Wiederholung Kapitel 1 en 2 Havo2

Wiederholung Kapitel 1 en 2 Havo2
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Wiederholung Kapitel 1 en 2 Havo2

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Grammatica C (Pagina 60) 
De teelwoorden tot en met 1000

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Er ist der Sieger. Er ist 1. geworden
A
einste
B
erste
C
eins
D
ein

Slide 10 - Quizvraag

Am 22. November gehe ich ins Kino.
A
zweiundzwanzigsten
B
zweiundzwanzig
C
zweiundzwei
D
zweiundzwanzige

Slide 11 - Quizvraag

Mein Bruder ist heute 3. geworden.
A
dritte
B
dreite
C
drei
D
dreiste

Slide 12 - Quizvraag

Wortschatz / Woordenschat
auch, immer, Nachname, Vorname, üben, ganz, zum Beispiel, leider, verschieden, Bundesland, oft, ohne, weil, kochen, zusammen, etwas, wieder,

Slide 13 - Tekstslide

Ich habe eine Schwester.
Hast du ................ eine Schwester?
A
auch
B
oft
C
ohne
D
immer

Slide 14 - Quizvraag

Mein Vorname ist Marko.
Mein .............................. ist Schmidt.
A
Name
B
Nachname
C
Bruder
D
Oma

Slide 15 - Quizvraag

Deutschland hat 16 Bundesländer.
Bayern ist ein ................................
A
Land
B
Stadt
C
Bundesland
D
Beispiel

Slide 16 - Quizvraag

Du nennst mich ............."meine Kleine"

A
immer
B
gestern
C
etwas
D
zusammen

Slide 17 - Quizvraag

Wir haben morgen eine Pruefung.
Wir ..................die ganze Stunde.
A
kochen
B
leider
C
machen
D
üben

Slide 18 - Quizvraag

Ich bin ................verliebt in dich.
A
gerne
B
am Montag
C
ganz
D
gestern

Slide 19 - Quizvraag

Deutsch klingt manchmal wie Niederländisch.
"Warum" ist .........................."waarom"

A
immer
B
oft
C
ohne
D
zum Beispiel

Slide 20 - Quizvraag

Ich kann ..................nicht kommen.
Ich bin krank.
A
immer
B
leider
C
oft
D
gerne

Slide 21 - Quizvraag

Wir sind gute Freunde,
aber wir sind ganz .........................
A
klein
B
zusammen
C
verschieden
D
langsam

Slide 22 - Quizvraag

Ich bin ................. (vaak) sehr müde.
Ich muss zum Arzt.
A
oft
B
immer
C
machmal
D
jeden Tag

Slide 23 - Quizvraag

Wir sind sehr hungrig.
Wir ...................etwas ................. (samen)
A
kochen, zusammen
B
kochen, oft
C
üben, lernen
D
kochen, ohne

Slide 24 - Quizvraag

Ich koche, .................ich Hunger habe.
A
gerne
B
zum Beispiel
C
weil
D
etwas

Slide 25 - Quizvraag

Du bist .....................(alweer) zu spät
A
immer
B
wieder
C
etwas
D
ganz

Slide 26 - Quizvraag

Hast du .............(iets) für mich?

A
etwas
B
Beispiel
C
gerne
D
wieder

Slide 27 - Quizvraag

...................(zonder) dich gehe ich nicht ins Kino.
A
mit
B
immer
C
leider
D
ohne

Slide 28 - Quizvraag

welke seizoenen
kun je in het Duits zeggen

Slide 29 - Woordweb

Slide 30 - Video

Welke maanden hebben we in de winter.
Schrijf deze in het Duits
Alle maandnamen zijn mannelijk in de Duitse taal en worden gebruikt met het lidwoord "der".

Slide 31 - Open vraag

Welke maanden hebben we in de lente.
Schrijf deze in het Duits
Vergeet niet dat elke maand met een hoofdletter begint en mannelijke artikelen heeft

Slide 32 - Open vraag

Welke maanden hebben we in de zomer.
Schrijf deze in het Duits
Vergeet niet dat elke maand met een hoofdletter begint en mannelijke artikelen heeft

Slide 33 - Open vraag

Welke maanden hebben we in de herfst.
Schrijf deze in het Duits
Vergeet niet dat elke maand met een hoofdletter begint en mannelijke artikelen heeft

Slide 34 - Open vraag

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

welche Familienmitglieder kennst du?

Slide 37 - Open vraag

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Hausaufgabe / Huiswerk
1. Maak je eigen stamboom (tot grootouders)
2.  Kapitel 2, Lektion 1, Opdracht 13, 

Slide 40 - Tekstslide