Present Simple

Present Simple
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Present Simple

Slide 1 - Tekstslide

Grammar
Take out your notebook and a pen! Write down all the GREEN slides in your notebook.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de tegenwoordige tijd?
Geef een voorbeeld.

Slide 3 - Woordweb

Present simple (tegenwoordige tijd)
You use the present simple if you want to talk about facts (feiten) and habits (gewoontes).


I walk to the bus stop every Monday.
We always cycle to school.
She listens to pop music.

Slide 4 - Tekstslide

Wat valt je op?

Slide 5 - Woordweb

SHIT-regel
You add -s to the verb (werkwoord) after he, she, and it.


He reads a book.
She calls her uncle.
It feels like home.

Slide 6 - Tekstslide

You add -es if the verb ends in -s, -x, -z, -ch or -sh after he, she, and it.
  

She never catches the ball.

Slide 7 - Tekstslide

You add -es to do and go after he, she, and it.
 
He does his best.
She goes to school.


Slide 8 - Tekstslide

consonant (medeklinker) + -y at the end of a verb: -y becomes -ies after he, she, and it.
  

try --> He tries to be relaxed.





Slide 9 - Tekstslide

-y: -S of -IES?
Als een werkwoord eindigt op medeklinker -y
carry
study
hurry
cry
carrIES
studIES
hurrIES
crIES
Als een werkwoord eindigt op een klinker -y
play
buy
playS
buyS

Slide 10 - Tekstslide

SHIT
She
He
IT
bij He/She/IT 

werkwoord
werkwoord eindigend op S-klank
werkwoord eindigend op medeklinker Y
-S
-ES
-IES

Slide 11 - Tekstslide

GEWOONTE
Vaak staat er in de zin een signaalwoord dat aangeeft hoe vaak iets voorkomt.

Use words like always, never, sometimes, often, every (day) and usually to talk about facts and habits.

Slide 12 - Tekstslide

Signal words
always, never, sometimes, often, every (day), usually

Slide 13 - Tekstslide

Hoe veranderen werkwoorden die op een -y klank eindigen zoals study?

Slide 14 - Open vraag

Welke signaalwoorden horen bij:
Present Simple

Slide 15 - Woordweb

Wat gebeurt er met werkwoorden die eindigen op een -S klank bij HE/SHE/IT?

Slide 16 - Open vraag


He ..... (call) me.
A
call
B
calls

Slide 17 - Quizvraag


He ..... (go) to the bus station.
A
go
B
goes

Slide 18 - Quizvraag


We often ........... (talk) about or holiday.
A
talk
B
talks

Slide 19 - Quizvraag


It .......... (start) in 10 minutes.
A
start
B
starts

Slide 20 - Quizvraag

She .......... wash) herself.
A
wash
B
washes

Slide 21 - Quizvraag


I never ....... (wear) this dress to school.
A
wear
B
wears

Slide 22 - Quizvraag

The cat .......... (play) with its toy.
A
play
B
plays

Slide 23 - Quizvraag

Queen Elizabeth .......... (say) goodbye.
A
say
B
says

Slide 24 - Quizvraag


They ...... (visit) us every summer.
A
visit
B
visits

Slide 25 - Quizvraag


He ....... in the park. (walk)

Slide 26 - Open vraag


She ..... English. (teach)

Slide 27 - Open vraag


The baby ..... . (cry)

Slide 28 - Open vraag


I ..... at the party. (dance)

Slide 29 - Open vraag

Sometimes he .......... (do) his homework.
A
do
B
does

Slide 30 - Quizvraag


She ..... her boyfriend. (kiss)

Slide 31 - Open vraag


We ..... a nice film. (watch)

Slide 32 - Open vraag

The hamster .......... (try) to eat.
A
try
B
tries

Slide 33 - Quizvraag

Ik snap de present simple
A
helemaal
B
voor het grootste gedeelte
C
een beetje
D
helemaal niet

Slide 34 - Quizvraag

Wat heb je nodig om jezelf te verbeteren?
A
oefenen op Slim Stampen
B
extra uitleg docent
C
een vraag stellen
D
extra opdrachten op papier

Slide 35 - Quizvraag

Slide 36 - Tekstslide