D-toets Unidad 1 - 20222023
Hoe zeg je in het Spaans: Hij draagt een bruine jas en een groene sjaal.
1 / 16
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Hoe zeg je in het Spaans: Hij draagt een bruine jas en een groene sjaal.
Slide 1 - Open vraag
Hoe zeg je in het Spaans: Ik heb blauwe ogen en stijl haar.
Slide 2 - Open vraag
Hoe zeg je in het Spaans: Marco en David zijn knappe mannen.
Slide 3 - Open vraag
Welk kledingstuk staat hier afgebeeld? (antwoord in het Spaans mét lidwoord)
Slide 4 - Open vraag
Hoe zeg je in het Spaans: een overhemd met lange mouwen
Slide 5 - Open vraag
Hoe zeg je in het Spaans: Wij gaan op vakantie naar Schotland.
Slide 6 - Open vraag
Hoe zeg je in het Spaans: Zij gaan volgende maand op excursie naar de dierentuin.
Slide 7 - Open vraag
Hoe zeg je in het Spaans: Ik ga met het vliegtuig naar Amerika.
Slide 8 - Open vraag
Vul de juiste vorm van het werkwoord IR in mét het juiste kleine woordje.
María y tú ........ ... cine.
María y tú ........ ... cine.
Slide 9 - Open vraag
Welk land ligt NIET in Europa?
A
Alemania
B
Irlanda
C
Corea
D
Escocia
Slide 10 - Quizvraag
Beschrijf in twee Spaanse zinnen deze man:
Slide 11 - Open vraag
Beschrijf in twee Spaanse zinnen dit kind.
Slide 12 - Open vraag
Welke beschrijving klopt NIET bij deze persoon?
A
Es una mujer
B
tiene el pelo teñido
C
Es castaña
D
lleva una chaqueta
Slide 13 - Quizvraag
Hoe zeg je in het Spaans: Mijn neef en nicht werken in Japan.
Slide 14 - Open vraag
Hoe zeg je in het Spaans: Ik ga altijd naar school met de bus.
Slide 15 - Open vraag
Hoe zeg je in het Spaans: Ik (meisje) heb een beugel, ik ben klein en ik draag een paarse bril.
