Diagnostische toets 3Grieks: congruentie

Welke vorm congrueert met
ἡδονης
A
βραχειαις
B
βραχειης
C
βραχου
D
βραχειας
1 / 19
volgende
Slide 1: Quizvraag
GrieksWOStudiejaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Welke vorm congrueert met
ἡδονης
A
βραχειαις
B
βραχειης
C
βραχου
D
βραχειας

Slide 1 - Quizvraag

Welke vorm congrueert met
χρονου
A
βραχεια
B
εὐρυν
C
βαθα
D
ταχεος

Slide 2 - Quizvraag

Welke vorm congrueert met
στοματος
A
πολλον
B
ἡμετερος
C
ἀνδρειας
D
τουδε

Slide 3 - Quizvraag

Welke vorm congrueert met
ὀδοντας
A
ὀδεις
B
ἑκουσαις
C
ἡδυς
D
μεγα

Slide 4 - Quizvraag

Welke vorm congrueert met
ἡμερων
A
ἑκουσι(ν)
B
ἑκουσων
C
ἀληθει
D
ἑκοντων

Slide 5 - Quizvraag

Welke vorm congrueert met
ἡμερα
A
μακρα
B
ἀγαθαι
C
μακρᾳ
D
ἀγαθην

Slide 6 - Quizvraag

Welke vorm congrueert met
ἑταιροις
A
ἀληθεις
B
ἑκουσι(ν)
C
ἀγαθαις
D
σωφρονας

Slide 7 - Quizvraag

Welke vorm congrueert met
ναυτης
A
ταχυς
B
μακρας
C
ἀγαθης
D
πολυ

Slide 8 - Quizvraag

Welke vorm congrueert met
στομα
A
μακρα
B
εὐρυ
C
μεγαλοι
D
ἀγαθα

Slide 9 - Quizvraag

Welke vorm congrueert met
χρημα
A
πολυ
B
μακρα
C
ἀγαθου
D
ἡδεα

Slide 10 - Quizvraag

Welke vorm congrueert met
εἰκων
A
θαυμαστη
B
πολλων
C
μεγαλῳ
D
ὀξεων

Slide 11 - Quizvraag

Welke vorm congrueert met
τεκνου
A
μεγαλου
B
μεγαλης
C
πολλῳ
D
πολλων

Slide 12 - Quizvraag

Welke vorm congrueert met
ἀδελφος
A
ἀληθων
B
ἡδυς
C
ἑκοντος
D
πολλων

Slide 13 - Quizvraag

Welke vorm congrueert met
χρημα
A
ὀξυς
B
αἰσχραν
C
θαυμαστον
D
καλα

Slide 14 - Quizvraag

Welke vorm congrueert met
κοσμῳ
A
ἰσχυρος
B
βαθει
C
βραχειᾳ
D
κεινον

Slide 15 - Quizvraag

Welke vorm congrueert met
ὀφθαλμος
A
ὀξυς
B
ὀξεια
C
ὀξυ
D
ὀξεος

Slide 16 - Quizvraag

Welke vorm congrueert met
χρημα
A
εὐρυς
B
εὐρεια
C
εὐρυ
D
εὐρεα

Slide 17 - Quizvraag

Welke vorm congrueert met
χρονου
A
καθαρου
B
χαλεπης
C
ἀλλον
D
ἀλλο

Slide 18 - Quizvraag

Welke vorm congrueert met
ἐκεινος
A
στομα
B
ὀφθαλμος
C
ἡμερα
D
τετταρες

Slide 19 - Quizvraag