Les 12 verbanden en signaalwoorden

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Signaalwoorden
Verbanden in een tekst leveren structuur op in een tekst. De verbanden zijn meestal te herkennen aan signaalwoorden.

Ken je de verbanden en de bijbehorende signaalwoorden nog niet?
Je kunt ze terugvinden op blz. 103. Leer deze uit je hoofd!

Slide 5 - Tekstslide




Tekstverbanden
(zie blz. 103)

Tekstverbanden:

Opsomming
Tegenstelling
Voorbeeld
Reden
Oorzaak-gevolg
Middel-doel
Voorwaarde
Conclusie


Slide 6 - Tekstslide

Tekstverband: opsomming
Signaalwoorden: ook, verder, bovendien, vervolgens, nog, daarnaast, niet alleen ......maar ook, ten eerste, ten tweede, ten slotte.

Slide 7 - Tekstslide

Tekstverband: tegenstelling
Signaalwoorden: maar, daarentegen, echter, integendeel, enerzijds/anderzijds, daar staat tegenover, toch.

Slide 8 - Tekstslide

Tekstverband: voorbeeld
Signaalwoorden: bijvoorbeeld, als, voorbeeld, zo.

Slide 9 - Tekstslide

De andere verbanden met signaalwoorden (blz. 103) moet je ook kennen!

Slide 10 - Tekstslide

Toets Lezen 3 TL
Objectief, subjectief, verwijswoorden, kernzin, tekstdoelen, verbanden, signaalwoorden, welke manieren zijn er om een tekst in te leiden,  hoofdgedachte, hoofdzaken – bijzaken, tussenkopje, deelonderwerpen, teksten vergelijken (overeenkomsten en verschillen).

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide