Hoofdstuk 2 Macht. Les 2

Les 2 Macht
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Les 2 Macht

Slide 1 - Tekstslide

Aspecten van de voorsteling
Wat stelt het kunstwerk voor.
Aspecten van de vormgeving
= Hoe is het kunstwerk gemaakt.

Blikrichting
Kleding
Landschap
Accessoires
Gezichtsuitdrukking
Symbool
Houding

(boeren krijgen geen lekkers als geiten sikken hebben)



De 7 beeldaspecten:
- Kleur
- Ordening (of compositie)
- Ruimte (of ruimte suggestie)
- Licht
- Vorm
- Lijn
- Textuur

Materialen
Technieken 
Formaat

Slide 2 - Tekstslide

Vragen Macht 1 t/m 10

Slide 3 - Tekstslide

gedetailleerd
(veel details)
gestileerd
(Vereenvoudigde vorm doordat alle details zijn weggelaten)

Slide 4 - Tekstslide

Stofuitdrukking
Stofuitdrukking is een term uit de schilderkunst voor de manier waarop een kunstenaar de oppervlaktestructuur van een materiaal afbeeldt.

Slide 5 - Tekstslide

6. Welke twee aspecten van de voorstelling benadrukken het indrukwekkende karakter van het gebouw?


Wat bedoelen ze met deze vraag 🧐??

Slide 6 - Tekstslide

2. Hoog te paard
Vragen 11 t/m 20

Slide 7 - Tekstslide

Kikvorsperspectief

Slide 8 - Tekstslide

13. Bewegelijke indruk
Noem twee aspecten van de voorstelling die de beweging in het beeld suggereren. Leg je antwoord uit. 

Wat bedoelen ze hier mee?🤨

Voorstelling: De voorstelling is datgene wat zich afspeelt op het schilderij

Slide 9 - Tekstslide

Lijnrichting

Slide 10 - Tekstslide

Van der Pant

Marini

Slide 11 - Tekstslide

Noem twee verschillen in vormgeving. (Hoe is het kunstwerk gemaakt).
Noem twee verschillen in expressie. (Iets duidelijk maken, verbeelden)

Slide 12 - Tekstslide

VORM

Slide 13 - Tekstslide

Geabstraheerd: geabstraheerd betekent dat in de voorstelling  de werkelijkheid los gelaten wordt. Het gaat bij geabstraheerde werken vooral om kleur, vorm, lijn, ritme. etc.
Figuratief: Een figuratieve vorm kun je gelijk herkennen. Let op: in het woord figuratief zit het woord “figuur”. Bij een figuratieve voorstelling zie je meteen wat iets voorstelt. Je ziet wat het is ofwat de voorstelling inhoudt

Slide 14 - Tekstslide

koud- warmcontrast= tegenstelling tussen koude kleuren en warme kleuren; dit contrast is belangrijk bij ruimtesuggestie en de suggestie van plasticiteit.


koud- warmcontrast= tegenstelling tussen koude kleuren en warme kleuren; dit contrast is belangrijk bij ruimtesuggestie en de suggestie van plasticiteit.


Slide 15 - Tekstslide