je mee-eters. Als die mee-eters ontstoken raken, krijg je puistjes.

Heb je last van puistjes? Was je gezicht dan iedere dag met lauwwarm water. Gebruik geen of weinig zeep en dep je gezicht voorzichtig droog. Knijp mee-eters of puistjes liever niet uit. Je kunt er littekens van krijgen. Heb je echt veel last van puistjes? 
Ga dan naar de huisarts.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Hoe ontstaan jeugdpuistjes?
A
Door hormonale schommelingen
B
Door voeding

Slide 10 - Quizvraag

Waarom is het niet goed om puistjes uit te drukken of knijpen?
A
Er kunnen littekens ontstaan
B
je kunt er nog meer puistjes door krijgen

Slide 11 - Quizvraag

Hoe kun je het beste je huid verzorgen wanneer je jeugdpuistjes hebt?
A
Twee keer per dag wassen met water en zeep
B
Twee keer per dag wassen met een mild reinigingsproduct of een speciale wasgel

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Video

Wat heb je geleerd in deze les? 
  • Wat ging goed? 
  • Wat kon beter? 
  • Waar gaan wij het de komende lessen over hebben?  

Slide 14 - Tekstslide

Les 3 Lichaamstaal
Het lesdoel van deze week is dat wij het hebben over lichaamstaal. 
  • Wat is lichaamstaal?  
  • Wat is het verschil tussen verbale en non verbale lichaamstaal? 
  • Waarom is het belangrijk te weten wat lichaamstaal is? 

Slide 15 - Tekstslide

Hoe zitten deze mensen erbij? 

Slide 16 - Tekstslide

Waarom is het handig om lichaamstaal te kunnen lezen? 
Door lichaamstaal te kunnen lezen kun je erg nauwkeurig schatten hoe iemand zich voelt in vrijwel elke situatie. 
Je kunt zien of iemand onzeker is, zelfverzekerd en zelfs wanneer iemand een leugen vertelt.
  • Kun je het leren je bewust te worden van je lichaamstaal? 
  • Hoe kun je je lichaamstaal gebruiken? 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Wat is het verschil tussen verbale en non verbale communicatie? 
Communicatie is het uitwisseling van informatie. Als je communiceert met woorden, is dat verbale communicatie. Als je communiceert zonder woorden, is dat non-verbale communicatie.

Slide 19 - Tekstslide

Is het moeilijker om lichaamstaal te lezen voor iemand met autisme? 


  • Voor wie wel?
  • Voor wie niet?
  • Heb je tips?



Hoe is dat wanneer je iemand moet bellen? 


  • Voor wie is dit lastig? 
  • Hoe los je dit op? 

Slide 20 - Tekstslide

Hoe zou dit kunnen komen? 

Slide 21 - Tekstslide

De communicatie gaat te snel
Het visuele stuk valt weg, je kan geen knikje of glimlach meer gebruiken om na te denken. Stiltes zijn tijdens een telefoongesprek weggevallen waardoor de communicatie nog sneller verloopt dan bij een face-to-face-gesprek. Dit maakt telefoneren extra zenuwslopend en vermoeiend, omdat ik sowieso al moeilijk tegelijkertijd kan nadenken, luisteren en praten. Ik heb meer tijd nodig dan iemand anders om een vraag te verwerken en een antwoord te formuleren.

Slide 22 - Tekstslide

Onvoorspelbaarheid
Ook de onvoorspelbaarheid van hoe een telefoongesprek zal verlopen, kan een stressfactor zijn. Sommige gesprekken, zoals het reserveren van een tafel in een restaurant, hebben min of meer een vast script. Maar andere gesprekken kunnen alle kanten op gaan. Door de snelheid van een telefoongesprek en het gebrek aan lichaamstaal, kan je die onvoorspelbaarheid veel minder goed compenseren. Je moet je zodanig concentreren op wat iemand zegt, dat ik niet meer kan nadenken.

Slide 23 - Tekstslide

Drukke omgeving
Wanneer je moet bellen in een ruimte waar lawaai is of waar andere mensen aan het praten zijn, is het voeren van een vruchtbaar telefoongesprek hopeloos. Alle prikkels komen even hard binnen en kunnen je zo afleiden, dat ik zelfs niet meer kan luisteren. Bovendien kan de aanwezigheid van andere mensen je nog veel zenuwachtiger omdat ze je kunnen horen .

