H5 Grammatica woordsoorten, aanwijzende, vragende en onbepaalde voornaamwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

             Welkom

Wat gaan we vandaag doen?

• Uitleg over aanwijzende, vragende en onbepaalde voornaamwoorden.
• Oefenen
• Tijd voor vragen en/of opmerkingen.

Wat ga je leren?

• Hoe je aanwijzende, vragende en onbepaalde voornaamwoorden kunt herkennen en gebruiken.

Aanwijzend voornaamwoord

Wijst een mens, dier of een ding (of iets) aan.

Aanwijzend voornaamwoorden zijn: deze, die, dat, dit, zulk(e), zo'n, dergelijk(e), zelf, hetzelfde, dezelfde.

Staat VOOR een zelfstandig naamwoord of alleen.

Aanwijzend voornaamwoord

Bijvoorbeeld:

Deze rode fiets vind ik mooier dan zo'n zwarte (fiets). Vind jij dat ook?

Aanwijzend voornaamwoorden

Let op:

- Dat en die zijn alleen aanwijzend voornaamwoorden als je ze kunt vervangen met dit en deze.

- Woorden die een plaats of richting aangeven zijn geen aanwijzend voornaamwoorden (daar, daarheen, daarover, daarlangs)

Wat zijn de aanw. vnw. in de volgende zin: 'Gisteren hoorde ik van die jongen dat het feest daar is.'

vragend voornaamwoord

Dit zijn: wie, wat, welk(e), wat voor (een)

Staan meestal aan het begin van de zin maar dat hoeft niet:

'Wie van jullie wil even een boodschap voor me doen?'

'Hij vroeg wie van ons even een boodschap voor hem wilde doen.'

vragend voornaamwoorden

Pas op:

- Wie en wat zijn geen vragend voornaamwoorden als ze terugverwijzen naar een eerder genoemd woord.

- Woorden die vragen naar een plaats en tijd zijn geen vragend voornaamwoorden (waarheen, wanneer, waar,).

- Het woord 'Hoe' is geen vragend voornaamwoord!

Wat zijn de vrag. vnw. in de zin: 'Wat vertelde die jongen aan jou?'

Wat is het vrag. vnw. in de zin:
'Vertelde die jongen nou waar het feest was?'

1. waar
2. die
3. er is er geen
4. nou

Het onbepaald voornaamwoord

Een onbepaald voornaamwoord verwijst naar iets vaags. Het zegt niet precies wie of wat bedoeld wordt. Dat kunnen personen of dingen zijn.
Onbepaalde voornaamwoorden zijn: 

(zo)iets, niets, iemand, niemand, iedereen, menigeen, het,  alles, men, wat elk(e), ieder(e), menig(e), wat, ene, (een) zekere, een of ander(e).

wat voor soort vnw is 'men'

1. vragend voornaamwoord
2. aanwijzend voornaamwoord
3. onbepaald voornaamwoord
4. het is geen voornaamwoord

De drie jongeren die gisteren dat kleine winkeltje hebben overvallen zijn gisteren in die straat opgepakt. Hoeveel aanwijzende voornaamwoorden zitten er in de zin?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

De jongen die daar zit, heeft net zulke schoenen als Peter.
wat voor soort vnw is 'daar'

1. vragend voornaamwoord
2. aanwijzend voornaamwoord
3. onbepaald voornaamwoord
4. het goede antwoord zit er niet bij

Ik vind deze opdracht niet moeilijk.
welk voornaamwoord is deze?

1. vragend voornaamwoord
2. het goede antwoord zit er niet bij
3. onbepaald voornaamwoord
4. aanwijzend voornaamwoord

Niemand wil nog pannenkoeken.
Welk voornaamwoord is 'niemand'?

"Wie is die man met de hond?''
wat is het onbepaald voornaamwoord in deze zin?

1. wie
2. hond
3. die
4. er zit geen onbepaald voornaamwoord in deze zin