WK 2. les 1 module 4 BGM

Module 4 
Beroepsgerichte module periode 4, lesweek 2
De rijke speel-en leeromgeving
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
SLBMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Module 4 
Beroepsgerichte module periode 4, lesweek 2
De rijke speel-en leeromgeving

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen:

  • Je weet het doel en de waarde van een observatie 
  • Je weet wat een observatieplan is en hoe je deze maakt
  • Je leert verschillende observatiemethoden 

Slide 2 - Tekstslide

Inhoud 
  • Terugblik vorige les
  • Uitleg observeren, objectief en subjectief
  • Aan de slag met het voorbereiden en uitvoeren van een activiteit
  • Opbrengsten van de les 
  • Volgende les 

Slide 3 - Tekstslide

Deelopdracht 1 GPM
Op te leveren:
Een overzicht van drie activiteiten die passen bij de ontwikkeling van de groep en individuele kinderen. Het bieden van persoonlijke verzorging en het bereiden van een gezonde maaltijd/tussendoortje is onderdeel van de activiteiten. Bedenk een leuke manier om aan de slag te gaan. De drie activiteiten worden aangeboden in een activiteiten programma, zie deelopdracht 2.

Slide 4 - Tekstslide

Deelopdracht 1 OA
Op te leveren:
Een overzicht van drie activiteiten die passen bij de ontwikkeling van de groep en individuele kinderen.  De drie activiteiten worden aangeboden in een activiteitenprogramma, deze werk je uit bij deelopdracht 2. 


Slide 5 - Tekstslide

Deelopdracht 1 - OA & GPM
Stappen:
1. Observeren: Kijk naar de kinderen in de groep en let op hun ontwikkeling, gedrag en interesses. 
2. Overleggen: Bespreek met collega's of je praktijkbegeleider welke activiteiten zij al inzetten en wat goed werkt. 
3. onderzoek doen: Zoek naar passende activiteiten die aansluiten bij de ontwikkeling van de kinderen en eventuele bijzondere behoeften. Denk aan motorische, cognitieve en sociale ontwikkeling.
4. Selecteren: Maak een overzicht van geschikte activiteiten en noteer waarom ze aansluiten bij de groep.

Slide 6 - Tekstslide

Wat weet jij nog over observeren?

Slide 7 - Woordweb

Observeren: 
Een bewuste waarneming met een gericht doel. 
Je observeert met een observatieplan. 
             
Je gaat naar een kind of groepje kinderen kijken zonder al redenen te bedenken waarom het kind/kinderen bepaald gedrag vertoont. 

Geen conclusie, alleen waarneembaar gedrag.

Slide 8 - Tekstslide

Hoe observeer je?
Een observatie doe je altijd objectief 
Objectief: gebaseerd op feiten, zonder oordeel. Wat zie je letterlijk?

Subjectief: gebaseerd op meningen, met oordeel. Wat zie je en wat vind je daarvan?

Slide 9 - Tekstslide

Objectief 
Subjectief
Objectief
Subjectief
Objectief

Ik zie een blauwe speelgoedauto

Het kind kijkt naar het boek

Ik zie een mooie tekening

Het kind is boos

Het kind pakt een kleurpotlood

Slide 10 - Sleepvraag

Stap 1: Gegevens kind/kinderen 
Geef een korte omschrijving van het kind/kinderen dat je gaat observeren

Stap 2: Observatiedoel
Wat is het doel van de observatie? Wie, welk gedrag, en in welke situatie ga je observeren?

Observatieplan


Stap 3: Observatiemethoden 
Kwantitatief of kwalitatief?

Slide 11 - Tekstslide



Kwantitatief observeren 
Gedragsinterval: hoe vaak komt een bepaald gedrag voor (turflijst)
Tijdsinterval: steeds vier minuten observeren
Kwalitatief observeren:
Open observatie: Alles opschrijven wat je op dat moment waarneemt
Gesloten observatie: Je weet precies wel gedrag je gaat observeren en je turft hoe vaak dit gedrag voorkomt.

