Signaleringsplan en risicoanalyse BBL MZ module 2

Crisissituaties + signaleringsplan
Module 2: Lesweek 3 + 4
1 / 58
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 58 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Crisissituaties + signaleringsplan
Module 2: Lesweek 3 + 4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw van de les (week 3 en 4)
  1. Wet- en regelgeving (vervolg week 2 WZD en WzGGZ)
  2. Observeren en signaleren (zie PowerPoint  van de les)
  3. Terugblik: Crisissituaties
  4. Draagkracht en draaglast
  5. Kennismaking signaleringsplan
  6. Opbouw van een signaleringsplan
  7. Preventie en interventies
  8. Analyseren meegebrachte signaleringsplannen
  9. Stappen van een risicoanalyse
  10. Aan de slag met formatieve opdracht: meetmoment conflict en risicoanalyse

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check-in

Slide 3 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat herkennen jullie in je werk over de wet Zorg en Dwang van vorige week?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz)

De Wvggz kent twee procedures om te komen
 tot verplichte zorg:

  1. een zorgmachtiging via de rechter
  2. een crisismaatregel via de burgemeester

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De zorgmachtiging via de rechter


De zorgmachtiging is een machtiging van de rechter 
waarmee verplichte zorg toegepast kan worden bij 
iemand met een psychische stoornis die ernstig nadeel 
tot gevolg heeft.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Crisismaatregel via de burgemeester
  • Een crisismaatregel is een beslissing van de burgemeester. Regelen van verplichte zorg  in een crisissituatie waarin snel ingegrepen moet worden vanwege onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. 
  • De burgemeester baseert zich op een medische verklaring van een psychiater. 
  • Een crisismaatregel is maximaal drie dagen geldig. Daarna beslist de officier van justitie over de voortzetting van de crisismaatregel.


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind jij ernstig risico voorbeeld bij cliënten om de WvGGZ toe te passen?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

WvGGZ omschrijft ernstig nadeel als 
‘het bestaan van of het ernstig risico op’:
  • levensgevaar voor de cliënt of iemand anders;
  • ernstig lichamelijk letsel voor de cliënt of iemand anders;
  • ernstige psychische, materiële, immateriële of financiële schade voor de cliënt of iemand anders;
  • ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang van de cliënt of iemand anders;
  • ernstig verstoorde ontwikkeling van de cliënt of iemand anders;
  • bedreiging van de veiligheid van de cliënt al dan niet doordat hij onder invloed van een ander
    raakt
  • de situatie dat de cliënt met hinderlijk bedrag agressie van anderen oproept;
  • de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terbeschikkingstelling (tbs)
 
Het is een behandelmaatregel die de rechter oplegt aan mensen die een zwaar misdrijf hebben gepleegd en die lijden aan een persoonlijkheidsstoornis en/of een ernstige psychiatrische stoornis

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Op de volgende dia staan 9 voorbeelden van maatregelen die cliënten kunnen krijgen.

Kies een cijfer voor jouw ergst denkbare maatregel voor jezelf en een cijfer voor het voorbeeld dat je wel zou kunnen accepteren.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Energizer
Energizer!

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik les 2: Wat versta jij onder crisissituaties? Noem een voorbeeld

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Crisissituaties 
Letterlijke betekenis: kritieke situatie; keerpunt;

Een crisissituatie is een noodsituatie waarbij het functioneren van een stelsel ernstig verstoord raakt;
Beslissend keerpunt; periode van ernstige stoornis waarbij het functioneren van een stelsel (van welke aard dan ook) ernstig verstoord raakt.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijke crisis

Organisatiecrisis
Is een plotselinge onverwachte noodsituatie die gevaar oplevert voor medewerkers, cliënten en/of de organisatie.

Is een ernstige plotselinge verstoring van het dagelijkse leven va een cliënt als gevolg van een emotioneel ingrijpende gebeurtenis.

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden van het ontstaan van een crisis 
  • Gedragsproblemen door een client;
  • Somatische klachten (lichamelijke klachten);
  • Grensoverschrijdend gedrag (niet alleen door cliënten, maar ook door collega’s);
  • Calamiteiten; denk aan brand, een ongeluk, wegloper.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omgaan met crisissituaties
Als je als beroepskracht MZ aan de slag gaat, is je werk niet altijd voorspelbaar.
 
