5.2 Grondwet en grondrechten nieuw

Hoofdstuk 5: rechtsstaat
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5: rechtsstaat

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Terugblik 5.1
Uitleg 5.2
Grondwet Quiz

Aan de slag:
Opdracht maken in je boek




Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet wat de grondwet is.
  •  Je kunt minimaal 4 artikelen/onderwerpen noemen die in de grondwet staan.
  • Je kunt een voorbeeld geven van botsende grondrechten.
  • Je kunt uitleggen wat een boycot is.

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik:
Wat is het verschil tussen een rechtsstaat en een autoritaire staat

Slide 4 - Open vraag

Rechtsstaat VS autoritaire staten

In een rechtsstaat (democratie) heb je veel rechten en vrijheden. Bijvoorbeeld de vrijheid van meningsuiting, het stemrecht en het recht op  privacy.

In andere landen zijn er veel minder rechten en vrijheden.
Dit zijn autoritaire staten: landen waarin een kleine groep mensen
de macht heeft en de regels bepaalt.


Slide 5 - Tekstslide

Noem 3 kenmerken van een democratie

Slide 6 - Open vraag

Kenmerken democratie

Slide 7 - Tekstslide

Noem 3 kenmerken van een dictatuur

Slide 8 - Open vraag

Dictatuur = strenge autoritaire staten
Een land waar één persoon of een kleine groep de macht heeft. 

 De leiders hebben deze macht zelf gegrepen met behulp van een leger.

Burgers hebben geen vrijheden & rechten.

In autoritaire staten staan machthebbers wel boven de wet.


Slide 9 - Tekstslide

Wat weet jij al over de Grondwet?

Slide 10 - Woordweb

Slide 11 - Video

De Grondwet
In de Grondwet staan grondrechten, basisrechten die elke inwoner van Nederland heeft.

De grondwet in 2023 voor het laatst is aangepast, namelijk doordat het
discriminatieverbod is uitgebreid met een verbod op discrimineren op basis van een handicap of op basis van seksuele ‘gerichtheid’


Slide 12 - Tekstslide

Klassieke grondrechten –beschermen burgers tegen de overheid, zoals:

Gelijke behandeling (je mag niet) discrimineren (art. 1)
Vrijheid van meningsuiting (art. 7)
Vrijheid van godsdienst (art. 6)
Vrijheid van vereniging en vergadering 
(art. 8 & 9)
Recht op privacy (art. 10)
Brief-, telefoon- en telecommunicatiegeheim (art. 13)





Recht op bestaanszekerheid (art. 20)

Bevordering van volksgezondheid (art. 22)

Huisvestingsbeleid (art. 22)
1983 Sociale grondrechten – verplichten de overheid tot actief optreden, zoals:

Recht op onderwijs (art. 23)
Recht op bestaanszekerheid (art. 20)
Bevordering van volksgezondheid (art. 22)
Huisvestingsbeleid (art. 22)

Slide 13 - Tekstslide

De grondwet
Er zit een grens aan grondrechten. Vrijheid van meningsuiting is een grondrecht, maar dat betekent niet dat je alles maar mag zeggen. Grondrechten kunnen met elkaar botsen. 

Vrijheid van meningsuiting (art. 7) vs. verbod op discriminatie (art. 1)
Bijvoorbeeld: Iemand maakt een racistische opmerking in een publieke toespraak. Is dat vrije meningsuiting of verboden discriminatie?

Vrijheid van godsdienst (art. 6) vs. gelijke behandeling (art. 1)
Bijvoorbeeld: Een religieuze school weigert een homoseksuele docent op basis van religieuze overtuiging. Mag dat?





Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Opdracht in tweetallen
1. Praat met elkaar over wat je ziet op de zoekplaat.

2. Schrijf vervolgens op welke grondwetsartikelen je denkt te zien


timer
5:00

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Antwoorden

1. Artikel 1: Gelijkheidsbeginsel
2. Artikel 4: Kiesrecht, iedereen mag stemmen
3. Artikel 5: Petitierecht
4. Artikel 6: Vrijheid van godsdienst en levensovertuiging
5. Artikel 7: Vrijheid van meningsuiting, waaronder vrijheid van drukpers
6. Artikel 8: Vrijheid van vereniging
7. Artikel 9: Vrijheid van vergadering en betoging

8. Artikel 17: Vrije toegang tot rechter
9. Artikel 23: Vrijheid van onderwijs
10. Artikel 42: Onschendbaarheid koning en ministeriële verantwoordelijkheid
11. Artikel 50: Er is een volksvertegenwoordiging
12. Artikel 53: Geheime stemming
13. Artikel 114: De doodstraf kan niet worden opgelegd
  

 

Slide 18 - Tekstslide

Welke grondwet vind jij het belangrijkste?

Slide 19 - Open vraag

Mensenrechten
Voor de Nederlandse rechtsstaat zijn ook de mensenrechten belangrijk:
basisrechten voor elk mens, waar die ook woont.
Bijvoorbeeld:
• het recht op onderwijs
• de vrijheid van meningsuiting
• het recht om te trouwen met wie je wilt
Deze Rechten van de Mens zijn in 1948 aangenomen
door de Verenigde Naties.

Slide 20 - Tekstslide

Mensenrechten
In autoritaire staten en dictaturen trekken de machthebbers zich weinig
of niets aan van mensenrechten.

Hier kunnen we als Nederland niet zo veel aan doen.
Nederland vraagt hooguit koning Willem-Alexander om de mensenrechten te bespreken tijdens een staatsbezoek.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Boycot
Actiegroepen vragen soms om een boycot tegen een land vanwege
het schenden van mensenrechten.

Een boycot betekent dat we geen producten kopen die uit een
bepaald land komen.

Een boycot wordt ook ingesteld als de internationale vrede wordt
bedreigd.


Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Aan de slag:
Paragraaf 5.2

Opdracht: 1, 4, 10, 12

Slide 39 - Tekstslide

Lesdoelen:
  • Je weet wat de grondwet is.

  •  Je kunt minimaal 4 artikelen/onderwerpen noemen die in de grondwet staan.

  • Je kunt een voorbeeld geven van botsende grondrechten.

  • Je kunt uitleggen wat een boycot is.
Hoe goed beheers je de leerdoelen?

Groen = Ik snap het
Oranje = Ik twijfel nog
Rood = Ik snap het niet


Slide 40 - Tekstslide