Tekens en congruentie
Weet jij wat interpunctie wil zeggen?
ja
euh, niet echt?
nee
1 / 33
Onderdelen in deze les
Weet jij wat interpunctie wil zeggen?
ja
euh, niet echt?
nee
Slide 1 - Poll
Welke leestekens ken je?
Slide 2 - Woordweb
De man vroeg Wat heb ik nu gedaan
Zet de interpunctietekens op de juiste plaats!
Open 1
Sluit 2
Open 2
Sluit 1
"
!
?
"
,
.
;
:
"
"
Slide 3 - Sleepvraag
Als ik mijn huiswerk af heb zei Guus
Zet de interpunctietekens op de juiste plaats!
Open 1
Sluit 2
Open 2
Sluit 1
kom ik nog even wat chillen
"
!
?
"
,
.
;
:
"
"
,
Slide 4 - Sleepvraag
Hij dacht nog Waarom heb ik dat
Zet de interpunctietekens op de juiste plaats!
Open 1
Sluit 2
Open 2
Sluit 1
niet eerder gedaan
"
!
?
"
,
.
;
:
"
"
,
Slide 5 - Sleepvraag
Zullen we volgend jaar weer naar Praag gaan
Zet de interpunctietekens op de juiste plaats!
Open 1
Sluit 2
Open 2
Sluit 1
vroeg hij of willen jullie naar Barcelona
"
!
?
"
,
.
;
:
"
"
,
Slide 6 - Sleepvraag
s Winters ben ik veel actiever dan s zomers
Zet de interpunctietekens op de juiste plaats!
Open
Sluit
"
!
?
"
,
.
;
:
'
'
,
Slide 7 - Sleepvraag
Hij vindt oranje een mooie kleur
Zet de interpunctietekens op de juiste plaats!
Open 1
Sluit 2
Open 2
Sluit 1
zijn broer vindt dat echter niet
"
!
?
"
,
.
;
:
"
"
,
Slide 8 - Sleepvraag
Duid de juiste schrijfwijze aan:
A
allergieën
B
allergiëen
Slide 9 - Quizvraag
Duid de juiste schrijfwijze aan:
A
pianos
B
piano's
Slide 10 - Quizvraag
Duid de juiste schrijfwijze aan:
A
pagina's
B
paginas
Slide 11 - Quizvraag
Duid de juiste schrijfwijze aan:
A
zeëen
B
zeeën
Slide 12 - Quizvraag
Duid de juiste schrijfwijze aan:
A
tweeënveertig
B
tweëenveertig
Slide 13 - Quizvraag
Duid de juiste schrijfwijze aan:
A
naäpen
B
na-apen
C
näapen
Slide 14 - Quizvraag
Duid de juiste schrijfwijze aan:
A
taxis
B
taxi's
Slide 15 - Quizvraag
Duid de juiste schrijfwijze aan:
A
vacüum
B
vacuüm
Slide 16 - Quizvraag
Duid de juiste schrijfwijze aan:
A
VTM programma
B
VTM-programma
Slide 17 - Quizvraag
Duid de juiste schrijfwijze aan:
A
feeëriek
B
feëeriek
Slide 18 - Quizvraag
Duid de juiste schrijfwijze aan:
A
oranjeachtig
B
oranje-achtig
Slide 19 - Quizvraag
Duid de juiste schrijfwijze aan:
A
gekopiëerd
B
gekopieerd
Slide 20 - Quizvraag
Duid de juiste schrijfwijze aan:
A
cafe
B
cafè
C
café
Slide 21 - Quizvraag
Duid de juiste schrijfwijze aan:
A
opticien
B
opticiën
Slide 22 - Quizvraag
Duid de juiste schrijfwijze aan:
A
verfraaiing
B
verfraaiïng
C
verfraaïing
D
verfraaïng
Slide 23 - Quizvraag
Duid de juiste schrijfwijze aan:
A
Chantals telefoon
B
Chantal's telefoon
C
Chantals' telefoon
Slide 24 - Quizvraag
Duid de juiste schrijfwijze aan:
A
carriere
B
carrière
C
carriére
Slide 25 - Quizvraag
Duid de juiste schrijfwijze aan:
A
geirriteerd
B
geïrriteerd
C
ge-irriteerd
Slide 26 - Quizvraag
Duid de juiste schrijfwijze aan:
A
dieet
B
diëet
Slide 27 - Quizvraag
Duid de juiste schrijfwijze aan:
A
ge-interviewd
B
geïntervieuwd
C
geïnterviewd
D
ge-intervieuwd
Slide 28 - Quizvraag
Duid de juiste schrijfwijze aan:
A
lelie's
B
lelies
Slide 29 - Quizvraag
Duid de juiste schrijfwijze aan:
A
kangoeroes
B
kangoeroe's
Slide 30 - Quizvraag
Duid de juiste schrijfwijze aan:
A
begroeïing
B
begroeïng
C
begroeiing
D
begroeiïng
Slide 31 - Quizvraag
Weet jij wat interpunctie wil zeggen?
ja
euh, niet echt?
nee
Slide 32 - Poll
Welke leestekens ken je?
