Epilepsie

Epilepsie
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
verpleegkunde ghzMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

Onderdelen in deze les

Epilepsie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we vandaag doen?
  • Weekdoel: Wat is epilepsie en wat de relatie met de Gehandicaptenzorg.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Epilepsie?
  • Epilepsie is een aandoening die zich uit in de vorm van aanvallen. 
  • Aanvallen ontstaan door een plotselinge, tijdelijke verstoring van de elektrische prikkeloverdracht in de hersenen. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Epilepsie
  • Epilepsie is een verzamelnaam voor aandoeningen waarbij aanvallen optreden van veranderingen in de elektrische activiteit in de hersenen. 
  • Door het afgeven van elektrische impulsen communiceren hersencellen met elkaar. Bij een epilepsieaanval worden sommige hersencellen overactief en gaan in het wilde weg elektrische signalen afgeven. 
  • Het is te vergelijken met onweer in de hersenen: abnormale ontladingen van elektriciteit verstoren het normale functioneren (het Oudgriekse epileptein betekent ‘overvallen’).
  • De aanval, ook insult genoemd, duurt meestal maar kort. De verschijnselen hangen samen met de ernst en de plaats van de ‘kortsluiting’ in de hersenen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wie is bekend met epilepsie of kent iemand met epilepsie?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

GHZ en Epilepsie 
In Nederland heeft ongeveer 1 op de 150 mensen een vorm van epilepsie. Dat is minder dan 1% van de bevolking. Bij mensen met een verstandelijke beperking is dat percentage veel hoger, namelijk 30%. Dat betekent dat gemiddeld ongeveer 1 op de 3 mensen met een verstandelijke beperking ook epilepsie heeft. 
hoe ernstiger de beperking hoe meer kans op epilepsie
epilepsie kan leiden tot afname geestelijke vermogens

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ander woord voor epileptische 'aanval'...

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken van epilepsie
  • Littekens door bijv. zuurstoftekort
  • Na een CVA
  • Aandoeningen waarbij hersenletsel optreedt
  • hersentumor
  • ontsteking van de hersenen
  • Trauma (ongeluk)
  • Vaak een onbekende oorzaak....

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

GHZ en Epilepsie 
  1. Een verstandelijke beperking wordt vaak veroorzaakt door een stoornis in de hersenen. Deze hersenstoornis vergroot de kans op epilepsie. Daardoor komt epilepsie meer voor bij mensen met een verstandelijke beperking. 
  2. Hoe ernstiger de verstandelijke beperking, hoe vaker epilepsie voorkomt. Toch hebben niet alle mensen met een verstandelijke beperking epileptische aanvallen. Blijkbaar veroorzaken niet alle hersenstoornissen epilepsie. 
  3. Sommige kinderen krijgen in hun eerste jaar ernstige epileptische aanvallen. De ontwikkeling kan dan achteruitgaan. In dat geval kunnen de epileptische aanvallen de oorzaak zijn van de verstandelijke beperking. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zien insulten eruit?
Epileptische aanvallen kunnen er heel verschillend uitzien. 

  • De één is bewusteloos, valt en gaat schokken met armen en benen.
  •  De ander voelt vreemde tintelingen of hoort vreemde geluiden. 
  • Het bewustzijn kan verlaagd zijn. 
  • Of iemand staart een korte periode voor zich uit en reageert niet op aanspreken.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitingsvormen
  • Partiële Epilepsie: Epilepsie vanuit een haard (focus)
  • Gegeneraliseerde epilepsie: Epilepsie vanuit de hele hersenen. 
  • Partiële epilepsie kan overgaan in Gegeneraliseerde Epilepsie

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De verschijnselen bij een aanval hangen af van welke netwerken meedoen en kunnen per type aanval verschillen.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Epilepsie ontstaat vaak door een combinatie van erfelijke factoren en omgevingsfactoren, zoals hersenletsel na een ongeval of aandoening.

A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Complex Partieel epilepsie
  • Bij dit type aanval is een klein deel van de hersenen betrokken en is iemands bewustzijn verlaagd.
  • De persoon kan verward zijn, kan een ander soms wel horen maar begrijpt niet volledig wat er gezegd wordt of is niet in staat om te antwoorden.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Tonisch-clonisch aanval
De tonisch-clonische aanval is de meest bekende aanval, maar niet de meest voorkomende. Deze aanval wordt ook wel toeval, insult of grote aanval genoemd. Vroeger sprak men ook wel over 'grand mal'. Tonisch-clonisch betekent verkrampt en schokkend. De naam geeft aan wat tijdens een aanval gebeurt

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Status Epilepticus
  • Normaal gesproken houden epileptische aanvallen vanzelf op na seconden tot enkele minuten. Als dit niet het geval is, spreken we van aanvalsontregeling. Wanneer een aanval langer dan 5 minuten duurt, is er sprake van een status epilepticus
  • Een status epilepticus kan bij alle vormen van epilepsie optreden, maar komt bij sommige vormen vaker voor dan bij andere. Om een status te beëindigen, is medisch ingrijpen vaak noodzakelijk

Slide 28 - Tekstslide

Een gewone aanval duurt doorgaans maximaal 4 minuten en gaat vanzelf over. Duurt de aanval langer dan 5 minuten, dan noemt men dit een langdurige epileptische aanval. Een status epilepticus is een aanval die langer dan 10 minuten aanhoudt. Het herstel na een gewone epileptische aanval is meestal volledig.
Schade door Status Epilepticus
Een status epilepticus is gevaarlijk en kan blijvende schade veroorzaken. 

Een convulsieve status epilepticus (ontstaan uit tonisch-clonische aanvallen) is gevaarlijker dan een non-convulsieve status (ontstaan uit partiële aanvallen). Dat komt omdat bij de convulsieve status de vitale functies (ademhaling, hartritme, bloeddruk, temperatuur) in gevaar kunnen komen. Lees meer over soorten epileptische aanvallen.   

Slide 29 - Tekstslide

Vormen van status epilepticus
Convulsieve status: dan zijn er continu spiertrekkingen of krampen, zoals bij een tonisch-clonische aanval. De ademhaling wordt daardoor onderbroken, wat levensbedreigend is. Non-convulsieve status: dan zijn er geen trekkingen of krampen. Iemand kan bij deze status blijven ademhalen
Medicatie bij Status Epilepticus
Coupeermedicatie kan een status epilepticus stoppen. En zo ernstige ontregelingen en ziekenhuisopnames voorkomen. Meestal gebruiken we benzodiazepinen (stoffen afgeleid van diazepam). Deze medicijnen werken niet snel genoeg als ze geslikt worden. Daarom is een rectiole of neusspray beter. Via de slijmvliezen (neus, mond en rectum) komen de medicijnen snel in het bloed.  

Slide 30 - Tekstslide

couperen= stoppen/ afhakken

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kan iemand een insult voelen aankomen? Ja of nee?

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Soms lijkt iets op epilepsie, maar is het iets anders.
 




Hyperventilatie: door de snelle ademhaling krijg je soms tintelingen in de vingers of een stijf gevoel in de tong, handen en borstkas. Ook kunnen krampen in je lichaam ontstaan, wat lijkt op een epileptische aanval.
Hypoglykemie: bij een laag bloedsuikergehalte kunnen allerlei gedragsveranderingen ontstaan die lijken op een focale aanval met verminderd bewustzijn. Heel soms zijn het aanvallen die lijken op tonisch-clonische aanvallen. Lees meer over hypoglykemie bij de Diabetes Vereniging Nederland.
Migraine: bij hoofdpijnaanvallen zie je soms flikkeringen aan één kant. Dat kan lijken op een focale aanval. Bij migraine ontstaan de klachten meestal geleidelijker.
Narcolepsie: is een slaapstoornis. Iemand valt dan plotseling overdag in slaap en kan vallen. Maar meestal kun je iemand wel weer wakker maken. Lees meer over Narcolepsie.
Spierschokken: plotselinge schokkerige bewegingen zie je wel vaker bij het inslapen. Bij kinderen soms ook overdag. Maar meestal reageert een kind verder normaal.
Schrikziekte: bij sommige mensen veroorzaken prikkels een heftige schrikreactie, maar meestal blijft iemand dan bij bewustzijn.
TIA: is een lichte beroerte, waarbij uitvalsverschijnselen kunnen lijken op een epileptische aanval.






Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Breath holding spells: een kind houdt de adem in, het verstijft, wordt bleek of soms blauw, en blijft vervolgens slap en  bewegingsloos liggen.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Flauwvallen: je valt en raakt even buiten bewustzijn

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hypoglykemie: bij een laag bloedsuikergehalte kunnen allerlei gedragsveranderingen ontstaan die lijken op een aanval met verminderd bewustzijn.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hartritmestoornissen: kunnen verschijnselen geven die lijken  op epileptische aanvallen. De arts laat meestal een hartfilmpje  (ECG: Elektrocardiogram) maken van het hart.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TIA: is een lichte beroerte, waarbij uitvalsverschijnselen kunnen lijken op een epileptische aanval.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk...... + Huiswerk
  1. Lezen ('Gehandicaptenzorg') Thema 7 - hoofdstuk 19 Epilepsie
  2. Maken digitale opdrachten 7.19 Epilepsie (alle vragen!)

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rondvraag
Vragen
en/of
 mededelingen?

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies