Meer- en hoogbegaafdheid workshop
1 / 22
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Ik weet wat meer- en hoogbegaafdheid inhoudt
Slide 3 - Poll
Ik ben bekend met de kenmerken van hoogbegaafdheid
Slide 4 - Poll
Wat is hoogbegaafdheid?
Slide 5 - Woordweb
Slide 6 - Video
Wat is je opgevallen?
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Welke verschillen zijn er tussen "meer begaafdheid en hoogbegaafdheid"
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Video
Welke kenmerken van hoogbegaafdheid heb je gezien?
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Een IQ van 145, maar hij kan zijn kamer nog niet opruimen! Hoe kan dat?
A
Hij heeft zijn reptielenbrein niet goed ontwikkeld.
B
Hij heeft zijn zoogdierenbrein niet goed ontwikkeld.
C
Hij heeft zowel een reptielenbrein als een zoogdierenbrein.
D
Hij heeft alleen een zoogdierenbrein.
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Growth mindset
Fixed mindset
Om de beste te worden heb je talent nodig
Als ik een fout maak heb ik nog niet genoeg ervaring of moet ik het anders doen
Ik houd van mensen die mij bewonderen
Dit is moeilijk.
Ik kan het nog niet
Waarom zou ik iets wat ik ken nog een keer doen als er nog genoeg te ontdekken is?
Als iemand zegt dat ik het niet kan, zet ik pas echt mijn tanden erin
Ik sport of werk graag met mensen die beter zijn dan ik
Als het me eerder is gelukt, mag het me niet meer mislukken
Ik ben superslim
Ik voel me slim als ik geen fouten maak
