3 mavo NT2 - artikel zitten

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt:
- precies en concreet vaststellen wat de boodschap van de tekst is;
- logische afleidingen maken;
- conclusies trekken uit een tekst op basis van informatie in de tekst.
*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 2 - Tekstslide

Wie is de auteur en hoe heeft hij zijn artikel aangepakt?

Slide 3 - Open vraag

Instructie 
1. Samen starten we met het lezen van de tekst. 
2. Na een korte introductie lees je de tekst zelfstandig.
3. Tijdens het lezen onderstreep je de woorden die je niet begrijpt.
4. Als je klaar bent met het lezen van de tekst zoek je de betekenis van de moeilijke woorden op. De woorden en de betekenis schrijf je in je map of schrift.

Slide 4 - Tekstslide

Aan de slag
Beantwoord de volgende vragen:
1. Waar gaat de tekst vooral over?
2. Welke woorden/begrippen zijn daarbij belangrijk?

Slide 5 - Tekstslide

Aan de slag
Beantwoord de volgende vragen:
1. Welk verschijnsel beschrijft de auteur?
2. Welke bedoeling heeft hij hiermee?
2. Wat wordt uitgebreid beschreven en wat kort?
3. Wat wil de auteur dat je met zijn tekst doet?
4. Welke boodschap heeft de auteur?

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag
Beantwoord de volgende vragen:
1.  Wat zijn de gevolgen van te veel zitten?
2. Wat is de oorzaak van dat Nederlanders zo veel zitten?
3. Wat is een belangrijk advies om ervoor te zorgen dat Nederlanders minder zitten?
4. Waarom is het moeilijk om het zitgedrag te veranderen?
5. Geef voorbeelden van maatregelen die ons zitgedrag veranderen.

Slide 7 - Tekstslide

belangrijke woorden en begrippen

Slide 8 - Woordweb

Nabespreking

Slide 9 - Tekstslide

Begrippen uit deze les

Slide 10 - Tekstslide

Begrippen uit deze les

Slide 11 - Tekstslide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 12 - Open vraag


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 13 - Open vraag

Antwoorden
1.   a. Het gezicht is de uitdrukking van de identiteit. b. Het gezicht is van belang om de ander te identificeren. (c. Het gezicht geeft toegang tot biografische info.)
2. Waar komt de hedendaagse obsessie met het gezicht vandaan?
3. Technologische, cultuurele of cultuurhistorische, maatschappelijke en psychologische verklaringen.

Slide 14 - Tekstslide

Antwoorden
4. Door ons gebruik van het portret te vergelijken met het functioneren van de oude portretkunst vanaf de 17e eeuw.
4. De kern van de overeenkomst is dat de portretten echt en nep zijn. Ze drukken de identiteit uit, maar het is ook een voorpost van het zelf naar de gemeenschap, hetgeen impliceert dat er ook sprake is van spel of een pose.
5. De paradox van het moderne gezicht houdt in dat een afbeelding je 'ware' gezicht / innerlijk / Iidentiteit laat zien, maar dat het ook 'nep' is, omdat het maar een afbeelding is / de afbeelding niet samenvalt met je identiteit. (Verderop staat dan dat het gaat om het effect dat het gezicht weet los te maken.)
6. De titel Nep is echter gaat over het verlangen om jezelf zichtbaar te maken, juist door te kiezen voor selfies / afbeeldingen waarin je lijkt op iedereen (en dus niet echt / je eigen individu bent / afbeeldingen die niet realistisch zijn
Net zoals bij gezichtsherkenningstechnieken is het ware gezicht hier minder individueel dan het massale gebruik van de techniek doet vooronderstellen.  

Slide 15 - Tekstslide