eigen les maken
1 / 20
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Mensen met een beperking hebben verloopt het hechtingsproces sneller dan bij mensen zonder beperking.
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quizvraag
waar staat de afkorting ADD voor?
A
attention dificit hyperactivity disorder
B
attention dificit disabilitie
C
attention dificit disorder
Slide 13 - Quizvraag
Een cliënt met hechtingsproblematiek kan jou als middel gebruiken om te krijgen wat hij/zij wilt.
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Welk kenmerk kan je niet zien bij adhd?
A
snel afgeleid
B
niet direct reageren
C
over bewegelijk
D
onhandig
Slide 15 - Quizvraag
Wat kunnen oorzaken zijn van hechtingsproblematiek?
A
Als kind reageer je goed op de acties van je ouders.
B
b. Er is sprake van veilige hechting.
C
Ze hebben nooit geleerd anderen te vertrouwen.
Slide 16 - Quizvraag
Wat kunnen gevolgen zijn van hechtingsproblematiek?
A
De cliënt kan geen relatie opbouwen met een begeleider.
B
Met hechtingproblematiek ben je niet bang dat mensen je verlaten.
C
De cliënt heeft geen last van veel emoties.
Slide 17 - Quizvraag
Cliënten met ADD hebben behoefte aan structuur en positieve aandacht?
A
waar
B
niet waar
Slide 18 - Quizvraag
Wat voor negatieve opmerkingen krijgen cliënten vaak te horen?
A
kijk me aan, zit stil, blijf daar van af en luister naar mij
B
kijk me aan, wat ben je rustig, blijf daar van af en wat luister je goed
