4.3 - De stroomkring

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Voortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Tekstslide

Je kunt deze vraag op je whiteboardje maken. 

In de afbeelding is een lampje aangesloten op een batterij. In de afbeelding zijn twee draadjes gebruikt.

Zet de letter A bij het draadje dat van de plus van de batterij naar het lampje gaat.
Zet een B bij het draadje dat van de min van de batterij naar het lampje gaat.
Zet een + bij de plus van de batterij.
Zet de letter E bij het lampje.

Slide 5 - Tekstslide

A
B
E
+

Slide 6 - Tekstslide

Teken in de afbeelding de richting van de stroom.
Doe dat met pijlen in de draad. 

Begin bij de plus van de batterij en stop bij de min.

Slide 7 - Tekstslide

B
A  
E
+
>
>
>
>
>
>
>
>
>
>
>
>
-

Slide 8 - Tekstslide

Kijk naar de afbeelding
De schakelaar in de afbeelding is open of dicht?


Slide 9 - Tekstslide

De schakelaar in de afbeelding is
A
open
B
dicht

Slide 10 - Quizvraag

Onthouden
Elektrische stroom gaat lopen als je de plus (+) en de min (−) van een spannings-bron verbindt.
Een stroomkring is een verbinding van de plus (+) naar de min (−) van een spannings-bron.
Een lampje brandt alleen in een gesloten stroomkring.
In een onderbroken stroomkring kan de stroom niet rond.
Met een schakelaar kun je de stroomkring onderbreken of sluiten.
Een schakel-schema is een eenvoudige tekening van een stroomkring.
In een schakel-schema teken je de onderdelen met symbolen.
Een symbool is een eenvoudig teken voor iets uit de werkelijkheid.

Slide 11 - Tekstslide