Fictie - personages, karakters en types

Fictie

Personages
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Fictie

Personages

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet wat een personage is en kunt dit koppelen aan 'type' en 'karakter.'
  • Je kunt de kenmerken van types en karakters benoemen
  • Je kunt uitleggen wanneer een personage in een verhaal meer een type of een karakter is
  • Je kunt zelf een voorbeeld van een type of karakter benoemen aan de hand van een gelezen boek. 

Slide 2 - Tekstslide

Personages

Slide 3 - Woordweb

Personages
Personages zijn verhaalfiguren in een boek, film, game enz.
Over een hoofdpersoon in een boek, film e.d. kom je te weten:
- wat hij denkt en voelt;
- wat zijn karaktereigenschappen zijn;
- hoe hij eruitziet;
- waar, hoe en met wie hij woont.

Slide 4 - Tekstslide

karakter

Slide 5 - Woordweb

Als je denkt aan een 'karakter', denk je dan vooral aan het innerlijk of het uiterlijk van iemand
A
Innerlijk
B
Uiterlijk

Slide 6 - Quizvraag

Karakter van een persoon
Karaktereigenschappen zijn vaak kenmerkend voor de persoon. De opvoeding, omgeving en ervaringen bepalen voor een groot deel het karakter van iemand. Karakters hebben meerdere kanten (eigenschappen).

Ieder persoon heeft een karakter en dit karakter is over het algemeen moeilijk te veranderen. 
(als je net doet alsof, verandert je karakter niet) 


Slide 7 - Tekstslide

karaktereigenschappen

Slide 8 - Woordweb

Slide 9 - Tekstslide

Een soort personage in een boek is een 'type.'
Wat denk je wat waar is over een type:
A
Een type is alleen te herkennen aan zijn uiterlijk
B
Een type is alleen te herkennen aan zijn innerlijk
C
Een type heeft zowel innerlijke als uiterlijke kenmerken
D
Een type is helemaal niet te herkennen

Slide 10 - Quizvraag

Kun je nu ook een
'type' noemen?

Slide 11 - Woordweb

Type
Een 'type' als personage is snel te herkennen. 
Vaak aan een uiterlijk kenmerk en een eigenschap die overdreven wordt. 

Bijvoorbeeld
Een schurk ziet er onbetrouwbaar uit en is (heel) gemeen.

Slide 12 - Tekstslide

Als het goed is weet je nu:
  • Wat personages zijn
  • Wat de kenmerken zijn van types en karakters
  • Hoe je types en karakters kunt herkennen
  • het verschil tussen een type en een karakter en kunt dit  uitleggen.

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak van les 17 de vragen 1 t/m 3 (timer, 5 minuten) 
         Klassikaal beantwoorden

Maak van les 17 de vragen 4 t/m 8 (timer, 10 minuten)
          Klassikaal nakijken

Eerder klaar? Beantwoord vraag 9 en 10 aan de hand van het door jouw gelezen boek (boekopdracht inleveren vandaag). 

Slide 14 - Tekstslide