Bs 4 Translatie

26-10
Vandaag een lesje op afstand! Deze week gaan we aan de slag met translatie. De vertaling van mRNA naar eiwitten. Je kunt in deze les verschillende onderdelen afronden
- BS 4 lezen en de opgaven maken
- Filmpje kijken over transcriptie en translatie
- Oefenen met transcriptie en translatie
- Via Zoom vragen stellen aan je docent

Je hebt zelf in de hand hoeveel je vandaag gedaan krijgt.
1 / 9
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieWOStudiejaar 5

In deze les zitten 9 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

26-10
Vandaag een lesje op afstand! Deze week gaan we aan de slag met translatie. De vertaling van mRNA naar eiwitten. Je kunt in deze les verschillende onderdelen afronden
- BS 4 lezen en de opgaven maken
- Filmpje kijken over transcriptie en translatie
- Oefenen met transcriptie en translatie
- Via Zoom vragen stellen aan je docent

Je hebt zelf in de hand hoeveel je vandaag gedaan krijgt.

Slide 1 - Tekstslide

Thema 4. DNA BS 4 Translatie

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen: 'wat ik ga leren'
Ik kan... 
  • beschrijven hoe translatie plaats vindt
  • Ik snap dat 3 mRNA nucleotiden samen één codon vormen en worden vertaald naar één aminozuur.
  • Ik snap de functie van tRNA bij het herkennen van de codon-volgorde
  • Ik snap wat er bedoeld wordt met de APE bindingsplaatsen op het mRNA


    Slide 3 - Tekstslide

    Welke begrippen horen bij translatie?
    Betekenis
    De vertaling van mRNA naar een aminozuurvolgorde waar uiteindelijk een eiwit uit ontstaat. Dit proces speelt zich af in de ribosomen
    Betekenis
    mRNA (messenger RNA) is het kopietje dat is gemaakt van DNA bij de transcriptie waarna ook de intronen zijn verwijderd tijdes de splicing.
    tRNA (transfer RNA) is een molecuul dat de mRNA volgorde herkent (omdat het precies de tegenovergestelde nucleotiden heeft) en aan het tRNA molecuul zit een aminozuur vast dat dan ingebouwd wordt in het eiwit
    rRNA (ribosomaal RNA) is het RNA dat nodig is om het ribosoom goed te laten functioneren.
    Betekenis
    Het ribosoom begint het vertalen van mRNA naar aminozuren bij de RNA volgorde AUG. Als eerste wordt dan methionine ingebouwd en daarom heet dit het startcodon
    Betekenis
    Nucleotidenvolgorde van het RNA waardoor de translatie in het ribosoom stopt en het eiwit kan gaan vouwen. In totaal zijn er 3 stop-codons. Er wordt dan dus geen aminozuur meer ingebouwd.
    Betekenis
    In een ribosoom is er maximaal plek voor 3 tRNA moleculen om te binden. De A, P en E plek. Er komen telkens nieuwe codons op deze plekken omdat het ribosoom langs het RNA schuift. Om dit goed te begrijpen, bestudeer afbeelding 42 en 43 nauwkeurig
    Betekenis
    Hier een overzichtje van de richtinen van zowel DNA-polymerase bij het kopiëren van het DNA, van de RNA polymerase bij het maken van pre-mRNA en van het ribosoom bij het omzetten van mRNA naar eiwitten.

    DNA-polymerase bij replicatie bindt aan 3’ en gaat richting 5’

    RNA polymerase bij transcriptie bindt aan 3’ en gaat richting 5’

    Ribosoom bij translatie bindt aan 5’ en gaat richting 3’.

    Slide 4 - Tekstslide

    Slide 5 - Tekstslide

    Slide 6 - Link

    Slide 7 - Video

    Slide 8 - Video

    Rest van de les
    Maak zoveel mogelijk opgaven van BS 3 als je die nog niet af had en BS4. Volgende week maandag moet alles af zijn dus gebruik je tijd nuttig. Bij vragen ben ik beschikbaar!

    Slide 9 - Tekstslide