4LAT week 50

4LAT week 50
Eerst: PW bespreken 
1. AcI 
-even herhalen: wat is het? 
-hoe herken je het en uit welke onderdelen bestaat het? 
-oefening 2 zelfstandig, 3 klassikaal 
2. trappen van vergelijking
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

4LAT week 50
Eerst: PW bespreken 
1. AcI 
-even herhalen: wat is het? 
-hoe herken je het en uit welke onderdelen bestaat het? 
-oefening 2 zelfstandig, 3 klassikaal 
2. trappen van vergelijking

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Je kunt uitleggen wat de comparativus en superlativus inhouden.
Je kunt de comp. en superlat. herkennen en vertalen. 

Slide 2 - Tekstslide

Trappen van vergelijking 
1. Voorbeeld NE
2. vorming comp+ superlat. (gram.overzicht)
3. onregelmatige vorming 
4. gebruik 
5. adverbia
6.testje+ oefenen

Slide 3 - Tekstslide

1. Voorbeeld NE
Hij is een goede basketballer.

Zij is zelfs nog indrukwekkender dan hij. 

Maar samen zijn ze het sterkste team. 

Slide 4 - Tekstslide

2. Vorming comp/sup
stellende trap= positivus
                  vergrotende trap= comparativus
                                            overtreffende trap= superlativus 

Slide 5 - Tekstslide

2. COMP

  • stam adj.+
  • ior+
  • uitgangen subst. 2e klasse=
  • alt-ior, alt-ior-em (altius=onz!)


(let op bij onzijdig enkelvoud) 
SUPERLAT

  • stam adj.+
  • issim+
  • uitgangen adj.1e klasse=
  • alt-issim-us, alt-issim-a

Slide 6 - Tekstslide

2. grammaticaal overzicht
p. 324

Slide 7 - Tekstslide

3. de onregelmatige
  • 1. adjectieven op -er 
  • pulcher-pulchrior-pulcherrimus 

  • 2. adjectieven op -ilis
  • difficilis- difficilior-difficillimus 
  • 3. anders onregelmatig, zie p.258

Slide 8 - Tekstslide

4. het gebruik: comparativus
  • 1. in vergelijkingen 
  • a. filius longior quam mater est 
  • b. filius longior matre est  (=ablativus comparationis)

  • 2. 'los': 'nogal....'/ 'tamelijk....'
  • Crustulum dulcius est: het koekje is nogal lekker.

Slide 9 - Tekstslide

4. het gebruik: superlativus
  • 1. filius longissimus est: de jongen is zeer lang 

  • 2. puella misserima omnium est: het meisje is het ongelukkigst van allen (genitivus partitivus)

  • 3. crustulum quam dulcissimum est: het koekje is zo lekker mogelijk 

Slide 10 - Tekstslide

5. adverbia
  • comp: longius
  • superlat: longissime 

  • Laborat longius te. 
  • Laboramus longissime. 

Slide 11 - Tekstslide

6. een korte test 
Lesdoel: trappen van vergelijking herkennen

Slide 12 - Tekstslide

altiores
A
comparativus
B
superlativus

Slide 13 - Quizvraag

fortissimi
A
comparativus
B
superlativus

Slide 14 - Quizvraag

optimo
A
comparativus
B
superlativus

Slide 15 - Quizvraag

pulcherrima
A
comparativus
B
superlativus

Slide 16 - Quizvraag

minor
A
comparativus
B
superlativus

Slide 17 - Quizvraag

pessimos
A
comparativus
B
superlativus

Slide 18 - Quizvraag

altissimam
A
comparativus
B
superlativus

Slide 19 - Quizvraag

fortiorum
A
comparativus
B
superlativus

Slide 20 - Quizvraag

celerrimi
A
comparativus
B
superlativus

Slide 21 - Quizvraag

equus celerrimus
A
congrueert wel
B
congrueert niet

Slide 22 - Quizvraag

6. oefenen 
opgaven 1, 2, 3, 5, 7

Lesdoel: comp+superlat. herkennen en vertalen 

Slide 23 - Tekstslide