3F Betoog schrijven

18 februari - 8RBKA
- mededeling 
- theorie betoog
- 4 stellingen bespreken
- start schrijven betoog
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

18 februari - 8RBKA
- mededeling 
- theorie betoog
- 4 stellingen bespreken
- start schrijven betoog

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel van vandaag
- Je weet wat een betoog is en hoe het is opgebouwd
- Opzet maken voor je eigen betoog

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het doel van een betoog?

Slide 3 - Open vraag

Theorie betoog blz 113
Boek B NU Nederlands

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

0

Slide 6 - Video

Theorie vervolg 
- Stelling (vb roken moet verboden worden)
- Standpunt (positief, negatief of twijfel = niet zo sterk)
- Argument: feitelijk (objectief) of waarderend (subjectief)

Je kunt standpunt en argument altijd met elkaar verbinden door het woordje want

Slide 7 - Tekstslide

Dierentuinen moeten verboden worden!
Noem een voorbeeld van een feitelijk argument

Slide 8 - Woordweb

Dierentuinen moeten verboden worden!
Noem een voorbeeld van een waarderend argument

Slide 9 - Woordweb

Betoog
  • In een betoog geef je jouw mening -> je neemt een standpunt in. Je overtuigt de lezer van jouw standpunt.
  • Dit standpunt noteer je al in de inleiding van je betoog.
  • Jouw standpunt onderbouw je door minimaal 3 argumenten te noemen.
  • Elke alinea begint met een argument (dus minimaal 3 alinea's).

Slide 10 - Tekstslide

In de inleiding van je betoog wordt je standpunt duidelijk
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Middenstuk
  • Argument 1 + uitwerking 
  • Argument 2 + uitwerking
  • Argument 3 + uitwerking
  • Tegenargument + weerlegging
  • Gebruik passende signaalwoorden om de alinea's te verbinden met elkaar (bovendien, daarnaast, als derde argument, tot slot) 

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een tegenargument en een weerlegging?

Slide 13 - Open vraag

SEXI argumenteren
  • State (je vertelt wat je vindt (statement))
  • EXplain (je legt uit)
  • Illustrate (je geeft een voorbeeld)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

De argumenten die je standpunt onderbouwen, bewaar je tot het slot.
A
Juist
B
Niet juist

Slide 16 - Quizvraag

AAN DE SLAG
- Kies een stelling uit de 4 opties
- Bedenk of je hier voor of tegen bent
- Verzamel informatie over het gekozen onderwerp 
+ jouw standpunt 
- Begin met het invullen van de opzet (zie Wordbestand) 
(3 argumenten die jouw standpunt ondersteunen 
+ 1 tegenargument met weerlegging) 

Slide 17 - Tekstslide

Stellingen
1) Iedereen moet vegetariër worden.
2) De verkoop van zeer zwak-alcoholische drank aan jongeren tussen de 16 en 18 jaar moet legaal worden.
3) Vliegen binnen Europa moet verboden worden.
4) De militaire dienstplicht moet weer worden ingevoerd.

Kies hieruit 1 stelling voor je eigen betoog!



Slide 18 - Tekstslide

Eerst... informatie verzamelen over het onderwerp!
Zorg ervoor dat de bronnen:
Actueel / Deskundig / Betrouwbaar / Controleerbaar

Voorbeelden:
NOS, RIVM, Rijksoverheid, Gemeente Hengelo, Voedingscentrum, Universiteit Twente, Wereld Natuurfonds, Volkskrant, Belastingdienst, Donorregister 

Slide 19 - Tekstslide

Planning
- Inleveren schrijfplan in Word 19 februari
- Volgende week 25 februari geen les ivm voorjaarsvakantie
- Donderdag 4 maart betoog inleveren bij buddy + nakijken 
(let op het format)
- Inleveren definitieve betoog 11 maart 
(het betoog moet uit 500 woorden bestaan)

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video