Week 1. les 1 medicatie Verpleegtechnische vaardigheden

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleegtechnische vaardighedenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Het is belangrijk dat er nauwkeurig wordt omgegaan met medicijnen.

Slide 7 - Tekstslide

In Nederland is de wet op geneesmiddelen. Geen proeven op zwangere vrouwen
Nadat alle onderzoeken voor registratie van een medicijn zijn gedaan, blijven er op de 1000 voorgestelde medicijnen slechts ongeveer twee over voor daadwerkelijke registratie.
Als een medicijn in aanmerking komt voor registratie, kan de fabrikant voor dat middel octrooi aanvragen. Dan mag hij gedurende een vastgestelde periode (een aantal jaren) als enige dit medicijn gaan produceren. Na afloop van deze periode kan iedere fabrikant het medicijn gaan produceren.

Slide 8 - Tekstslide

De opiumwet is een onderdeel  van de wet opgeneesmiddelen
Op welke manieren kun je
medicijnen toedienen?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

De toedieningsweg hangt af van verschillende factoren:

Slide 12 - Tekstslide

Paracetamol
Causaal pakt oorzaak aan: Antibiotica
IJzer, vitamines
Anticonceptie, trombose-injecties zh
Placebo mag niet meer, allen bij wetenschappelijk onderzoek, vroeger zoetje oid

Slide 13 - Tekstslide

De farmacokinetiek beschrijft wat er in het lichaam met het medicijn gebeurt. Dit begint met de opname van het medicijn in de bloedbaan en eindigt met de uitscheiding ervan.
Absorptie betekent dat een medicijn in de bloedbaan terechtkomt. Chemische eigenschappen van de stof zelf, toedieningswijze en tijdsinname
Distributie Na de absorptie verdeelt het bloed het medicijn door het hele lichaam, dit bepaalt de plasmaconcentratie
De halfwaardetijd (t1/2) is de tijd die nodig is om een medicijn de helft van de oorspronkelijke plasmaconcentratie te laten bereiken. bepaalt het interval waarmee je medicijnen moet toedienen
De chemische en fysische processen die medicijnen in het lichaam ondergaan heet metabolisme/stofwisseling. Voor het grootste gedeelte vindt dit metabolisme plaats in de lever en soms ook in andere organen als longen, darmen en nieren.
Medicijnen worden uiteindelijk ook weer uitgescheiden. Dat proces heet eliminatie en gebeurt langs verschillende wegen.

 

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waarom kunnen medicijnen minder effect hebben bij leverziekten?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

De meeste medicijnen zullen op celniveau aangrijpen op receptoren die in of op de celwand zitten, het effect wordt meestal waargenomen in het hele lichaam of in een orgaansysteem.

Slide 17 - Tekstslide

De meeste medicijnen zullen op celniveau aangrijpen op receptoren die in of op de celwand zitten, het effect wordt meestal waargenomen in het hele lichaam of in een orgaansysteem.

Slide 18 - Tekstslide

Vanuit de lessen over cellen en weefsels weet je misschien nog wel dat op en in de celwand receptoren zitten, maar ook transporteiwitten, enzymen en ionen. Dit zijn allemaal soorten eiwitten waar medicijnen op aangrijpen. Eiwitten zijn goede aangrijpingspunten omdat ze een belangrijke rol spelen bij elk fysiologisch proces, zoals het functioneren van de ademhaling, de bloedsomloop, zenuwen, spijsvertering, enzovoort. Dit kan natuurlijk ook een tegengestelde werking hebben. Daarom zal de fabrikant bij een patiënt met een hartprobleem het liefst een geneesmiddel ontwikkelen dat enkel en alleen op het hart werkt. Omdat er in hartweefsel eiwitten zitten die alleen in het hart voorkomen, kunnen we die eiwitten en daarmee het hart als aangrijpingspunt nemen.
Hormonen, neurotransmitters enzovoort zijn in staat om de cel te openen. Het eiwit is het slot en bijvoorbeeld het hormoon is de sleutel. Zo zorgt insuline dat de cel opengaat waardoor glucose uit het bloed wordt opgenomen.

Slide 19 - Tekstslide

Door de binding van het medicijn aan de receptor kunnen een aantal dingen gebeuren. De receptor wordt gestimuleerd, door reacties in gang te zetten, dan heet het middel een agonist. Of de de activiteit van een receptor en de bijbehorende reacties wordt blokkeert (antagonist).

Waar moet een
recept aan voldoen?

Slide 20 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Nitrofurantoïne is generieke naam, furadantine is merknaam, chemische naam wordt zelden gebruikt

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is dit medicijn juist genoteerd op het recept:

R/ morfinetablet tien milligram, 30 stuks
Ja
Nee

Slide 23 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is dit recept juist
voorgeschreven?
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dermaal
Per os 
Rectaal
Subcutaan
Intramusculair
Epiduraal of intrathecaal
Intraveneus
Inhalatie
Huid, bv  corticosteroïdenzalf bij eczeem en een fentanyl pleister bij pijn
Mond, tablet, smelttablet, drank, capsule en spray onder de tong (sublinguale toediening)
Endeldarm, bv zetpil of klysma
Onder de huid
In de spier
Naast het ruggenmerg, of in de vliesruimte rond het ruggenmerg ingespoten, bv anesthesie
In de ader
Verneveling, bv luchtwegverwijders of neusspray, bv pijnstilling

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Farmocokinetische begrippen
Farmacodynamieke begrippen
absorptie
distributie
metabolisme
eliminatie
werkingsmechanisme
competitie
reversibiliteit

Slide 28 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Polyfarmacie
Octrooi
Antagonist
Agonist
Biologische beschikbaarheid
Plasmaspiegel
Therapeutische breedte
Toxische spiegel
Halfwaardetijd
Gebruik van meerdere medicijnen per patiënt
Alleenrecht
Remmen van effecten
Activeren of verhogen van een stof of enzym
Het gedeelte medicatie dat na toediening in de bloedbaan komt
De concentratie van een medicijn in de bloedbaan
Gebied tussen minimaal effectieve concentratie (MEC) en maximaal veilige concentratie (MVC) 
Concentratie van medicijnen waarboven (ernstige) bijwerkingen optreden
 Tijd die nodig is om een medicijn de helft van de oorspronkelijke plasmaconcentratie te laten bereiken

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijd over?
Maak vast een samenvatting van de stof 

Lesstof:
  • H1 module 5 uit Basisboek Pathologie
  • H2 (m.u.v. paragraaf 2.4.2) en H3 (m.u.v. paragraaf 3.5.2) uit     verpleegtechnische handelingen

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies