Woordenschat hoofdstuk 3

Welkom

Woordenschat
Woorden hoofdstuk 3
Nederlands
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 4 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Woordenschat
Woorden hoofdstuk 3
Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
  • Huiswerk bespreken
  • Uitleg lesdoelen en werkwijze.
  • Quizlet live
  • Eigen manier woordenschat leren.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • ken je minimaal 10 woorden van hoofdstuk 3.

  • kun je de betekenis van minimaal 7 woorden van hoofdstuk 3 (in eigen woorden) noteren.

  • kun je met minimaal 5 woorden van hoofdstuk 3 zinnen maken waaruit de betekenis van de woorden blijkt. 

Slide 3 - Tekstslide

Woordbeeld
  • Zoek een plaatje/symbool bij de (moeilijke) woorden.

  • Of maak een tekening.

  • Probeer al je zintuigen te gebruiken, dan onthoud jij het beter.

Slide 4 - Tekstslide

Overhoren
  • Leer de woordjes en laat een klasgenoot, broer/zus of vader/moeder overhoren

  • Leer twee kanten op. 

  • Laat de ander de betekenissen die je niet kent uitleggen

Slide 5 - Tekstslide

Opschrijven
  • Schrijf de verschillende woorden op.

  • Schrijf daarna achter de woorden de betekenis op

  • Je onthoudt de woorden zo beter.

  • Verzin zelf zinnen waarin je het woord gebruikt. 

Slide 6 - Tekstslide

Flashcards
  • Schrijf op de ene kant het woord.
  • Schrijf op de andere kant de betekenis.
  • Check of jij de woorden kent (leg de woorden die je goed hebt op een stapel en de woorden die je nog niet goed hebt op een andere). 
  • Herhaal de woorden die je nog niet kent tot je ze op de stapel bekende woorden kunt leggen.

Slide 7 - Tekstslide

Digitale leermiddelen
  • Digitaal kan je ook goed woordjes of begrippen leren.
  • Quizlet
  • Study Go

  • Heel belangrijk bij het leren is herhaling en het leerwerk in kleine stukjes verdelen. 

Slide 8 - Tekstslide


Ik ga de komende 20 minuten op de volgende manier aan de slag met de woordenschat...
bij de woorden een beeld (plaatje) zoeken.
samen met een klasgenoot de woorden overhoren.
zelf zinnen maken met de woorden.
flashcards maken voor de woorden.
via Quizlet/Study Go de woorden leren.
samen met meneer De Vries de betekenis van de woorden achterhalen (verschillende oefeningen).
zelf de betekenis van de woorden achterhalen en noteren.

Slide 9 - Poll

Slide 10 - Tekstslide

Van hoeveel nieuwe woorden uit de lijst heb je de betekenis geleerd?
030

Slide 11 - Poll

Met hoeveel woorden uit de lijst kan je nu goede zinnen maken?
030

Slide 12 - Poll

Maak met 3 woorden die je geleerd hebt een zin waaruit de betekenis blijkt.

Slide 13 - Open vraag