Polymeren tweede lessonup

POLYMEREN
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

POLYMEREN

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

estergroep

Slide 6 - Tekstslide

Ontstaan van een ester

Slide 7 - Tekstslide

Condensatiereactie

Slide 8 - Tekstslide

een ester (let op niet polyester)
kan ontstaan uit een alcohol en een carbonzuur. 
Je ziet dat de reactie omkeerbaar is. 

Slide 9 - Tekstslide

Hoe teken je een condensatie-polymeer?
  1. schrijf de structuurformule van het monomeer op
  2. zorg dat de karakteristieke groepen
     (-OH & -COOH of -NH2 & -COOH)
     aan de linker-en rechterkant van het molecuul staan
  3. laat per binding een molecuul H2O vertrekken
  4.  teken een stuk van het polymeer door drie repeterende eenheden aan elkaar te koppelen

Slide 10 - Tekstslide

polycondensaties
Teken driemaal hezelfde hydroxycarbonzuur. Waarbij de OH-groep links en de carbonzuurgroep rechts staan.

Slide 11 - Tekstslide

polycondensaties
Omcirkel de H van de OH-groep met de OH van de carbonzuurgroep. Hieruit ontstaat water en de polyester.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Oefenen

Slide 16 - Tekstslide

Stappen

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Tekstslide

Amide

Slide 20 - Tekstslide

Op weg naar poly-amide
Teken driemaal hetzelfde aminozuur. Waarbij links een aminogroep en rechts de carboonzuurgroep getekend is

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Oefenen
Polyamide

Slide 24 - Tekstslide

Stappen
Herschrijf zodat de aminogroep links en de carbonzuur rechts komen te staan. Teken drie moleculen en vandaar uit maak je de volgende stap

Slide 25 - Tekstslide

antwoord

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

Slide 30 - Tekstslide

Hoe wordt de binding tussen aminozuren genoemd?
A
peptidebinding
B
esterbinding
C
aminozuurbinding
D
condensatiebinding

Slide 31 - Quizvraag

Welke eigenschap moet een koolwaterstof hebben voor een additie reactie?
A
Een alcoholgroep (-OH)
B
Een zuurgroep (-COOH)
C
Hij moet onverzadigd zijn
D
Hij moet verzadigd zijn

Slide 32 - Quizvraag

Welke 2 karakteristieke groepen kunnen met elkaar reageren tot een ester-binding?
A
Een alcohol groep (-OH) en een zuurgroep (-COOH)
B
Een aminogroep (-NH2) en een zuurgroep (-COOH)
C
2 alcohol groepen (-OH)
D
Alle drie de mogelijkheden

Slide 33 - Quizvraag

Welke reactie is een condensatiereactie?
A
De vorming van een ester uit een alcohol en een zuur
B
De vorming van een dipeptide uit 2 aminozuren
C
De vorming van een disacharide uit 2 monosachariden
D
Alle 3 de reacties

Slide 34 - Quizvraag

  • De volgende vragen komen uit oude eindexamens.
  • Maak de vraag in je schrift en kijk na volgens het officiële correctiemodel (dan weet je waar je op moet letten om alle punten te scoren)
  • Het antwoord staat steeds de dia na de opgave.

    Succes!

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide