De Tweede Wereldoorlog in Nederland

De Tweede Wereldoorlog in Nederland

Leerdoel

Aan het einde van de les kennen jullie de hoofdlijnen van de Tweede Wereldoorlog in Nederland.

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen leren.

Wat weet jij al over de Tweede Wereldoorlog in Nederland?

Wat is de Tweede Wereldoorlog?

De Tweede Wereldoorlog was een grote oorlog die plaatsvond van 1939 tot 1945. Het was een oorlog tussen verschillende landen, waaronder Duitsland, Nederland en de Verenigde Staten.

Leg kort uit wat de Tweede Wereldoorlog was en welke landen erbij betrokken waren.

Bezetting van Nederland

In 1940 werd Nederland bezet door Duitsland. Dit betekende dat Duitsland de baas was in Nederland en dat Nederlanders zich moesten houden aan de regels van de Duitsers.

Vertel de leerlingen over de bezetting van Nederland door Duitsland.

Jodenvervolging

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden veel Joden vervolgd en vermoord door de Duitsers. Dit wordt ook wel de Holocaust genoemd.

Leg uit wat de Jodenvervolging was en wat de Holocaust inhield.

Verzet

Niet iedereen was het eens met de Duitse bezetting van Nederland. Er waren mensen die in het geheim tegenwerkten en probeerden Nederland te bevrijden. Dit noemen we het verzet.

Vertel de leerlingen over het verzet in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Bombardementen

Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn er veel bombardementen geweest in Nederland. Bijvoorbeeld op Rotterdam en Nijmegen.

Leg kort uit wat bombardementen zijn en welke plaatsen in Nederland zijn gebombardeerd.

Bevrijding

In 1945 werd Nederland bevrijd door de geallieerden. Dit betekende dat de Duitsers uit Nederland werden verdreven en Nederland weer vrij was.

Vertel de leerlingen over de bevrijding van Nederland en wie daarvoor heeft gezorgd.

Filmpjes kijken

We gaan nu enkele filmpjes bekijken over de Tweede Wereldoorlog in Nederland. Let goed op wat er in de filmpjes wordt verteld.

Laat enkele filmpjes zien over de Tweede Wereldoorlog in Nederland op groep 6 niveau.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.