Cursus 1 Lezen par. 1 t/m 3 hh + Cursus 2 Media par. 2

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning
  • SO 27 september
  • Lesdoelen
  • Nabespreken huiswerk
  • Herhalen Cursus 1 § 1 t/m 3
  • Cursus 2 Media § 2 Betrouwbaarheid
  • Zelf aan de slag

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LESDOELEN:
* Je kunt lees- en luister-strategieën gebruiken
* Je kunt het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst bepalen
* Je kent de tekstdoelen
* Je kunt een tekst controleren op betrouwbaarheid


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oriënterend lezen
Globaal
lezen
Zoekend 
lezen
Precies
lezen
Je leest de eerste en laatste zinnen van elke alinea.
Je wilt de tekst helemaal goed begrijpen.
Je bekijkt de hele tekst en leest de eerste alinea.
Bekijk opvallende tekens (euro-teken, bolletjes etc.)
Je wilt het onderwerp van de tekst bepalen.
Je wilt de vertrektijd van de trein weten 
Je leest de tekst heel aandachtig van het begin tot het eind.
Je wilt de deelonderwerpen bepalen.

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe je als je in een folder de openingstijden van een dierentuin zoekt?
A
De hele tekst precies lezen
B
zoekend lezen
C
oriënterend lezen
D
globaal lezen

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

§ 2 Onderwerp en hoofdgedachte
Je leert het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst of filmpje bepalen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het onderwerp van een tekst
  • Iedere tekst gaat ergens over. Je begrijpt een tekst beter als je weet wat het onderwerp is.
  • 1) Lees de tekst oriënterend
  • 2) Stel je jezelf de vraag: Waar gaat deze tekst over?
  • 3) Het onderwerp schrijf je zo kort en precies mogelijk op (geen hele zin met werkwoorden)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het onderwerp van deze tekst?

In het schooljaar 2019-2020 gingen de centrale examens niet door vanwege Corona. Veel leerlingen vonden dit erg jammer. Ze hadden graag willen ervaren hoe het zou zijn om samen in een gymzaal de examens te moeten maken. Nu er geen examens zijn gemaakt, weten de leerlingen ook niet of ze ooit officieel geslaagd zouden zijn. Hopelijk gaan dit schooljaar de examens wel weer gewoon door.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdgedachte
De hoofdgedachte is een volledige zin die het belangrijkste samenvat wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt.

 1) Lees de tekst precies

2a) Kijk of de hoofdgedachte in de inleiding of het slot van de tekst staat, want daar staat deze hoofdgedachte soms letterlijk in de tekst. 
2b) Zo niet, vraag je dan af: Wat is het belangrijkste dat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt (en stel de hoofdgedachte zelf samen).

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De hoofdgedachte...
A
staat altijd in de inleiding.
B
staat altijd in het slot.
C
moet je altijd zelf bedenken.
D
staat vaak in de inleiding of het slot.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De hoofdgedachte is...
A
de kernzin
B
de hoofdzaken
C
het belangrijkste van een tekst in één zin.
D
de samenvatting

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is de hoofdgedachte?
A
Man vindt vogelspin in fruit, dit is vrij uniek.
B
Arnhemmer Bart van den Akker houdt van druiven.
C
Albert Heijn vindt de vondst van een vogelspin uitzonderlijk.
D
De vrouw van Bart van den Akker koopt druiven.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Wat: Maken blz. 18 opdracht 1.1 en 1.2 
+ Maken blz. 19 opdracht 3.1 en 3.2
Hoe: Zelfstandig in stilte
Hulp: Groene blok met theorie op blz. 18
Tijd: 10 minuten
Uitkomst: Zo bespreken we dit na
Klaar: Maak ook opdracht 9 op bladzijde 22 (t/m opdr. 9.7)

timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Wat? Lezen p. 2, opdracht 1 en 3 (t/m puntje 7).
Hoe? Lesboek en antwoorden in schrift
Tijd? 25 minuten
Hulp? 15 alleen, dan samen
Klaar? Aantekening maken van theorie in schrift

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§ 3 Tekstdoelen en soorten
Je kunt het tekstdoel bepalen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekstdoelen
Informeren
De schrijver wil dat je iets te weten komt
studieboek, nieuwsbericht, instructie
overtuigen
De schrijver wil dat je zijn mening overneemt
betoog, column (soms), ingezonden brief
amuseren
De schrijver wil je vermaken
strip, rap, lied, column (soms)
activeren
De schrijver wil dat je iets doet of juist laat
uitnodiging, reclame, advertentie

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
activeren
C
amuseren
D
overtuigen

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tekstdoel is

A
amuseren
B
activeren
C
informeren
D
overtuigen

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreking

Slide 22 - Tekstslide


Cursus 2 Media § 2 Betrouwbaarheid
Je leert de betrouwbaarheid van een tekst of bericht op digitale media bepalen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bron = oorsprong van informatie
Tegenwoordig kun je op heel veel verschillende plekken informatie vinden over onderwerpen. Dat kan bijvoorbeeld een website zijn, een interview met iemand, een (radio) programma of een krant. Maar niet elke plek waar je die informatie kunt vinden is even betrouwbaar, wat ook niet alle informatie betrouwbaar maakt.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kritisch lezen: Check
1 wie of wat de bron van de tekst is;
2 of je de inhoud vertrouwt (als de schrijver feiten presenteert, controleer je of deze ook waar zijn, in andere bronnen);
3 wat het schrijfdoel van de schrijver is;
4 op welke datum de tekst geschreven is (lang geleden?);
5 het taalgebruik, is dat correct of veel taalfouten?
6 de beelden, zijn ze echt of bedoeld om je voor de gek te houden? 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees de tekst links en vul de checklist in voor deze tekst. Betrouwbaar of niet? 4 minuten

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Wat: Maken blz. 53 opdracht 2.1 en 2.2
Hoe: Zelfstandig 
Hulp: Groene blok met theorie op blz. 152 en overleg met je buur
Tijd: 10 minuten
Uitkomst: Zo bespreken we dit na
Klaar: Lees tekst 3 op blz. 18/19 en bepaal de hoofdgedachte
timer
10:00

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LESDOELEN gehaald?:
* Je kunt lees- en luister-strategieën gebruiken
* Je kunt het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst bepalen
* Je kent de tekstdoelen
* Je kunt een tekst controleren op betrouwbaarheid


Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies