NPO 1st lesson

NPO English lesson
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo lwoo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

NPO English lesson

Slide 1 - Tekstslide

NPO 1st lesson
Wat wil je leren?
Wat gaat goed?
Wat vind je lastig?
Comparisons uitleg + Kahoot
Zelf oefenen

Slide 2 - Tekstslide

Wat wil je leren?

Slide 3 - Open vraag

Wat gaat er goed?

Slide 4 - Open vraag

Wat vind je lastig?

Slide 5 - Open vraag

Ben je tevreden met je cijfer voor Engels?
😒🙁😐🙂😃

Slide 6 - Poll

Slide 7 - Video

How many cows are there in Great Britain?
A
less than 11 million
B
more than 11 million

Slide 8 - Quizvraag

How many different kinds of animals are there in Great Britain?
A
About 30,000
B
About 40,000
C
About 300,000
D
About 400,000

Slide 9 - Quizvraag

What is the largest wild animal in Great Britain?
A
rabbit
B
fox
C
red deer
D
badger

Slide 10 - Quizvraag

What British animal has spines?
A
badger
B
fox
C
rabbit
D
hedgehog

Slide 11 - Quizvraag

Where does the grey squirrel originally come from?
A
South America
B
Africa
C
North America
D
Australia

Slide 12 - Quizvraag

How many gold eagles are left in Great Britain?
A
800
B
1800

Slide 13 - Quizvraag

What is true about the RSPCA in Great Britain?
A
It was founded in 1924
B
It is the first of its kind in the world.

Slide 14 - Quizvraag

What are the most popular pets?
A
cats, dogs and rabbits
B
cats, hamsters and fish
C
cats, dogs and fish
D
cats, dogs and hamsters

Slide 15 - Quizvraag

The vet is only for farm animals.
A
True
B
False

Slide 16 - Quizvraag

Comparatives and superlatives
Trappen van vergelijking
- Comparative: vergrotende trap
- Superlative: overtreffende trap
Box A is small.
Box B is smaller than box A.
Box C is the smallest of all.
A
B
C

Slide 17 - Tekstslide

Comparatives and superlatives
Woorden van 1 lettergreep:
- Comparative: -er
- Superlative: -est
old
older
oldest

Slide 18 - Tekstslide

Comparatives and superlatives
1.  Bijvoeglijk naamwoord eindigt op een -e,
gebruik dan -r en -st.
large
larger
largest
Spellingsregels:

2.  Bijvoeglijk naamwoord eindigt op medeklinker + y,
gebruik dan -ier en -iest.
happy
happier
happiest

Slide 19 - Tekstslide

Comparatives and superlatives
hot
hotter
hottest
Spellingsregels:

3.  Bijvoeglijk naamwoord eindigt op 1 klinker (a, e, i, o, u)
+ 1 medeklinker, medeklinker verdubbelen
big
bigger
biggest

Slide 20 - Tekstslide

Comparatives and superlatives
Woorden van 3 lettergrepen of meer:
- Comparative: more
- Superlative: most
expensive
more expensive
most expensive

Slide 21 - Tekstslide

Comparatives and superlatives
famous
more famous
most famous
Zelfde regel geldt voor bijvoorbeeld: famous en boring
boring
more boring
most boring

Slide 22 - Tekstslide

Comparatives and superlatives
good/well
better
best
Uitzonderingen (uit je hoofd leren!)
bad/ill
worse
worst
much/many
little
more
less
most
least

Slide 23 - Tekstslide