Samenstellingen: -en, -e, -s
Als het eerste zelfstandige naamwoord in een samenstelling alleen een meervoud op -en heeft, schrijf je de tussenklank -en tussen de twee delen,
behalve als er maar één van is.pan + koek = pannenkoek (want het meervoud van pan is pannen)
zon + bloem = zonnebloem (want er is maar één zon)