H5.1 Klimaat en natuurlandschappen deel 3

H5.1 Klimaat en natuurlandschappen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H5.1 Klimaat en natuurlandschappen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen? 
  • Terugblikken vorige les 
  • H5.1: seizoenen 
  • Opdrachten maken 
  • Terugblikken & volgende les 

Slide 2 - Tekstslide

Welk begrip hoort hierbij?
Klimaat waarbij de temperatuur het hele jaar laag is, in de zomer niet hoger dan 10°C, en waarbij er vaak weinig neerslag valt, meestal als sneeuw. 

A= Koud klimaat 
B= Hooggebergte of sneeuwklimaat
C= Land klimaat 
D= Zeeklimaat 

Slide 3 - Tekstslide

Welk begrip hoort hierbij? 
Klimaat met droge, warme zomers en zachte, natte winters.

A= Gematigd klimaat 
B= Zeeklimaat 
C= Middellands Zeeklimaat 
D= Landklimaat 

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het goede antwoord?
Onder een gematigd klimaat horen .... bij 
Welke klimaten horen bij een gematigd klimaat? 

A = Steppeklimaat 
B= toendraklimaat, hooggebergte of sneeuw klimaat
C= zeeklimaat, middellands zeeklimaat en landklimaat 

Slide 5 - Tekstslide

Komt er plantengroei in een sneeuwklimaat voor?

Slide 6 - Tekstslide

Koud klimaat 
timer
0:30

Slide 7 - Tekstslide

Steppeklimaat 
timer
0:30

Slide 8 - Tekstslide

Toendra
timer
0:30

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen 
Aan het einde van de les: 
  • Kan je uitleggen hoe seizoenen ontstaan 
  • Kan je uitleggen hoe de breedteligging van een gebied invloed heeft op het klimaat en de seizoenen in dat gebied. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Seizoenen
Waarom zijn zomers en winters op het zuidelijk halfrond omgedraaid? 

  1. De aarde draait:
    - in 24 uur om haar as: de aardas
    - in een jaar een rondje om de zon 

Slide 12 - Tekstslide

Seizoenen
De aardas staat scheef, waardoor:
  • Ene helft jaar: noordelijk halfrond naar de zon toegekeerd. 
    = meer opwarming -> hier zomer 
  • Andere helft jaar: zuidelijk halfrond naar de zon toegekeerd. 
    = meer opwarming -> daar zomer 

  • Tropen: hele jaar even veel warmte door vrij loodrechte zonnestralen -> je merkt weinig van de seizoenen

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag 
Wat: maken opdracht 5
Wie: individueel of met directe buur 
Hoe: fluistertoon
Tijd: 10 minuten 
Vraag?: Vraag eerst aan je buur
Klaar?: Laat dit aan mij weten 
timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Terugblikken 
  • Kan je uitleggen hoe seizoenen ontstaan
  • Kan je uitleggen hoe de breedteligging van een gebied invloed heeft op het klimaat en de seizoenen in dat gebied. 

Huiswerk: opdracht 5.  

Slide 15 - Tekstslide