2.7 grammatica

Welkom!
1
WELKOM!
2
 Schrift
   Pen
  Laptop
Wat ligt er op je tafel?
Log in op lessonup.app
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
1
WELKOM!
2
 Schrift
   Pen
  Laptop
Wat ligt er op je tafel?
Log in op lessonup.app

Slide 1 - Tekstslide

  • Introductie grammatica
  • Woordsoorten lw, bn, zn
  • Woordsoorten ww, tw, vz
  • Lezen
Vandaag
 Huiswerk:
Programma:

Slide 2 - Tekstslide

  • Je kunt de woordsoorten lidwoord, bijvoeglijk naamwoord en zelfstandig naamwoord herkennen en toepassen.
  • Je kunt de werkwoorden (ww), telwoorden (tw) en voorzetsels (vz) herkennen en toepassen.
LESDOELEN

Slide 3 - Tekstslide

We bekijken de filmpjes die staan in de leerstof. Max online 2.7

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het lw ?

Het grote en het kleine meisje liepen naar een kast.
A
het
B
het, het, een
C
grote en kleine
D
kleine meisje

Slide 5 - Quizvraag

Zet onder de zin bn, zn en lw.

Het mooie boek staat in de kast.

Slide 6 - Open vraag

Zet onder de woorden lw, bn, zn.

De grote man liep naar het bos.

Slide 7 - Open vraag

Zet onder de zin bn, zn en lw.

De zware tocht had als doel veel geld op te halen.

Slide 8 - Open vraag

Oefenen infinitief
Schrijf op van onderstaande werkwoordsvormen:


gegaan            was             start                    lijkt

groef              flipt            game            dronk        

riepen         zei             mocht              valt 

Slide 9 - Tekstslide

Oefenen infinitief
Schrijf op van onderstaande werkwoordsvormen:


gegaan/gaan      was /zijn   start/starten    lijkt/lijken

groef/graven        flipt/flippen             game/gamen  dronk/drinken      

riepen/roepen       zei/zeggen            mocht/mogen       valt/vallen

Slide 10 - Tekstslide

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?
Opdracht: Schrijf 5 zinnen 
timer
5:00
  • Ga in tweetallen allebei 5 zinnen opschrijven.
  • Laat elke keer een witregel ertussen.
  • Geef je blaadje aan de ander.
  • Vul in: zn, bn en lw
  • Vraag je blaadje terug en kijk het na.
  • Bespreek met elkaar hoe jullie de opdracht hebben gemaakt.
Daarna sprongtoets spelling, werkwoordspelling en grammatica.

Slide 11 - Tekstslide

Noem de lidwoorden.
Leg uit wat een zelfstandig naamwoord is.
Noem een zin met een bijvoegelijk naamwoord.
Begrippen
Hoe heb je gewerkt?

Slide 12 - Tekstslide

Welkom!
1
WELKOM!
2
 Schrift
   Pen
  Laptop
Wat ligt er op je tafel?
Log in op lessonup.app

Slide 13 - Tekstslide

  • Introductie grammatica
  • Woordsoorten lw, bn, zn
  • Woordsoorten ww, tw, vz
  • Lezen
Vandaag
 Huiswerk:
Programma:

Slide 14 - Tekstslide

  • Je kunt de woordsoorten lidwoord, bijvoeglijk naamwoord en zelfstandig naamwoord herkennen en toepassen.
  • Je kunt de werkwoorden (ww), telwoorden (tw) en voorzetsels (vz) herkennen en toepassen.
LESDOELEN

Slide 15 - Tekstslide

We bekijken de filmpjes die in de leerstof staan. Hoofdstuk 2.7

Slide 16 - Tekstslide

Zet lw, zn, bn, vz, ww of tw onder de woorden.

De eerste leeuw liet de man begaan.

Slide 17 - Open vraag

Zet lw, zn, bn, vz, ww of tw onder de woorden.

Sommige mensen doen zulke domme dingen.

Slide 18 - Open vraag

Zet lw, zn, bn, vz, ww of tw onder de woorden.

Een Afrikaanse dame wilde in de lente van 2019 in een natuurpark een leeuw aaien.

Slide 19 - Open vraag

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?
Maken in H2.7 - opdracht 5 , 6, 9, 10  en 11 (extra)
Wat?
Met wie?
Hulp?
Eerder klaar?
En daarna?
Leerpleinopdracht


Zelfstandig
Ik loop een rondje
Test jezelf
NUMO en/of versterk jezelf
Aan de slag!

Slide 20 - Tekstslide

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?
Aan de slag!
Maken in H2.7 - opdracht 5 , 6, 7, 9 en 10
Wat?
Met wie?
Hulp?
Eerder klaar?
En daarna?
Leerpleinopdracht?

Zelfstandig
Ik loop een rondje
Test jezelf en versterk jezelf
NUMO
Maak een strip, zie opdracht 11 blz 130

Slide 21 - Tekstslide

Wat is een telwoord en geef een voorbeeld in een zin.
Noem een mooie zin met een voorzetsel.
Noem voorbeelden van werkwoorden
Begrippen
Hoe heb je gewerkt?

Slide 22 - Tekstslide

Ruim je je plek op?

We blijven zitten tot de bel gaat.


Schuif je stoel aan.


Doe je mondkapje op voordat je het lokaal verlaat.
Tot ziens!

Slide 23 - Tekstslide

Welkom!
1
WELKOM!
2
 Schrift
   Pen
  Laptop
Wat ligt er op je tafel?
Log in op lessonup.app

Slide 24 - Tekstslide

  • Introductie grammatica
  • Woordsoorten lw, bn, zn
  • Woordsoorten ww, tw, vz
  • Lezen
Vandaag
 Huiswerk:
Programma:

Slide 25 - Tekstslide

  • Je kunt de woordsoorten lidwoord, bijvoeglijk naamwoord en zelfstandig naamwoord herkennen en toepassen.
  • Je kunt de werkwoorden (ww), telwoorden (tw) en voorzetsels (vz) herkennen en toepassen.
LESDOELEN

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide