3.2 Het ontstaan van de Arabische wereld

H3 'Mensen en regels'


cursus 3.2 'Het ontstaan van de Arabische wereld'


Tijdvak 3: Monniken en ridders (500-100)


1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H3 'Mensen en regels'


cursus 3.2 'Het ontstaan van de Arabische wereld'


Tijdvak 3: Monniken en ridders (500-100)


Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen 5.3
  • Je kunt uitleggen wie Mohammed is. 

  • Je kunt 2 voorbeelden noemen van de Arabische cultuur. 

  • Je kunt een voorbeeld noemen van een vreedzaam contact en een vijandig contact tussen christenen en moslims. 

Slide 2 - Tekstslide

Een edele kreeg een stuk land van de keizer. Op dat stuk land werkten de horigen. Wat waren hun taken?

Slide 3 - Open vraag

Wie was Mohammed
  • Mohammed leefde van 570-632 n. Chr. 

  • Mohammed was een profeet: een boodschapper van God. 

  • Volgens Mohammed was er maar 1 God, Allah

  • Hij is de stichter van de godsdienst de Islam 
    - Aanhangers van de islam heten: moslims
    - Het heilige boek van de moslims: de Koran

Slide 4 - Tekstslide

Islamitische staat
  • Mohammed moest vluchten naar Medina
    - Hier wordt de islamitische staat opgericht

  1. Mensen houden zich aan de regels van de islam
  2. Mohammed is politiek en godsdienstig leider
  3. Mensen bidden in de moskee 

Slide 5 - Tekstslide

Islamitische staat
  • Later neemt Mohammed Mekka over
    - Maakt een bouwwerk met veel goden
     erop kapot: Kaäba

  • Hier is een moskee omheen gebouwd
  • Hier zou een steen inliggen die door Mohammed gegeven is aan de mensen. 

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag
Paragraaf 3.2
Opdracht 1 t/m leerstof 3

Slide 7 - Tekstslide

H3 'Mensen en regels'


cursus 3.2 'Het ontstaan van de Arabische wereld'


Tijdvak 3: Monniken en ridders (500-100)


Slide 8 - Tekstslide

Lesdoelen 5.3
  • Je kunt uitleggen wie Mohammed is. 

  • Je kunt 2 voorbeelden noemen van de Arabische cultuur. 

  • Je kunt een voorbeeld noemen van een vreedzaam contact en een vijandig contact tussen christenen en moslims. 

Slide 9 - Tekstslide

Het gebedshuis van de islam heet:
A
Synagoge
B
Kerk
C
Moskee
D
Tempel

Slide 10 - Quizvraag

Het heilige boek van de islam heet:
A
Thora
B
Koran
C
Bijbel
D
Sekka

Slide 11 - Quizvraag

Hoe heet de oprichter van de islam?

Slide 12 - Open vraag

Arabische veroveringen
  • Kaliefen: opvolgers van Mohammed. Zij breidden het Islamitische Rijk verder uit. 

  • Een moslimleger wordt door de grootvader van Karel de Grote, Karel Martel, verslagen bij de Franse stad Potiers. Hierdoor bleef Europa christelijk. 

Slide 13 - Tekstslide

Arabische veroveringen

Slide 14 - Tekstslide

Arabische cultuur
  • Alle mensen in de Arabische wereld:
  1.  spraken en schreven Arabisch
  2. Hielden zich aan dezelfde wetten en islamitische regels. 
  3. Moesten zich bekeren tot de Islam

  • Christenen en Joden mochten hun geloof behouden, omdat ze ook in 1 God geloofden. 
  • Islamitische rijk valt in 756 uiteen maar er veranderd weinig in de landen!

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Contact tussen christenen en moslims
  • Vreedzaam contact: Handel



  • Vijandig contact: Oorlog, kruistochten: gewapende tocht van christelijke soldaten die Jeruzalem wilden veroveren.

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag
Paragraaf 3.2
Opdracht 1 t/m samenvatting

Slide 18 - Tekstslide