EHBO. Les 4

EHBO. Les 4
Temperatuur 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
D&ZVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

EHBO. Les 4
Temperatuur 

Slide 1 - Tekstslide

Waar gaan we het deze les over hebben?

- Overhitting
- Hittekramp
- Hitte-uitputting en hittestuwing
- Onderkoeling
- Bevriezing

Slide 2 - Tekstslide

Overhitting
Als de omgevingstemperatuur plotseling stijgt of als je een flinke inspanning levert in een warme omgeving, kan je lichaam zich niet meer aanpassen; er kan overhitting plaatsvinden. 

Het lichaam maakt te veel warmte aan of raakt te weinig warmte kwijt. Het gevoel is een te hoge lichaamstemperatuur 

Slide 3 - Tekstslide

Bekende oververhitting
- warm gekleed
- sporten in een warme omgeving
- stilstaande auto in de zon
- ouderen die de warmte niet meer afgeven of te weinig drinken
- drugs

Slide 4 - Tekstslide

Hittekramp
De persoon krijgt kramp, omdat het geleidelijk te veel vocht heeft verloren. Hittekrampen zijn niet gevaarlijk, maar kan wel erg veel pijn doen. Meestal krijg je kramp in de kuit, maar het kan ook in de rug, buik of armen voorkomen. het slachtoffer kan misselijk en duizelig worden.

Slide 5 - Tekstslide

Wat moet je doen?
Je moet ervoor zorgen dat de lichaamstemperatuur weer normaal wordt. Het slachtoffer heeft zout nodig en vocht.
Daarnaast is het belangrijk om het slachtoffer naar een koele plek te brengen en je kunt de spieren stretchen, koelen of masseren.

Slide 6 - Tekstslide

Hitte-uitpitting en hittestuwing
Bij hitte-uitputting heeft iemand te veel vocht en zout verloren. Bij hittestuwing kan het slachtoffer de warmte niet goed kwijt.

Slide 7 - Tekstslide

Hitte-uitputting: het slachtoffer is bleek, heeft klamme handjes, een koude huid en heeft hoofdpijn en is misselijk.

Hittestuwing: het slachtoffer heeft een warme, droge, rode huid. Hij kan hoofdpijn hebben en misselijk zijn. Daarnaast voelt hij zic benauwd en kan hij een snelle hartslag hebben. Zodra hij ophoudt met inspannen en naar een koude plek gaat, begint het slachtoffer te zweten.

Slide 8 - Tekstslide

Wat moet je doen?
Je moet ervoor zorgen dat de lichaamstemperatuur weer normaal wordt. Vooral zout en vocht binnenkrijgen!

- breng het slachtoffer naar een koele plek
- zorg voor koel drinken (bij voorkeur sportdrinken)
- verwijder overbodige kleren
- laat het slachtoffer liggen als het duizelig is
- bel 112 wanneer iemand die oververhit suffer wordt of bewusteloos raakt

Slide 9 - Tekstslide

Onderkoeling
Als de lichaamstemperatuur daalt onder de 35 graden, noemen we dat onderkoeling.  Je lichaam verliest meer warmte aan de omgeving dan wat het kan maken. 

Dit kan door:
- in het water vallen, schaatsers, fietsers, baby's in een koude kamer en slachtoffers van ongeluk (ook door bloedverlies)

Slide 10 - Tekstslide

Lichte onderkoeling
Bij lichte onderkoeling is het slachtoffer aan het beven, rillen en klappertanden. Zijn huid is bleek en koud en je ziet soms blauwe vlekken. Het slachtoffer is nog goed bij bewustzijn. Baby's kunnen nog niet rillen, je ziet bij baby's dat de mond blauwig wordt.

Slide 11 - Tekstslide

Wat moet je doen?
Zorg ervoor dat het slachtoffer niet nog verder afkoelt, maar juist opwarmt tot een normale lichaamstemperatuur.
- breng het slachtoffer naar een warme beschutte omgeving
- verwijder natte kleding wanneer nodig
- wikkel hem in dekens
- neem regelmatig de temperatuur op, je moet oppassen dat het slachtoffer niet opeens oververhit raakt! 

Slide 12 - Tekstslide

Ernstige onderkoeling
Bij ernstige onderkoeling is de lichaamstemperatuur zover gedaald dat het slachtoffer niet meer kan rillen. De situatie is levensbedreigend = je kan dood gaan. Je moet altijd proffessionele hulp inschakelen! 

Slide 13 - Tekstslide

Wat zie je?
Het slachtoffer heeft het koud, zijn huid is bleek en koud en je ziet blauwe vlekken. Oren, tenen, lippen, vingers kunnen blauw zijn. Het slachtoffer kan raar doen; boos of juist heel opgewekt of onverschillig. De bewegingen worden steeds moeizamer en hij kan nauwelijks zijn handen gebruiken. Het slachtoffer wordt steeds suffer en slaperiger, doordat het bewustzijn, de ademhaling en de hartslag afnemen.

Slide 14 - Tekstslide

Wat moet je doen?
Zorg ervoor dat het slachtoffer niet verder afkoelt
- bel 1-1-2
- breng het slachtoffer zo horizontaal mogelijk naar een warme, beschutte plek
- verwijder natte kleding waar nodig en als verwijderen niet lukt, dan knippen
- wikkel het slachtoffer in dekens (fleece) en dek hem toe in plastic. Zorg dat het gezicht vrij blijft! 
- warm het slachtoffer niet actief op
- geef het slachtoffer niet te drinken als hij suf of bewusteloos is

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Bevriezing
Bij bevriezing kan het lichaam de temperatuur niet meer houden. Niet elke bevriezing is even erg. Het ligt eraan hoe lag je in de koud bent geweest en hoe koud het was. 

Er zijn drie gradaties van bevriezing:
- eerstegraads: je kunt jezelf verzorgen
- tweede en derdegraads: zorg voor professionele hulp

Slide 17 - Tekstslide

Wat gebeurt er bij een overhitting? (2p)

Slide 18 - Open vraag

Noem twee voorbeelden van een bekende overhitting (0,5 punt per antwoord)

Slide 19 - Open vraag

Wat heeft het slachtoffer nodig bij hittekramp om weer op temperatuur te komen. Noem er twee (0,5 per goed antwoord)

Slide 20 - Open vraag

Hittekramp is.. (1p)
A
Gevaarlijk en doet veel pijn
B
Niet gevaarlijk en doet geen pijn
C
Niet gevaarlijk maar doet wel veel pijn

Slide 21 - Quizvraag

Welke hoort waar bij? zie de volgende dia.

Slide 22 - Tekstslide

Hitte-stuwing
Hitte-uitputting
Bleek 
Klamme handjes
Hoofdpijn
Misselijk
Droge rode huid
Benauwd
Snelle hartslag

Slide 23 - Sleepvraag

Wat is het verschil tussen lichte en ernstige onderkoeling?

Slide 24 - Open vraag

Wat moet je doen bij een ernstige onderkoeling? Noem er minimaal twee (0,5 per antwoord).

Slide 25 - Open vraag

Er zijn drie gradaties van bevriezing. Bij welke(n) moet je voor professionele hulp zorgen?

Slide 26 - Open vraag