Aan het eind van deze les...
- ken je minimaal 15 de schooltaal- en themawoorden van hoofdstuk 3.
- kun je de betekenis van minimaal 10 schooltaal- en themawoorden van hoofdstuk 3 (in eigen woorden) noteren.
- kun je met minimaal 5 schooltaal- en themawoorden van hoofdstuk 3 zinnen maken waaruit de betekenis van de woorden blijkt.