Weer en klimaat - klimaatverandering

Weer en klimaat - klimaatverandering
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Weer en klimaat - klimaatverandering

Slide 1 - Tekstslide

De ik-zit-en-begin-gelijk-vraag
Wat: Heb je de stof van de vorige les goed begrepen?

Deel 1: Beantwoord de vraag op je wisbordje
Wat denk jij: een kas zorgt voor meer, minder of evenveel CO₂-uitstoot als landbouw op een open akker?
A. Meer CO₂-uitstoot
B. Minder CO₂-uitstoot
C. Ongeveer evenveel CO₂-uitstoot

Deel 2: Overleg met je groepsgenoten
1. Wat denk jij + waarom?
2. Wat denken je groepsgenoten + waarom

Deel 3: Beantwoord de vraag op je wisbordje
Wat vind jij? Zijn kassen nog wel van deze tijd? Kunnen we kassen in deze tijd nog wel gebruiken?
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Programma
A. De ik-zit-en-begin-meteen-vraag  (10 min)
1. Wat gaan we deze les leren? - de leerdoelen (2 min)
2. Opdracht: wat weten we al over klimaatverandering? (5 min)
2. Uitleg: klimaatverandering (10 min)
3. Opdracht: Klimaat mitigatie en adaptatie (15 + 3 min)
4. Uitleg: mitigatie en adaptatie (5 min)
5. Verwerking: examenvragen (5 min)
6. Afronding - hoe hebben we gewerkt en wat hebben we geleerd? (5 min)

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Focusvraag:
Kun jij uitleggen wat het verschil is tussen het natuurlijke en het versterkte broeikaseffect en welk effect het versterkte broeikaseffect heeft op ons klimaat?

Aan het eind van deze les kun je:
1. uitleggen wat het natuurlijke broeikaseffect is;
2. uitleggen wat het versterkte broeikaseffect is en hoe de mens daaraan bijdraagt;
3. beschrijven wat de gevolgen (tenminste 2)  zijn van klimaatverandering voor Nederland;
4. het verschil uitleggen tussen ‘mitigatie’ en ‘adaptatie’ als reactie op klimaatverandering.




Slide 4 - Tekstslide

Opdracht: wat weten we al?
Wat: checken wat je allemaal al weet over de klimaatverandering

Hoe:
  • A3 papier verdeeld in 4 stukken + een rondje in het midden
  •  Noteer in je eigen vakje wat je al weet over klimaatverandering
  • Vergelijk jouw antwoorden met die van je groepsgenoten: wat mist er + wat heb jij extra?
  • Noteer in het rondje jullie gezamenlijke antwoord: wat weten jullie samen al over klimaatverandering?

Tips: denk bij het invullen van je eigen vakje en het rondje in het midden aan
  • oorzaken van klimaatverandering
  • gevolgen van klimaatverandering
  • oplossingen tegen klimaatverandering

    timer
    5:00

    Slide 5 - Tekstslide

    Natuurlijk broeikaseffect vs versterkt broeikaseffect
    Natuurlijk broeikaseffect:
    De aarde ontvangt warmte van de zon. 
    Een deel van die warmte kaatst via de aarde weer terug de ruimte in.
    Maar broeikasgassen zoals CO₂ en waterdamp in de atmosfeer houden een deel van de zonnestralen vast.
    Gelukkig maar want zonder dit effect zou het op aarde gemiddeld -18°C zijn ; veel te koud om te leven!
    De aarde weet zelf precies hoeveel broeikasgassen er nodig zijn voor het leven op aarde.

    Versterkt broeikaseffect:
    Door menselijk handelen (zoals verbranding van fossiele brandstoffen, ontbossing en landbouw) komt er extra CO₂ en andere broeikasgassen in de atmosfeer. 
    Er wordt meer warmte vastgehouden, dus stijgt de temperatuur op aarde.
    Hoe meer broeikasgassen erbij komen, hoe warmer het wordt.

    Slide 6 - Tekstslide

    Natuurlijk broeikaseffect vs versterkt broeikaseffect

    Slide 7 - Tekstslide

    Menselijk handelen is de oorzaak van klimaatverandering

    Slide 8 - Tekstslide

    Klimaatverandering en Nederland
    Door klimaatverandering wordt het overal op aarde warmer.
    Immers: er komen steeds meer broeikasgassen in de atmosfeer terecht.
    Doordat het warmer wordt zal er ook meer water verdampen.
    Maar meer verdamping betekent ook meer of hardere regenbuien 
    (-> het water blijft in de waterkringloop!!!)

    Het klimaat van Nederland zal dus ook gaan veranderen.
    Dit is wat we daar nu over weten:
    • Hogere temperaturen → hetere zomers en zachtere winters.
    • Meer kans op wateroverlast door piekbuien en zeespiegelstijging, 
    • Maar ook op droogte in de zomer.

    Op je wisbordje: welk klimaat gaat Nederland in de toekomst dan krijgen?

    Slide 9 - Tekstslide

    Opdracht: wat kunnen wij doen?
    Wat: Ontdekken wat verschillende partijen kunnen doen om klimaatverandering tegen te gaan of om zich aan te passen aan de gevolgen van klimaatverandering.

    Hoe:
    •  Verdeel de partijen hieronder onderling. Iedereen krijgt twee partijen toegewezen.
    •  Partijen: landbouw - industrie- politiek - transport sector- financiële sector - energie sector -  woningbouw - burgers (dus: jijzelf!)
    •  Zoek op internet:
    1. Wat deze partijen kunnen doen om klimaatverandering te vertragen of verminderen. Zorg dat je dit kunt uitleggen.
    2. Wat deze partijen kunnen doen om zich aan te passen aan het veranderende klimaat. Zorg dat je dit kunt uitleggen.

    Klaar? Bespreek wat je hebt ontdekt met je groepsgenoten en noteer voor iedere partij tenminste 2 'maatregelen' in je schrift.
    Let op: Hierna bespreken 8 willekeurige leerlingen hun oplossingen met de hele klas.

    Hulp: internet



    timer
    15:00

    Slide 10 - Tekstslide

    Klimaatverandering: hoe nu verder?
    Er zijn twee reacties mogelijk op de klimaatverandering ->

    1. De oorzaken aanpakken = mitigatie
    We gaan proberen de klimaatverandering te stoppen of zelfs om te keren
    door minder broeikasgassen uitstoten.
    Denk aan: overstappen op zonne-energie, minder vlees eten.

    2. Je aanpassen aan de gevolgen = adaptatie
    Je legt je erbij neer en gaat je aanpassen aan het nieuwe klimaat.
    Denk aan: dijken verhogen, huizen hittebestendig maken, water vasthouden. 
    Wit reflecteert de zon.

    Slide 11 - Tekstslide

    Verwerken: 
    examenvragen
    Wat en hoe: 
    Beantwoord de 2 examenvragen op je wisbordje.
    Kijk niet bij je buur en praat niet.
    Houd je bordje pas omhoog als je docent het zegt.



    Slide 12 - Tekstslide

    Verwerken: 
    examenvragen

    Slide 13 - Tekstslide

    Afsluiting: hebben we (juist) geleerd?
    Reflectie:
    Hoe hebben jij gewerkt?
    Hoe heeft de klas gewerkt?
    Hoe deed de juf het?

    Leerdoelen:
    1. uitleggen wat het natuurlijke broeikaseffect is;
    2. uitleggen wat het versterkte broeikaseffect is en hoe de mens daaraan bijdraagt;
    3. beschrijven wat de gevolgen (tenminste 2) zijn van klimaatverandering voor Nederland;
    4. het verschil uitleggen tussen ‘mitigatie’ en ‘adaptatie’ als reactie op klimaatverandering.

    Check: hebben we (juist) geleerd?
    Beantwoord de vraag op de laatste dia op je wisbordje.

    Slide 14 - Tekstslide

    Afsluiting: hebben we (juist) geleerd?
    Check: hebben we (juist) geleerd?
    Beantwoord de volgende vraag op je wisbordje.
    Werk alleen: dus praat niet en kijk niet bij je buur.
    Houd het bordje pas omhoog als de docent dit zegt.

    Vragen:
      Welke van de volgende uitspraken klopt?
      A. Het natuurlijke broeikaseffect zorgt voor opwarming van de aarde door menselijk gedrag.
      B. Minder vlees eten is een voorbeeld van ons aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering.
      C. Het versterkte broeikaseffect wordt veroorzaakt door meer broeikasgassen door de mens.
      D. Adaptatie betekent dat we proberen minder broeikasgassen uit te stoten.



      Slide 15 - Tekstslide