H4 §2 Tsunami's

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat is er op de foto gebeurd?

Slide 2 - Open vraag

Doel en programma
Doelen:
Na deze les kun je uitleggen:
  • hoe een tsunami ontstaat
  • waarom een tsunami pas gevaarlijk is als hij de kust bereikt
  • wat de gevolgen zijn van een tsunami
  • welke hulp nodig is na een tsunami

Programma
- Interactieve uitleg over tsunami's: inclusief spectaculaire maar gruwelijke beelden.


Slide 3 - Tekstslide

11 maart 2011

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

voor
na

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht:
We kijken zo een videofragment.
Noteer in je schrift, op basis van de video, in minimaal 5 stappen hoe een tsunami ontstaat.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Noteer op basis van de video, in minimaal 5 stappen hoe een tsunami ontstaat. (evt. foto van je schrift)

Slide 10 - Open vraag

Leerboek: blz. 58
We lezen nu sameneen deel van §2

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
Maak alle digitale opdrachten van §4.2: De grote Oost-Japanse ramp
20 minuten
timer
20:00

Slide 12 - Tekstslide

Doelen deze les:
Na deze les kun je uitleggen:
  • hoe een tsunami ontstaat
  • waarom een tsunami pas gevaarlijk is als hij de kust bereikt
  • wat de gevolgen zijn van een tsunami
  • welke hulp nodig is na een tsunami

Evaluatie!

Slide 13 - Tekstslide

Wat is een tsunami?
A
Een golf
B
Hoge vloedgolf op zee die de kust overspoelt en die wordt veroorzaakt door een zeebeving.
C
Een aardbeving onderwater
D
Een hoge vloedgolf ontstaan door hele harde wind op zee.

Slide 14 - Quizvraag

Voor een tsunami heb je nodig ...
A
een aardbeving in de zeebodem en een diepe kust
B
een aardbeving in de zeebodem en een ondiepe kust
C
een aardbeving op land en een diepe zee
D
een aardbeving op land en een ondiepe zee

Slide 15 - Quizvraag

Hoe kan het dat een tsunami zo hoog wordt?
A
Het water gaat weg bij de kust
B
Het water wordt naar beneden getrokken
C
Het water wordt omhoog geduwd door de kust
D
Het water wordt in de lucht geschoten door de zeebeving

Slide 16 - Quizvraag

Wat gebeurt er met een tsunami in de ondiepe kustzone?
A
De tsunami wordt groter én de snelheid neemt af
B
De tsunami wordt groter én de snelheid neemt toe
C
De tsunami wordt kleiner én de snelheid neemt af
D
De tsunami wordt kleiner én de snelheid neemt toe

Slide 17 - Quizvraag

De tsunami in 2004 veroorzaakte meer dan 200.000 doden. In 2011 veroorzaakte de tsunami 15.800 doden. Wat is de belangrijkste factor voor dit verschil?
A
Verschil in intensiteit van de aardbeving
B
Verschil in klimaat.
C
Verschil in ontwikkelingspeil
D
Verschil in type plaatgrens

Slide 18 - Quizvraag

Wat is slim om te doen na een tsunami alarm?
A
In de verstevigde kelder van je huis gaan zitten.
B
Buiten op een open terrein gaan staan.
C
Snel naar een hoog gelegen gebied gaan.
D
Met een boot zover mogelijk de zee op varen.

Slide 19 - Quizvraag

Op zee merk je niets van een tsunami
A
Goed
B
Fout

Slide 20 - Quizvraag

waar ontstaan tsunami's
A
rond de tropen
B
midden op aard platen
C
aan de rand van aardplaten
D
overal ter wereld

Slide 21 - Quizvraag

Ik weet nu alles van tsunami's
A
JA!
B
NEE!
C
IK HEB NOG EEN VRAAG!

Slide 22 - Quizvraag