Slide 24 - Tekstslide

Wanneer je moet bellen
  • wanneer ik toch eens moet bellen, gaat hier steeds een hele voorbereiding aan vooraf door op papier te zetten wat je  moet zeggen en antwoorden te bedenken op mogelijke vragen. Zo krijg je een soort van flowchart met verschillende scenario’s. Leg ook een notitieboekje en een pen klaar om aantekeningen te maken, een glas water voor de droge keel (door de zenuwen) en probeer omgevingsgeluid te beperken door de ramen te sluiten en notificaties uit te schakelen. En sowieso in een rustige ruimte te gaan zitten. 

Slide 25 - Tekstslide

Een telefoontje (n)ergens over? 
Ik bel alleen maar als het niet anders kan en wanneer ik iets moet vragen of doorgeven. Telefoneren om gewoon een praatje te maken is voor mij heel onnatuurlijk. Mensen zeggen me soms ‘als er iets is, bel mij dan maar’. Maar wat betekent ‘als er iets is’? Hoe ernstig moet het probleem zijn? En wanneer bel ik gelegen? Ik was altijd blij dat mijn moeder het woord voerde. Tot ze zei ‘ja ze is hier, ik zal ze even doorgeven’. Noooo…

Herkennen jullie dit? 

Slide 26 - Tekstslide

Wanneer je gebeld word? 
Onverwacht opgebeld worden vind ik bijzonder onaangenaam, vooral door mensen die ik minder goed of helemaal niet ken en op voorhand niet weet waar het over gaat. Dan kan ik mij niet voorbereiden en kom ik soms niet veel verder dan euh… hmm… uhm… kan je dat op mail zetten? 
Telefoon krijgen heeft ook iets intrusive. Alsof er iemand plots onaangekondigd in je woonkamer verschijnt wanneer je in je pyjamabroek in een stoel hangt. Je kan het telefoontje niet snoozen zoals een wekker of op ongelezen zetten zoals een mail. Er wordt verwacht dat je alles laten vallen om je beller te woord te staan. Vind ik niet leuk.
Dus voor je mij belt, stel jezelf eerst de vraag: kan ik dit in een mail of in een SMS zetten?

Slide 27 - Tekstslide

Dus voor je mij belt:  
stel jezelf eerst de vraag: kan ik dit in een mail of in een whatsapp zetten?

https://www.mysig.be/2017/08/17/waarom-telefoneren-zo-moeilijk-is-met-autismeadhd/

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Hoe kun je oefenen met non-verbale communicatie?

Slide 30 - Tekstslide

Wat hebben jullie vandaag geleerd? 
  • Wat ging goed?
  • Wat kon beter?
  • Waar gaan wij het de komende les over hebben?  

Slide 31 - Tekstslide

Les 4 Hoe presenteer je je aan de ander? 
  • Wat weet je hierover? 
  • Ben je er anders over gaan denken? 
https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/artikel/4904166/drie-van-de-vier-jongeren-heeft-moeite-met-spreken-openbaar

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Les 5 Waar gaat het over bij je uiterlijke verzorging?

  • Hoe gaat het met iedereen? 
  • Hebben jullie dit gezien? 

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Welke opvattingen over schoonheid heb jij? 
Opvattingen over schoonheid zijn wereldwijd verschillend en kunnen per werelddeel, land, provincie, streek en individu verschillen. Er bestaat geen één enkel schoonheidsideaal. Er is niet één objectief beeld van schoonheid. Niet ieder mens volgt dus hetzelfde schoonheidsideaal. Zo zal bijvoorbeeld het ene meisje het modellenideaal van schoonheid (mager en jongensachtig figuur) nastreven, terwijl het andere meisje meer ziet in de vrouwelijke rondingen van Beyonce. 

Slide 36 - Tekstslide

Wat bedoelen wij hiermee? 
Maar in het algemeen zou je kunnen zeggen, schoonheid is een kwaliteit of beleving (van een persoon, voorwerp, klank, plaats of idee) die de ervaring van genoegen, bevestiging, betekenis of goedheid veroorzaakt.
https://maken.wikiwijs.nl/37659/Schoonheid#!page-341055

Slide 37 - Tekstslide

Welke opvatting heb jij? 
  • Ben je je bewust van je kijk op schoonheid? 
  • Heeft dit te maken met je opvoeding/achtergrond/cultuur? 
  • Zijn je opvattingen ook verandert in de loop van de tijd?  
  • Hoe komt dit? 

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video