7.1 - krachten herkennen

Wat gaan we doen deze les?
1. Uitleg paragraaf 7.1
2. Aantekeningen maken
3. Zelfstandig werken
Welkom!
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NaskMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen deze les?
1. Uitleg paragraaf 7.1
2. Aantekeningen maken
3. Zelfstandig werken
Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van de les:
Ik kan de werking van een kracht herkennen.

Ik kan soorten krachten onderscheiden.

Slide 2 - Tekstslide

"Kracht" in natuurkunde
Lengte wordt gemeten in meter (m)
Kracht (F, staat voor Force) wordt gemeten in newton (N)

Omdat er zoveel krachten zijn, 
krijgt een kracht een extra letter.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Spierkracht (Fspier)
De spierkracht is de kracht die je met je spieren uitoefent. 

Bij voetballen geef je de bal een snelheid. Een zeiler gebruikt spierkracht om het zeil op te hijsen.

Slide 5 - Tekstslide

Spierkracht (Fspier)
De spierkracht is de kracht die je met je spieren uitoefent. 

Bij voetballen geef je de bal een snelheid. Een zeiler gebruikt spierkracht om het zeil op te hijsen.

Slide 6 - Tekstslide

Veerkracht (Fv)

De veerkracht is de kracht die een gespannen veer of elastiek uitoefent. 

Een katapult schiet een steentje weg door de veerkracht.

Slide 7 - Tekstslide

Veerkracht (Fv)

De veerkracht is de kracht die een gespannen veer of elastiek uitoefent. 

Een katapult schiet een steentje weg door de veerkracht.

Slide 8 - Tekstslide

Zwaartekracht (Fz)
De zwaartekracht is de kracht die de aarde uitoefent op voorwerpen. 

Door de zwaartekracht valt alles naar beneden.

Slide 9 - Tekstslide

Zwaartekracht (Fz)
De zwaartekracht is de kracht die de aarde uitoefent op voorwerpen. 

Door de zwaartekracht valt alles naar beneden.

Slide 10 - Tekstslide

Spankracht (Fs)

Slide 11 - Tekstslide

Wrijvingskracht (Fw)
De wrijvingskracht of weerstandskracht is de kracht die de omgeving op een bewegend voorwerp uitoefent.

Als je bij het fietsen stopt met trappen, dan kom je door de wrijvingskracht tot stilstand.

Slide 12 - Tekstslide

Wrijvingskracht (Fw)
De wrijvingskracht of weerstandskracht is de kracht die de omgeving op een bewegend voorwerp uitoefent.

Als je bij het fietsen stopt met trappen, dan kom je door de wrijvingskracht tot stilstand.

Slide 13 - Tekstslide

Elektrische kracht (Fel)

Slide 14 - Tekstslide

Magnetische kracht (Fmag)

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Wat doen krachten?

Slide 17 - Tekstslide

Wat doen krachten?
1. Krachten veroorzaken vormverandering



Slide 18 - Tekstslide

Wat doen krachten?
1. Krachten veroorzaken vormverandering



Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Wat doen krachten?
2. Krachten veroorzaken snelheidsverandering


Slide 22 - Tekstslide

Wat doen krachten?
2. Krachten veroorzaken snelheidsverandering

De grootte van de 
snelheid verandert.

Slide 23 - Tekstslide

Wat doen krachten?
3. Krachten veroorzaken richtingsverandering



Slide 24 - Tekstslide

Wat doen krachten?
3. Krachten veroorzaken richtingsverandering

De richting van 
de snelheid 
verandert.


Slide 25 - Tekstslide

Soorten krachten
Krachten worden op elkaar uitgeoefend.
Dus een kracht zit altijd tussen twee voorwerpen of personen.
de ene oefent een kracht op de ander uit.


Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

De starter geeft het startsein voor de 100 m sprint en je begint te rennen.
Hoe zie je dat er een kracht werkt?
A
de snelheid verandert van grootte
B
de snelheid verandert van richting
C
de vorm verandert

Slide 28 - Quizvraag

Een keeper stompt een bal terug het veld in
Hoe zie je dat er een kracht werkt?
A
de snelheid verandert van grootte
B
de snelheid verandert van richting
C
de vorm verandert

Slide 29 - Quizvraag

Een voetballer voert een sliding uit.
Hoe zie je dat er een kracht werkt?
A
de snelheid verandert van grootte
B
de snelheid verandert van richting
C
de vorm verandert

Slide 30 - Quizvraag

Je verfrommelt een stuk papier.
Hoe zie je dat er een kracht werkt?
A
de snelheid verandert van grootte
B
de snelheid verandert van richting
C
de vorm verandert

Slide 31 - Quizvraag

Hoe kan je zien dat een kracht op een voorwerp werkt?
Noem er minimaal 3.

Slide 32 - Open vraag

Noem een voorbeeld van spierkracht

Slide 33 - Open vraag

Noem een voorbeeld van wrijvingskracht

Slide 34 - Open vraag

Huiswerk maken
1. Lees de tekst van § 7.1
2. Maak van § 7.1 de opdrachten
    Steropdrachten hoeven niet
timer
5:00
Klaar? Nakijken, verbeteren.

Slide 35 - Tekstslide

Evaluatie
Hoe kan je de werking van een kracht herkennen?
Welke soorten krachten ken je?
timer
5:00
Schrijf de antwoorden op een post-it

Slide 36 - Tekstslide