reading

Welcome back to class!
- Find a seat.
- Grab your workbook, notebook and pen. 
- Grab your reading book!
timer
1:00
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome back to class!
- Find a seat.
- Grab your workbook, notebook and pen. 
- Grab your reading book!
timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today's planning 11-12-2024
  • 10 min vocab
  • lessongoals 
  • Reading strategies
  • Reading assignment 

Lessongoal: At the end of class, you have practiced with your reading and are ready for your test week!


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reading 
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lessongoals reading

Aan het einde van de les kan ik 

- op A2-niveau lezen en de hoofdlijnen, details en betekenis van nieuwe woorden begrijpen.
- strategien toepassen, zoals skimmen, scannen, en context gebruiken om moeilijke woorden te begrijpen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reading strategies

Slide 5 - Tekstslide

Voor het lezen
Probeer eerst een beeld te vormen van de tekst. Wat voor een type tekst is het? Is het bijvoorbeeld een brief, artikel of advertentie?
Kijk vervolgens naar de titel van de tekst en bedenk wat jij al van het onderwerp weet. Bekijk eventuele plaatjes of tussenkopjes. Ook is het handig om de opdracht / vragen die bij te tekst horen van te voren vast goed te bekijken.
Strategies
Skimming: Quickly read the text to get the main idea.
Scanning: Look for specific information (names, numbers, etc.).
Highlighting: Highlight important parts of the text as you read.
Context Clues: Use the words around an unknown word to guess its meaning.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SKIMMEN
Voordat je een tekst gaat lezen en de vragen gaat beantwoorden moet je eerst de tekst bekijken. 

Je leest de titel en de tussenkopjes. Je bekijkt de plaatjes en de bron. Je leest de eerste zin van de eerste alinea en laatste zin van de laatste alinea. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SCANNEN
Je moet zoeken naar bepaalde informatie. Als je dat gevonden hebt, hoef je de rest van de tekst niet te lezen. 

Bij vragen naar bepaalde informatie ga je scannen. Als de vraag bijvoorbeeld is hoeveel iets kost, dan ga je op zoek naar bedragen. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel kost het per dag om te parkeren? 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel kost het per dag om te parkeren? 

Slide 10 - Tekstslide

wel goed letten op de juiste informatie. kan zijn dat er meerdere gegevens zijn gegeven dus make sure to get the rightone. bv hoeveel kosty t in het weekend is de vraag. en er zijn meerdere gegevens gegegven dan goed opzoek gaan naar dat. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WOORDBETEKENIS
  • Probeer de betekenis te raden door de hele zin goed te lezen 
  • Kijk of het woord lijkt op een Nederlands woord  
  • Kijk of je een deel van het woord wel kent 
  • Denk na of je het woord echt nodig hebt om antwoord op de vraag te geven
  • Zo ja, zoek het op in een woordenboek 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De strategie
  1. Kijk of je het woord herkent uit het Nederlands. (of andere talen)
Sketch - Schets, Train - Trein, pizza..

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De strategie
  1. Kijk of je het woord herkent uit het Nederlands. (of andere talen)
Sketch - Schets, Train - Trein, pizza..
2. Vergeet de rest van de zin niet, context is belangrijk!
“The cat climbed the fence to get into the garden.” → The word fence must mean something the cat can climb.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De strategie
  1. Kijk of je het woord herkent uit het Nederlands. (of andere talen)
Sketch - Schets, Train - Trein, pizza..
2. Vergeet de rest van de zin niet, context is belangrijk!
“The cat climbed the fence to get into the garden.” → The word fence must mean something the cat can climb.
3.Kijk of je een deel van het woord herkent.   Bookstore - raincoat

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De strategie
  1. Kijk of je het woord herkent uit het Nederlands. (of andere talen)
Sketch - Schets, Train - Trein, pizza..
2. Vergeet de rest van de zin niet, context is belangrijk!
“The cat climbed the fence to get into the garden.” → The word fence must mean something the cat can climb.
3.Kijk of je een deel van het woord herkent.   Bookstore - raincoat
4. If none of the steps work, take your best guess based on the text!
“The dog was very playful and kept running around the park.” Even if you don’t know playful, the sentence shows it means something active and fun.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Raad de betekenis van murky, met de strategie:

After the rain, the river was murky; in fact, the water was so dirty you couldn't see the bottom.
A
troebel
B
bodemloos
C
helder

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Raad de betekenis van eccentric, gebruik de strategie:

Our football team’s goal keeper does eccentric things; he never wears socks and he always kicks the ball exactly thirteen times as a warm-up.

A
normale
B
vreemde
C
rommelige

Slide 19 - Quizvraag

ekcentriek nederlands
Raad de betekenis van debris, met de strategie:

The debris on the stadium floor included old tickets, empty soda cans and cigarettes.

A
producten
B
papier
C
afval

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Raad de betekenis van frugal, gebruik de strategie:

The man and his wife agreed to be very frugal in their shopping because they wanted to save enough money to buy a house.

A
zuinig
B
verspillend
C
geïnteresseerd

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je een Engels woord niet kent, ga je het meteen opzoeken in het woordenboek.

A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Practice reading test
What? Read the text, use the strategies, answer the questions. 
How? Alone, silent.
Done? What reading strategies did you use? Write them down!
Time left?
- Expand Vocabulary: Choose 5-10 interesting words from the text. Translate them into Dutch and write a sentence in English using each word.
- Study vocab unit 5 & 6 


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lessongoals
What did you learn about reading today?
Which reading strategy was most helpful for you?
What do you want to improve next time?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies