Spelling 4.8 herhaling

Herhaling spelling H4.8 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhaling spelling H4.8 

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling: meervoud van zn
Het meervoud van een zelfstandig naamwoord kan eindigen op -s. 
- de stapel – de stapels 
- het horloge – de horloges 

Je schrijft -'s als je het meervoud verkeerd kunt uitspreken. Dat gebeurt bij woorden die eindigen op -a, -i, -o, -u en -y. 
- de foto – de foto's 
- de kiwi – de kiwi's 
- de hobby – de hobby's

Slide 2 - Tekstslide

6. scherf
5. kies
4. kiwi
3. horloge
2. paraplu
1. hobby
Meervoud zn
7. dame
8. villa
9. actie
10. solo

Slide 3 - Tekstslide

Baas

Slide 4 - Woordweb

Juist of onjuist?
Meervoud van rek is ~reken~
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Meervoud van kans is ~kansen~
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Meervoud van:
taxi
A
taxis
B
taxies
C
taxi's
D
taxy's

Slide 7 - Quizvraag

Meervoud van:
taxi
A
taxis
B
taxies
C
taxi's
D
taxy's

Slide 8 - Quizvraag

Meervoud van:
taxi
A
taxis
B
taxies
C
taxi's
D
taxy's

Slide 9 - Quizvraag

Meervoud van:
taxi
A
taxis
B
taxies
C
taxi's
D
taxy's

Slide 10 - Quizvraag

Meervoud van:
taxi
A
taxis
B
taxies
C
taxi's
D
taxy's

Slide 11 - Quizvraag

Meervoud van:
taxi
A
taxis
B
taxies
C
taxi's
D
taxy's

Slide 12 - Quizvraag

Meervoud van:
taxi
A
taxis
B
taxies
C
taxi's
D
taxy's

Slide 13 - Quizvraag

Zet de zelfstandig naamwoorden in het meervoud:
Op onze website vind je een leuke video.

Slide 14 - Open vraag

Herhaling: zwakke werkwoorden (wel)
De verleden tijd van zwakke werkwoorden maak je zo:
Je kijkt naar de stam;
Zit de laatste letter in x 't kofschip? +te(n)


enkelvoud
stam + -te
ik/jij/hij/zij
lustte, fietste
meervoud
stam + -ten
wij/jullie/zij
lustten, fietsten

Slide 15 - Tekstslide

Zwakke werkwoorden (niet)
De verleden tijd van zwakke werkwoorden maak je zo:




enkelvoud
stam + -de
ik/jij/hij/zij
speelde, herhaalde
meervoud
stam + -den
wij/jullie/zij
speelden, herhaalden

Slide 16 - Tekstslide

5. Mijn ouders wekden mij
4. Lopen is een zwak werkwoord
3. verften 
2. Wij geefden veel aan haar.
6. Als de laatste letter in x 't kofschip staat, komt er -de(n) achter.
1. Zwakke werkwoorden veranderen van klank in de vt
Zwakke werkwoorden v.t.
7. Starten zij gisteren vroeg?
8. voerdden
9. Ik herhaalden dat.
10. Vreeste 
11. vt van brand is +e
dus 'brande (n)'

Slide 17 - Tekstslide

Vervoeg het werkwoord tussen haakjes:
We (beleven) een spannende strijd.
A
beleefde
B
belevde
C
belevden
D
beleefden

Slide 18 - Quizvraag

vrezen

Slide 19 - Woordweb

Vervoeg het ww tussen haakjes:
De leerling (melden) zich.

Slide 20 - Open vraag

Maken
  • 4.8: opdracht 1 t/m 12
  • Test jezelf 4.8
  • Numo spelling

Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk 4.8

Voor wie het nog niet af heeft:
opdracht 1 t/m 10 en 12

Slide 22 - Tekstslide