75. KHV - Periode 4 De Brug SO

Goedemorgen,

Start je lesson Up op.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Goedemorgen,

Start je lesson Up op.

Slide 1 - Tekstslide

Doel: Je beheerst de SO-onderdelen.


  1. Start je Lesson Up op 
  2. Herhalen onderdelen - instructie
  3. Maken opdrachten
  4. Terugblik

Slide 2 - Tekstslide

Onderdelen herhaling - LU
  1. Lezen:  Deelonderwerpen
  2. Grammatica ws:  Voorzetsels
  3. Formuleren:   Lastige verwijswoorden
  4. Formuleren:   Trappen van vergelijking  2
  5. Spelling:   Verkleinwoorden
  6. SpellingOnregelmatige werkwoorden  2
  7. Spelling:  Voltooid en onvoltooid deelwoord  2

Slide 3 - Tekstslide

Sleep de uitgangen naar het juiste woord om er een verkleinwoord van te maken. 
scherm
snoep
scooter
pizza
rekening
-atje
-tje
-etje
-pje
-je

Slide 4 - Sleepvraag

Trappen van vergelijking:
vreemd - vreemder - .............
A
vreemdst
B
vreemst
C
meest vreemd

Slide 5 - Quizvraag

Welke 'trappen van vergelijking' zijn goed?
A
mooi - mooierder - mooist
B
mooi - mooier - mooist
C
mooi - lelijker - lelijkst
D
mooi - minder mooi - lelijk

Slide 6 - Quizvraag

voltooid deelwoord (vd)
onvoltooid deelwoord (od)
bijvoeglijk naamwoord (bn)
besteed
blaffende
gelachen
verbreed
lopend
lachend
verbrede
luisterend
gezochte
gevallen
lachende
verkeken
zoekend
gesmolten
balancerend
smeltend

Slide 7 - Sleepvraag

Wat is de juiste spelling van het onregelmatige werkwoord 'hebben'?
A
ik heb, jij hebt, hij hebt, wij hebben
B
ik heeft, jij heeft, hij heeft, wij heven
C
ik heb, jij heeft, hij heeft, wij hebben
D
ik heb, jij hebt, hij heeft, wij hebben

Slide 8 - Quizvraag

voltooid deelwoord
onvoltooid deelwoord
bijvoeglijk naamwoord
persoonsvorm
verleden tijd
Vorige week bereidde hij een maaltijd.
Vorige week heeft hij een maaltijd bereid.
De met liefde bereide maaltijd was lekker.
Waarom keek zij hem zo smekend aan?
Met een smekend gezicht keek hij haar aan
Hij bekladde het behang.
Het bekladde behang was verpest.
De kat lag spinnend op het kussentje.

Slide 9 - Sleepvraag

Les 75
            Klaar? Stillezen


Slide 10 - Tekstslide