30. März / Kapitel 6 Freizeit/ Grammatik

Startaufgabe
Nimm einen Kulli und dein Heft und mache die Aufgabe rechts.
Du darfst keine Fragen stellen.
Noteer de vervoegingen van het werkwoord 'machen' en 'reden':
ich ................
du.................
er/sie/es/man/wer .....................
wir .........................
ihr .....................
sie/Sie ..................
timer
5:00
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Startaufgabe
Nimm einen Kulli und dein Heft und mache die Aufgabe rechts.
Du darfst keine Fragen stellen.
Noteer de vervoegingen van het werkwoord 'machen' en 'reden':
ich ................
du.................
er/sie/es/man/wer .....................
wir .........................
ihr .....................
sie/Sie ..................
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Machen. Kijk na!


ich mache
du machst
er/sie/es/man/wer macht
wir machen
ihr macht
sie/Sie machen
Reden. Kijk na!


ich rede
du redest
er/sie/es/man/wer redet
wir reden
ihr redet
sie/Sie reden

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de regel bij werkwoorden waarbij de stam eindigt op -d of -t?

Slide 3 - Tekstslide

Bij 
du
er/sie/es/man/wer
ihr
komt een extra e na de stam

Slide 4 - Tekstslide

Noteer nu m.b.v. de vorige opdracht de vervoeging van:

Öffnen
ich .................
du ................
er/sie/es/man/wer ...........
wir .............
ihr ..............
sie/sie ...............

Slide 5 - Tekstslide

Öffnen 

ich öffne
du öffnest
er/sie/es/man/wer öffnet
wir öffnen
ihr öffnet
sie/Sie öffnen
antworten/reden 

ich antworte/rede
du antwortest/redest
er antwortet/redet
wir antworten/reden
ihr antwortet/redet
sie/Sie antworten/reden

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de regel bij werkwoorden waarbij de stam eindigt op een medeklinker + -m of -n?

Slide 7 - Tekstslide

Bij
du
er/sie/es/man/wer
ihr
komt een extra e na de stam

Slide 8 - Tekstslide

Aan het einde van de les
- weet je hoe werkwoorden waarvan de stam eindigt op een medeklinker met -m of -n vervoegd worden
- kun je een stukje tekst vloeiend voorlezen

Slide 9 - Tekstslide

Text vorlesen
Wie? zu zweit
Was? Zoek de uitspraakregels op (It's, bronnen) en pak leestekst C van K 6.
Lees de 'Auswertung' (uitwerking), kies één van de drie stukjes die je gaat lezen, pak de uitspraakregels erbij en ga de tekst oefenen om vloeiend te lezen.
Lees elkaar om de beurt een regel voor en corrigeer elkaar.
Ergebnis: je kunt de tekst zonder haperen en met de juiste uitspraak voor de klas voorlezen


timer
6:00

Slide 10 - Tekstslide

Aufgabe
Was? Mache die Aufgaben 8 und 9 zu Teil C Lesen
Wie? Individuell
Fertig? Ga slim stampen N-D en D-N
Die Hausaufgaben:
Gelernt von Kapitel 6:
Lernübersicht N-D
Lernübersicht D-N Teil A und C

Slide 11 - Tekstslide

Was hast du heute gelernt?

Slide 12 - Tekstslide