Formatieve toets 4.1 t/m 4.5
1 / 22
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is de waarde van het cijfer 3?
5 371,8
5 371,8
A
3
B
30
C
300
D
3000
Slide 2 - Quizvraag
Wat is de waarde van het cijfer 1?
765,981
765,981
A
1
B
0,1
C
0,01
D
0,001
Slide 3 - Quizvraag
15 is een veelvoud van 1
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quizvraag
81 is een veelvoud van 9
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quizvraag
38 is een veelvoud van 6
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
145 is een veelvoud van 15
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Wat zijn de eerste 3 veelvouden van 11?
A
11 - 12 - 13
B
11 - 21 - 31
C
11 - 22 - 33
D
11 - 22 - 33 - 44
Slide 8 - Quizvraag
Schrijf alle delers op van 18.
Zet je antwoorden onder elkaar.
Zet je antwoorden onder elkaar.
Slide 9 - Open vraag
Wat is - van klein naar groot bekeken - de 4e deler van 56?
A
2
B
7
C
4
D
8
Slide 10 - Quizvraag
Schrijf in cijfers:
3,5 miljard (met spaties)
3,5 miljard (met spaties)
Slide 11 - Open vraag
Schrijf in cijfers:
7,84 miljoen (met spaties)
7,84 miljoen (met spaties)
Slide 12 - Open vraag
8 is ...
A
Even
B
Oneven
Slide 13 - Quizvraag
71 is
A
Even
B
Oneven
Slide 14 - Quizvraag
65,4
A
Even
B
Oneven
C
Geen van beide, want geldt alleen voor hele getallen
D
Beide, want er zitten even en oneven getallen in
Slide 15 - Quizvraag
Hoeveel decimalen heeft het volgende getal?
56,0931
56,0931
Slide 16 - Open vraag
Rond het volgende getal af op honderdtallen:
679 150 (met spatie)
679 150 (met spatie)
Slide 17 - Open vraag
Rond af op 2 decimalen:
87,892
87,892
A
87,89
B
87,8
C
87,90
D
87,9
Slide 18 - Quizvraag
Rond af op 1 decimaal:
87,851
87,851
A
87,85
B
87,8
C
87,84
D
87,9
Slide 19 - Quizvraag
Bij contant geld rond je een bedrag af op veelvouden van ... cent.
A
1
B
2
C
5
D
10
Slide 20 - Quizvraag
Er gaan 106 leerlingen en 8 docenten mee op schoolreisje. In een bus passen 52 mensen. Hoeveel bussen zijn er nodig?
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 21 - Quizvraag
Welk getal is groter?
7,001 en 7,01
7,001 en 7,01
A
7,001
B
7,01
