Baliemedewerker E&H

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomiePraktijkonderwijsLeerjaar 2,3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welke soorten balies zijn er?

Slide 2 - Open vraag

Welke werkzaamheden
doe je aan de balie?

Slide 3 - Woordweb

Multitasken betekent?
A
De toetsen op het toesenbord
B
Een taak doelgericht uitvoeren
C
Meerdere taken tegelijkertijd uitvoeren
D
Werk doorschuiven naar collega's

Slide 4 - Quizvraag

Welke regels zijn belangrijk
bij telefoneren aan de balie?

Slide 5 - Woordweb

Welke persoonlijke eigenschappen heb je nodig als baliemedewerker?

Slide 6 - Open vraag

Noem 2 soorten communicatie

Slide 7 - Open vraag

Welke regels zijn belangrijk bij telefoneren?

Slide 8 - Open vraag

Wat moet je allemaal invullen bij een telefoon notitie?

Slide 9 - Open vraag

Frankeren betekent?
A
Postzegels plakken betaalbewijs
B
Sorteren van post
C
Ander woord voor geldwisselen
D
Kopieën maken

Slide 10 - Quizvraag

Als baliemedewerker ben je het gezicht van het bedrijf, wat betekent dit?
A
Je bent de knapste van het bedrijf
B
Je bent heel goed in je taken
C
Je bent de eerste indruk van het bedrijf
D
Je bent het uithangbord buiten het bedrijf

Slide 11 - Quizvraag

Waarom is uiterlijke verzorging belangrijk voor een baliemedewerker?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Welke zaken vallen onder uiterlijke verzorging?

Slide 18 - Open vraag

Hoe kleed je je als vrouw, als je achter een balie werkt?

Slide 19 - Woordweb

Hoe kleed je je als man, als je achter een balie werkt?

Slide 20 - Woordweb

Wat staat op de voorkant van een envelop als je die verstuurt?

Slide 21 - Open vraag

Je zit in een telefoongesprek en er komt iemand aan de balie? Wat doe je?

Slide 22 - Open vraag

Je bent een bezoeker aan het helpen en de telefoon gaat?

Slide 23 - Open vraag