In crisissituaties is het belangrijk op de juiste manier te handelen.
De veiligheid van de cliënt, de groep, jezelf én collega’s moet voorop staan.
Je moet zó handelen dat je verdere escalatie (verergering) voorkomt.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het signaleringsplan
Komt van oorsprong uit de psychiatrie, om psychoses vroegtijdig te zien aankomen en evt. te kunnen voorkomen

Waarom?
  • Medewerker: Iedereen gebruikt dezelfde woorden voor hetzelfde gedrag, zonder eigen invulling
  • Medewerker: Helpt om terug te kijken naar het eigen handelen
  • Medewerker en cliënt: Hulpmiddel om in gesprek te komen
  • Cliënt: Inzicht krijgen in eigen gedrag

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van crisis tot trauma
Een psychotrauma is de heftige psychische en lichamelijke reactie na een ingrijpende gebeurtenis;
Een ingrijpende gebeurtenis veroorzaakt niet bij iedereen een trauma
Kenmerken:
Veelvuldig herbeleven;
Vermijdingsacties;
Verhoogde waakzaamheid.


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken van trauma
Het persoonlijk evenwicht tussen draagkracht en draaglast;
De eigen persoonlijkheid;
De mogelijkheid tot sociale steun;
Eventueel aanwezige ziekten en stoornissen;
Het gebruik van drugs, geneesmiddelen, alcohol;
Het persoonlijke levensgeschiedenis/eerdere trauma’s

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is draaglast en draagkracht?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Draagkracht

Draagkracht wordt bepaald door iemands mogelijkheden om stress te voorkomen en om te gaan met veranderingen en in het leven. 

Draagkracht is sterk afhankelijk door je persoonlijkheid. 
Evenwicht tussen draaglast en draagkracht zorgt voor goed functioneren.

Draaglast

In je leven krijg je te maken met veranderingen, klein en groot:
Ziekhuisopname, ziek worden, gehandicapt raken, een nieuwe school, een verhuizing.

Dit zijn allemaal spanningsbronnen, net zo goed als meer vaststaande ‘belastende”
zaken: 
Denk daarbij ook aan geldzorgen, persoonlijke problemen, studie,- werklast, slechte relatie etc.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als de draaglast groter is dan de draagkracht, ontstaat er stress en moeten mensen meer moeite doen om zich staande te houden.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Signaleringsplan 
In een signaleringsplan maak je kort gezegd dus een koppeling tussen:
- Wat zie je aan concreet gedrag;
- Wat is de betekenis van dit gedrag;
- Wat doe je vervolgens.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie werken er met signaleringsplannen op het werk?
Ja, ik!
Ja, maar zelf nog niks mee gedaan
Geen idee?
Nee, wij niet.

Slide 27 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je voor inzicht of herkenning gehaald uit het huiswerk: Lezen van document over signaleringsplannen?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar is het voor
Signaleren: constateren van bepaald gedrag

Signaleringsplan : een hulpmiddel om dreigende terugval te voorkomen. 

Zo ook een crisissituatie herkennen en voorkomen.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil objectief en subjectief observeren --> overleg met je buurman/vrouw

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Objectief observeren

  • Al het gedrag wat we kunnen waarnemen

"Cliënt gaat bij de andere cliënten aan tafel zitten"
"Cliënt moet huilen, wordt emotioneel"

Subjectief observeren

  • Is vaak vaag
  • Niet waar te nemen

"Cliënt bemoeit zich met anderen"
"Cliënt is verdrietig"

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spanning opbouw
  • Door: karakter, leeftijd, lichamelijke gesteldheid;
  • Omgeving: saai, interessant, heftigheid in prikkels, veiligheid;
  • Verder: epilepsie, niet kunnen uitdrukken, onvoldoende nachtrust, veel wisseling in begeleiding.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diverse signaleringsplannen 
1: stoplicht model
2: fase model
3: Waaiermodel (visualiseren van de prikkelbalans)
4: terugvalpreventieplan 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud signaleringsplan 
Fase 0 (groen) : de situatie is normaal/ stabiel (evenwicht)
Fase 1 (oranje): het voorteken is licht tot matig aanwezig (dreigende crisis)
Fase 2 (rood): het voorteken is in ernstige mate aanwezig (decompensatie)

Onderscheidt tussen:
- gedrag (wat laat cliënt zien)
_ interventie (wat doet de begeleider) 

Slide 36 - Tekstslide

Belangrijk dat je gaat observeren

Fase model
Begin bij fase 0--> in deze fase kan de cliënt optimaal beleven, leren en meedoen. 

