2.4 Nederland tijdens WO I

Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Zie leerdoelenkaart

Slide 2 - Tekstslide

Welk jaartal hoort bij het begrip Von Schlieffenplan
A
1914
B
1917
C
1923
D
1924

Slide 3 - Quizvraag

Wie kwamen na de Russische Revolutie van 1917 in Rusland aan de macht?
A
kapitalisten
B
communisten
C
fascisten
D
nationaalsocialisten

Slide 4 - Quizvraag

Amerika doet mee met de Eerste Wereldoorlog in het jaar:
A
1912
B
1914
C
1917
D
1918

Slide 5 - Quizvraag

Welk verdrag moest Duitsland na de Eerste Wereldoorlog tekenen?
A
Verdrag van München
B
Verdrag van Parijs
C
Verdrag van Versailles
D
Verdrag van Münster

Slide 6 - Quizvraag

Vooraf controleren van het nieuws/pers door de overheid:
A
Communisme
B
Indoctrinatie
C
propaganda
D
censuur

Slide 7 - Quizvraag

Lees eerst LD 1

Slide 8 - Tekstslide


Mobilisatie
1914




Hoewel Nederland neutraal was, mobiliseerde het leger toch: 
ook België had zich immers neutraal verklaard, 
maar was toch aangevallen!

Slide 9 - Tekstslide

Nu kan je LD 1 bereiken! Lees vervolgens LD 2 en 3

Slide 10 - Tekstslide

Op de vlucht

Slide 11 - Tekstslide

Belgische vluchtelingen

  • Nederland nam rond de 1 miljoen vluchtelingen uit België op.

  • Deze Belgen waren op de vlucht voor de oorlog.

  • Belgische soldaten werden, net als soldaten uit andere landen, ontwapend en gevangen gezet

Slide 12 - Tekstslide

Dodendraad
  • De Dodendraad was door de Duitsers aangelegd tussen België en Nederland

  • Ze wilden voorkomen dat geallieerde soldaten, Duitse deserteurs, spionnen of oorlogsvrijwilligers van of naar België konden reizen

  • Op de draad stond 2000 volt

Slide 13 - Tekstslide

Contact met de Dodenraad, waarop 2000 volt stond, betekende dood door elektrocutie...
...daarom bedachten smokkelaars allerlei manieren om de draden niet aan te raken.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Tekstslide

gedeserteerde soldaten
Belgische vluchtelingen

Slide 17 - Tekstslide

Nu kan je LD 2 en 3 bereiken! Lees vervolgens LD 4

Slide 18 - Tekstslide

Tekorten
  • Onbeperkte duikbootoorlog van Duitse leger maakt handel drijven van Nederland steeds moeilijker
  • Om de producten eerlijk te verdelen werden er distributiebonnen verdeeld.
  • Ondanks de rantsoenering, was er dikwijls te weinig voedsel.

Slide 19 - Tekstslide

Nu kan je LD 4 bereiken! 

Slide 20 - Tekstslide

Wat betekent het begrip mobilisatie?
A
Het leger gaat meevechten
B
Het leger kan zich snel bewegen
C
Het leger communiceert veel met elkaar
D
Het leger staat paraat, maar vecht niet mee.

Slide 21 - Quizvraag

Wie legde het dodendraad aan?
A
Belgen
B
Duitsers
C
Engelsen
D
Nederlanders

Slide 22 - Quizvraag

Wat is het distributiesysteem?
A
Bonnetjes sparen
B
Manier van oorlogvoeren
C
Eerlijke verdeling voedsel door bonnen
D
Duitsers die torpedo's schieten op iedereen

Slide 23 - Quizvraag

Hoeveel Belgische vluchtelingen kwamen er naar Nederland?
A
10.000
B
100.000
C
1.000.000
D
10.000.000

Slide 24 - Quizvraag