Genexpressie (bs 5)

Aan het einde van deze les:
- Heb je de kennis en begrippen over replicatie, transcriptie en translatie opgehaald

- Kan je een voorbeeld van genregulatie bij bacterien bestuderen en omschrijven. 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Aan het einde van deze les:
- Heb je de kennis en begrippen over replicatie, transcriptie en translatie opgehaald

- Kan je een voorbeeld van genregulatie bij bacterien bestuderen en omschrijven. 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat brengt aminozuren naar de ribosomen?
A
mRNA
B
rRNA
C
tRNA

Slide 3 - Quizvraag

In de afbeelding hiernaast zie je een tRNA-molecuul. Welk aminozuur bind aan dit tRNA?
A
Lysine
B
Glutaminezuur
C
Leucine
D
Fenylalanine

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Hieronder staan een aantal combinaties van begrippen. Welke hebben het minste met elkaar te maken?
A
Helicase en DNA-polymerase
B
Helicase en RNA-polymerase
C
DNA-polymerase en primer
D
Helicase en replicatie

Slide 6 - Quizvraag

In de afbeelding hiernaast zie je een tRNA-molecuul.

Een tRNA bindt aan een stukje van een mRNA molecuul.

Welke code is afgelezen op het DNA om dit stukje mRNA te maken?
A
GAA
B
CTT
C
AAG
D
CUU

Slide 7 - Quizvraag

Hieronder staan een aantal combinaties van begrippen. Welke hebben het minste met elkaar te maken?
A
Stopcodon en eindsignaal
B
Intron en exon
C
mRNA en thymine
D
Startcodon en methionine

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Basisstof 5 Genexpressie
Alle cellen in je lichaam (die een celkern bevatten) hebben hetzelfde DNA. Toch staan genen aan- of uit, afhankelijk van de functie van deze cel.
Gen aan: DNA --> RNA --> eiwit = genexpressie.
 
Afhankelijk van milieu (prokaryoot en eukaryoot) en celfunctie (eukaryoot).

Geregeld door regulatorgenen.

Slide 10 - Tekstslide

Noodzaak van regulatie
Variatie in intensiteit van genexpressie:
  • Enzymen nodig voor basisfunctie cel: continue expressie
  • Enzymen voor specifieke functie cel: niet continue expressie
Voorkomen van verspilling grondstoffen en energie

Slide 11 - Tekstslide

Regulatie van genexpressie bij prokaryoten
In een bacterieel chromosoom liggen functioneel bij elkaar horende structuurgenen vaak vlak naast elkaar en hun transcriptie staat onder controle van 1 gemeenschappelijke promotor. Die volledige expressie-eenheid = operon.
Promotor, operator en structuurgenen = operon.

Slide 12 - Tekstslide

E.Coli

Slide 13 - Tekstslide

Afbraak van lactose 

Slide 14 - Tekstslide

Genregulatie door repressie en inductie

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Genregulatie door repressie en inductie
Genregulatie bij E. coli voor lactose-metabolisme:
repressor-inductor model.
  1.  Geen lactose: lac-operon met repressor
    indien geen lactose in extern milieu van E. coli:
    -> Expressie lac-operon wordt onderdrukt door repressor.
    -> Repressorproteïne bindt op de operator
    -> Binding is hindernis voor RNA-polymerase die zo niet kan beginnen met transcriptie.
    -> Geen lactoseverterende enzymen worden gevormd.

Slide 18 - Tekstslide

Genregulatie door repressie en inductie
2. Wel lactose: lac-operon met inductor
      Indien wel lactose in extern milieu van E. coli: 
      -> Inductor (allactose) bindt aan repressor.
      -> Vorm van repressorproteïne verandert. 
      -> Repressor kan niet binden aan operator. 
      -> Structuurgenen worden aangeschakeld.
      -> Lactoseverterende enzymen worden gevormd.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video