L5 Communicatieschema en teksttypes

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, havoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Jij bent een tekstexpert! 
Les 5: Communicatieschema en teksttypes
p. 52

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

1. Elke tekst heeft context

Slide 4 - Tekstslide

Oefening 1 (p. 52)

Plaats de woorden op de juiste plaats in het communicatieschema.
Werk alleen of per 2.
timer
2:00

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Oefening 2 (p. 52)
Kijk naar de nieuwsberichten op p. 54 en 55. 
Beantwoord vraag a en b. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Oefening 3, 4, 5 (p. 53)
Vul de tabel aan.
tekst 1
tekst 2
zender
doelpubliek / ontvanger
kanaal / medium

Slide 10 - Tekstslide

Oefening 3
tekst 1
tekst 2
zender
De Standaard
Karrewiet
Ketnet
doelpubliek 
ontvanger
breed publiek volwassenen
kinderen
kanaal / medium
website
website

Slide 11 - Tekstslide

Waarom werden de teksten geschreven?
A
om de lezer te informeren
B
om de lezer te onstpannen
C
om te lezer te stimuleren iets te doen
D
om de lezer te overtuigen

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het onderwerp van beide teksten?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Oefening 6 (p. 56)
Beide teksten geven andere informatie over het onderwerp. 
Vul de tabel aan. 
Wees zo volledig mogelijk. 

tip
wie - over wie gaat het?
wat - wat gebeurde er?

timer
5:00

Slide 15 - Tekstslide

b) Wat valt er op als je beide teksten vergelijkt?
c) Hoe komt dat?

Slide 16 - Open vraag

Oefening 7 (p. 57)
Wat gebruikt men in de teksten?
Omcirkel de correcte optie.
timer
2:00

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Bekijk de reacties van tekst 2. Wat is het effect van de nieuwsberichten bij het publiek? De kinderen...
A
leren iets bij
B
leven mee met de betrokken koala's en mensen
C
vinden het grappig
D
willen geld inzamelen om koala's te helpen

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

p. 58 - oefening 10
Bekijk de afbeeldingen. Geef telkens de juiste tekssoort.

Slide 21 - Tekstslide


A
informatieve tekst
B
persuasieve tekst
C
prescriptieve tekst
D
narratieve tekst

Slide 22 - Quizvraag


A
informatieve tekst
B
persuasieve tekst
C
prescriptieve tekst
D
narratieve tekst

Slide 23 - Quizvraag


A
informatieve tekst
B
persuasieve tekst
C
prescriptieve tekst
D
narratieve tekst

Slide 24 - Quizvraag


A
informatieve tekst
B
persuasieve tekst
C
prescriptieve tekst
D
opiniërende tekst

Slide 25 - Quizvraag

p. 58 - oefening 10
Vul het teksttype en het tekstdoel aan.
timer
3:00

Slide 26 - Tekstslide

tekstexpert
Nu is het aan jou om een echte tekstexpert te worden! 

Slide 27 - Tekstslide

voorbereiding
teksten: cursus p. 60 - 62
invulkader: p. 63

Per 4 vorm je een groepje.
Bedenk een groepsnaam.
Elke leerling krijgt een nummer (1, 2, 3, 4) 
= nummer van de tekst.

Slide 28 - Tekstslide

ronde 1
Je leest samen tekst 1 (of 2, 3, 4).
1 leerling vult kader aan in werkboek, iedereen helpt. 
Tekst klaar? Geef een seintje aan de leerkracht.

Goedgekeurd? Dan mag je de volgende tekst maken...


Slide 29 - Tekstslide

ronde 2
Nummers 1 (of 2, 3, 4) zetten zich samen en overlopen hun antwoorden.
Vul aan.
Vraag de verbetersleutel.

Slide 30 - Tekstslide

ronde 3
Je gaat terug zitten in oorspronkelijke groepen.
Elke leerling overloopt wat die heeft geleerd uit de verbetering.

Slide 31 - Tekstslide