Invullen model:
door te observeren, van gezicht, uitdrukkingen, lichaamshouding, communicatie, interactie. 

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld van een signaleringsplan

Slide 40 - Tekstslide

FASE 1: CODE / OMSCHRIJVING Groen
WAT MERK IK ZELF? - ik voel me goed - ik ben vrolijk - ik heb muziek in mijn hoofd
WAT MERKEN DE MENSEN OM MIJ HEEN? - ik fluit of neurie
WAT DOE IK ZELF? - ik besef me dat het goed met me gaat
WAT KUNNEN ANDEREN DOEN? - benoem wat je ziet en label dit positief - spreek
waardering uit
FASE 3: CODE / OMSCHRIJVING Oranje
WAT MERK IK ZELF? - ik ben prikkelbaar en snel op mijn teentjes getrapt - ik kan slecht
tegen drukte om mij heen - ik heb muziek in mijn hoofd
WAT MERKEN DE MENSEN OM MIJ HEEN? - stemming is neerslachtig - ik wil mijn
medicatie niet innemen
WAT DOE IK ZELF? - situaties vermijden waarin de muziek hard staat
WAT KUNNEN ANDEREN DOEN? - Gesprek aangaan, bezorgdheid benoemen
FASE 4: CODE / OMSCHRIJVING Rood
WAT MERK IK ZELF? - ik ben achterdochtig en hoor stemmen - ik slaap slecht
WAT MERKEN DE MENSEN OM MIJ HEEN? - ik spreek luid en ben verbaal agressief - ik
trek me vaak terug op mijn kamer
WAT DOE IK ZELF? - rust opzoeken
WAT KUNNEN ANDEREN DOEN? - Zorgen dat ik weinig contact heb met anderen -
controleer mijn medicatieinname en geef me eventueel slaapmedicatie
CONTACTPERSOON > Pleegmoeder > Zus
ZORGVERLENER > Casemanager > Regieverpleegkundige 
Waaiermodel
Inzetbaar bij jeugdzorg of binnen justitie een residentiële behandeling.

Slide 41 - Tekstslide

https://waaiermodel.nl/wat-is-het-waaiermodel/
Terugvalpreventieplan

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappen bij de-escalerend werken​

  1. Maak contact
  2. Grenzen stellen
  3. Consequenties aangeven.​​
  4. Zoek opnieuw toenadering met zorgvrager of beëindig het gesprek





Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke interventies zetten jullie in op het werk als iets lijkt te escaleren?

Slide 44 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag met eigen voorbeelden
Maak groepjes, waarbij ieder groepje 2 voorbeelden mee heeft een signaleringsplan van het eigen werk.

1. Bekijk met elkaar de plannen; wat voor soort plan is dit? 
(stoplicht, smiley's, fases, waaier, etc)
2. Wat vinden jullie werken van beide plannen en wat werkt minder goed?
3. Wat voor soort plan zou goed werken bij jouw eigen cliënten?
                      Na 20 minuten bespreken we klassikaal na


Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Energizer
Energizer!

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 55 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 56 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werken aan de opdracht
Meetmoment conflicthantering en risicoanalyse
  • De student beschrijft een casus uit de praktijk, waarin een conflict  centraal staat, waar de student zelf bij betrokken is (indien er geen conflict met een cliënt is, kan er gekozen worden voor een ander conflict op de werkvloer)
  • De student beschrijft welke conflicthanteringsstijlen er zichtbaar waren in de casus OF
  • Welke lijn en rollen van de Roos van Leary er aan gekoppeld kunnen worden
  • De student beschrijft welke acties hij/zij ondernomen heeft om het conflict te doorbreken
  • De student kan de situatie omzetten in een risicoanalyse.
  • De student beschrijft welke wet- en regelgeving belangrijk is bij conflicten op de werkvloer


Deze opdracht lever je in op It's learning voor jezelf; is geen officiële beoordeling, maar een goede oefenopdracht ter voorbereiding van je examen

Slide 57 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check-out

Slide 58 - Poll

Deze slide heeft geen instructies