Oefentoets nakijken + lesson up

Laptop op tafel 
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Laptop op tafel 

Slide 1 - Tekstslide

Veel te lang
Lesson-up quiz

Slide 2 - Tekstslide

Veel te lang
Maeyem opent een spaarrekening. Zij stort €25 en spaart daarna elke week €5.
Hoeveel staat er na 2 werken op de rekening?
A
30
B
€35
C
€30
D
35

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er elke week
A
€5 erbij
B
€25 eraf
C
€15 erbij
D
€15 eraf

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke getal kom er te staan bij 6 weken
A
15
B
45
C
75
D
110

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke regelmaat zie je hier?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er per week
A
€4,50 eraf
B
€4,50 erbij
C
€5,50 eraf
D
€5,50 erbij

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat komt er onder de 0 te staan

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke regelmaat zie je?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat komt er onder de 0 te staan
A
6
B
10
C
4
D
0

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat komt er per uur bij
A
€6
B
€10
C
€4
D
€0

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat komt er onder de 4 uur te staan

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zal dit een dalende of een stijgende grafiek worden
A
Dalend
B
Stijgend

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het vaste bedrag in de formule is:
A
0,20
B
3

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het bedrag per foto in de formule is:
A
0,20
B
3

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de vaste kosten: €....

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn kosten per kaart: €....

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je bestelt 29 kaarten. welk sommetje krijg je dan?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je bestelt 29 kaarten. hoeveel betaal je: €...

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

30 in de formule is het ....
A
stijggetal
B
daalgetal
C
begingetal

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

0,2 in de formule is het ....
A
stijggetal
B
daalgetal
C
begingetal

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

25 in de formule is het ....
A
stijggetal
B
daalgetal
C
begingetal

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

540 in de formule is mijn....
A
Begingetal
B
Stijggetal
C
Daalgetal

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat in de stand na 6 uur fietsen

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke eenheid moet achter mijn antwoord

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel km fietst Jasper per uur: ... km

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk sommetje krijg je als Jasper 4 uur fietst

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk antwoord krijg je als Jasper 4 uur fietst

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

45 in de formule zijn ...
A
Vaste kosten
B
Prijs per bezoek

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3 in de formule zijn ...
A
Vaste kosten
B
Prijs per bezoek

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat schrijf ik als eerst op bij het maken van deze nieuwe formule
A
€ =
B
45
C
prijs (€) =
D
niks

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er met de vaste kosten
A
- €1,50
B
+ €30
C
+ €1,50
D
- €30

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb ik tot nu toe staan?
A
prijs (€) = 75 +
B
prijs (€) = 75 -
C
prijs (€) = 15 +
D
prijs (€) = 15 -

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er met mijn vaste bedrag
A
- €1,50
B
+ €30
C
+ €1,50
D
- €30

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt dus mijn nieuwe formule?
A
prijs (€) = 15 + 1,50b
B
prijs (€) = 15 +4,50b
C
prijs (€) = 15 + 1,25b
D
prijs (€) = 15 -1,50b

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies