Digitaal


Digitaal



Online opzoeken, delen met vrienden
spelletjes spelen, communiceren met mensen over de hele wereld m.b.v. elektrische apparaten 
noemen we digitaal. 
Offline zonder internet en online met internet.





1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
ICTISK

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les


Digitaal



Online opzoeken, delen met vrienden
spelletjes spelen, communiceren met mensen over de hele wereld m.b.v. elektrische apparaten 
noemen we digitaal. 
Offline zonder internet en online met internet.





Slide 1 - Tekstslide

Wat doe jij digitaal?

Slide 2 - Woordweb

Ben jij je bewust van de gevaren van internet?
Ja
Een beetje
Ik denk van wel/twijfelacht.
Nee

Slide 3 - Poll

Hoeveel uur ben jij per dag digitaal?
1 uur
2uur
3uur
4uur
5uur of meer

Slide 4 - Poll

Als je online bent gebruik je internet/wifi.
Welke dingen doe jij online?

Slide 5 - Open vraag

Digitaal burgerschap

Wat jij doet in de digitale wereld.
Jouw online profiel.
Hoe je met anderen omgaat online.
Het is belangrijk dat jij weet hoe de digitale wereld werkt.



Slide 6 - Tekstslide

4

Slide 7 - Video

00:22
Kinderen die nu worden geboren groeien op in een .......wereld

Slide 8 - Open vraag

01:20
Je kunt online voor de gek gehouden worden. Wat betekend dit?

Slide 9 - Open vraag

02:24
Waar of niet waar.
Wat je op internet post/plaatst kun je verwijderen?
A
B

Slide 10 - Quizvraag

Media kanalen
Media betekend communicatiemiddelen. 
Als je de weg naar iemands huis zoekt, zoek je niet op de televisie.
En als je wil gamen, weet je via welke media je dit kunt doen.
Je kiest dus de manier die het beste past bij wat jij wil doen!
Dat zijn: mediakanalen.


Slide 11 - Tekstslide

00:22
Kinderen die nu worden geboren groeien op in een .......wereld

Slide 12 - Open vraag

Welk media gebruik je voor wat? 
Film/serie kijken
Video's en muziek
Informatie opzoeken
De weg zoeken
Berichten versturen
Nieuws
vrienden volgen, like en posten.

Slide 13 - Sleepvraag

Als je offline bent gebruik je geen internet/wifi.
welke dingen doe jij als je offline bent?

Slide 14 - Open vraag

Positieve (goede) dingen
aan sociale media.

Slide 15 - Woordweb

Negatieve (slechte) dingen
aan sociale media.

Slide 16 - Woordweb

Wat heb je geleerd?

Slide 17 - Open vraag