Slide 12 - Tekstslide

Participerende observatie: Je doet tijdens de observatie mee (bijv. meespelen)
Niet-participerende observatie: Je bent alleen een toeschouwer

Gestructureerde observatie: Je weet precies hoe je de observatie vastgelegd (observatieschema)
Ongestructureerde observatie: De informatie kan tijdens of na de observatie genoteerd worden. Je maakt een beschrijvend verslag

Slide 13 - Tekstslide



Welke uitspraak is objectief? 
A
Het kind kijkt naar het boek en lijkt het interessant te vinden.
B
Het kind is verdrietig omdat het niet mee wil doen aan de activiteit.
C
Het kind pakt een kleurpotlood en begint op papier te tekenen.
D
Het kind is vrolijk en heeft plezier tijdens het spelen.

Slide 14 - Quizvraag


Wat is een belangrijk kenmerk van participerende observatie?

A
De onderzoeker kijkt van een afstand zonder in te grijpen
B
De onderzoeker maakt gebruik van een computer om alles te registreren
C
De groep weet niet dat ze geobserveerd worden
D
De onderzoeker doet alsof hij of zij onderdeel is van de groep die wordt bekeken

Slide 15 - Quizvraag



Wat is het verschil tussen een open en een gesloten observatie?

A
Bij een open observatie schrijf je alles op wat er gebeurt, bij gesloten niet
B
Bij een gesloten situatie kijk je naar een kind afgezonderd van andere kinderen, bij open niet

Slide 16 - Quizvraag


Wat is een voordeel van een gestructureerde observatie?

A
De onderzoeker heeft volledige vrijheid om alles te observeren
B
De gegevens kunnen makkelijker geanalyseerd worden door het gebruik van een schema
C
De onderzoeker kan zich beter inleven in de groep die wordt geobserveerd
D
De observatie vindt altijd plaats in een natuurlijke omgeving

Slide 17 - Quizvraag

Vragen/opmerkingen/mededelingen over deelopdracht 1?

Slide 18 - Open vraag

We gaan de rest van de les zelf aan de slag
met het voorbereiden en uitvoeren van een activiteit.

OA en GPM hebben een verschillend stappenplan
→ Ik heb binnen beide profielen groepjes gemaakt

⏱️ Jullie krijgen 30 minuten voorbereidingstijd
🎯 Daarna voeren we de activiteiten uit in de klas
Activiteit voorbereiden en uitvoeren OA & GPM

Slide 19 - Tekstslide

  • Bedenk een activiteit die past bij de spelvorm
  • Beantwoord de vragen op bladzijde 318
  • Vul het stappenplan in zoals uitgelegd op bladzijde 320
  • Lees bladzijde 321 en 322 en gebruik deze informatie bij je voorbereiding
  • Gebruik hoofdstuk 17 (bladzijde 317 t/m 337) als hulpmiddel

👉 Je hebt 30 minuten om voor te bereiden. Daarna voer je de activiteit uit in de klas
Activiteit voorbereiden en uitvoeren OA

Slide 20 - Tekstslide

  •  Bedenk een activiteit die past bij het thema
  • Lees paragraaf 13.3 (blz. 288–290)
  • Vul het stappenplan in zoals uitgelegd op blz. 296
  • Gebruik de zes stappen uit paragraaf 13.6 bij de voorbereiding (blz. 294–295)
  • Lees de aandachtspunten op blz. 297 en neem deze mee in je voorbereiding
  • Lees paragraaf 13.7 over het uitvoeren van een activiteit

👉 Je hebt 30 minuten om voor te bereiden. Daarna voer je de activiteit uit in de klas

Activiteit voorbereiden en uitvoeren GPM

Slide 21 - Tekstslide

Twee groepjes zoeken elkaar op

🎯 Jullie gaan de activiteit van het andere groepje uitvoeren

🤝 Werk samen, geef duidelijke uitleg en begeleid elkaar goed

📋 Let tijdens de uitvoering op wat goed gaat en wat beter kan
→ Vul het feedback formulier in
Activiteit uitvoeren

Slide 22 - Tekstslide


Hoe vond je deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll