NL les 2V1 ~ 18-1-2022 ~ uitdrukkingen en spreekwoorden met vaste voorzetsels

Welkom! 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Welkom! 

Slide 1 - Tekstslide

Maar eerst... 

Slide 2 - Tekstslide

Woordenschat H 3
Aan het einde van deze les kan ik... 




... vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen herkennen en gebruiken. 

Slide 3 - Tekstslide

Woordenschat H 3
Aan het einde van deze les kan ik... 




... vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen herkennen en gebruiken. 

Slide 4 - Tekstslide

Woordenschat H 3: vaste voorzetsels
en voorzetseluitdrukkingen



  • Hoe? werk zelfstandig in stilte.
  • Hulp? Steek je vinger op. 
  • Klaar? lees tekst 1 door. 
Oefenen met vaste voorzetsels (opdr 1.) a. vul het ontbrekende woord in
b. Vervang uitdrukking door één woord 
timer
3:00
Na drie minuten: 
Noem ik a t/m h en een naam
Als je je naam hoort, noem je het ontbrekende woord 

Slide 5 - Tekstslide

Woordenschat H 3: vaste voorzetsels
en voorzetseluitdrukkingen





  • Hoe? werk zelfstandig in stilte.
  • Klaar? lees tekst 2 door. 
Oefenen met vaste voorzetsels (opdr 2.) a. zoek bij elk woord de betekenis; 
b. bedenk betekenis woorden tekst; 
c. Noteer vijf WW met vast voorzetsel
d. Noteer drie voorzetseluitdrukkingen 
timer
5:00
Na vijf minuten: 
Noem ik a t/m j en een naam Hoor je je naam, noem dan de uitdrukking en de betekenis

Slide 6 - Tekstslide

Woordenschat H 3: vaste voorzetsels
en voorzetseluitdrukkingen





  • Hoe? Werk in samen in duo's; 
  • Klaar? lees tekst 2 door. 
Oefenen met uitdrukkingen (opdr 3.)
a. maak zinnen met uitdrukkingen;  
b. maak uitdrukkingen compleet;  
c. zoek de juiste betekenis bij a t/m j 
timer
3:00
Na vijf minuten: 
Noem ik a t/m h en een naam
Als je je naam hoort, noem je het woord of de uitdrukking 

Slide 7 - Tekstslide

Woordenschat H 3: vaste voorzetsels
en voorzetseluitdrukkingen




  • Hoe? Werk in groepjes van 4 à 5; 
  • Spreek af wie schrijft; 
  • Spreek af wie presenteert.  
Herkomst uitdrukkingen bepalen (o. 4)  a. Bepaal/ bedenk herkomst a t/m e
b. Beschrijf de betekenis in c.a. 100 wn.
 
timer
3:00
Na vijf minuten: 
Noem ik a t/m e en wijs ik een groep aan. Één iemand presenteert, de rest luistert!

Slide 8 - Tekstslide

Schrijven H 6: publieksgericht schrijven


  • Als uit de tekst duidelijk blijkt wie de doelgroep is. 
  • Als duidelijk blijkt wat de interesses van de doelgroep zijn. 
  • Als het aanbod duidelijk beschreven is met voorbeelden. 
  • Als duidelijk beschreven is wat de doelgroep moet doen. 
Wanneer is een publieksgerichte tekst succesvol? 

Slide 9 - Tekstslide

Schrijven H 6: publieksgericht schrijven




  • Hoe? werk zelfstandig in stilte.
  • Hulp? Steek je vinger op. 
  • Klaar? Titel en controleren  
Schrijf een succesvolle publieksgerichte tekst   
a. bestudeer opdracht 3
b. kies één doelgroep
c. maak eerst bouwplan
timer
10:00
Na 10 minuten: 
Wissel uit en beoordeel: doelgroep, interesse(s),  aanbod en acties duidelijk? 

Slide 10 - Tekstslide

Hoe goed kun je na deze les
uitdrukkingen en spreekwoorden met vaste voorzetsels herkennen en gebruiken?
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Poll