Kies Burgerschap Thema 8 Gezondheid les 1

Thema 8 Gezondheid 

Leefstijl -> Wat is dat eigenlijk?

Gezondheid -> Wat bedoelen ze daar eigenlijk mee?
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapsonderwijsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 8 Gezondheid 

Leefstijl -> Wat is dat eigenlijk?

Gezondheid -> Wat bedoelen ze daar eigenlijk mee?

Slide 1 - Tekstslide

Wat leer je deze les (doelen)?
  • Wat er met leefstijl wordt bedoeld;
  • dat je leefstijl gevolgen kan hebben voor je gezondheid;
  • dat het belangrijk is om genoeg te bewegen. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat wordt er met
leefstijl bedoeld?

Slide 3 - Woordweb

Wat doe jij om gezond te blijven?

Slide 4 - Open vraag

Leefstijl
Leefstijl is de manier waarop je leeft.
  • eten
  • bewegen
  • ontspannen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Aan de slag
Opdracht 1 blz. 229

Vul de lege tabel in.
Schrijf achter elk onderwerp in de tabel een zin die bij jouw leefstijl past.
timer
3:00

Slide 7 - Tekstslide

Wat vind je gezond aan jouw leefstijl?

Slide 8 - Open vraag

Wat vind je ongezond aan jouw leefstijl?

Slide 9 - Open vraag

Aan de slag
Opdracht 2 blz. 231, 232

Lees in tweetallen de situaties en beantwoord de bijbehorende vragen.

Slide 10 - Tekstslide

Je moet je niet met de leefstijl van anderen bemoeien.
Eens
Oneens

Slide 11 - Poll

De beweegnorm
Jongeren -> ten minste 60 minuten per dag

Volwassenen -> ten minste 30 minuten per dag

Slide 12 - Tekstslide

Wat doe jij aan beweging?

Slide 13 - Woordweb

Welke sportfaciliteiten moeten er op de zwaaikom zijn?

Slide 14 - Woordweb

Elke leerling moet 5 uur sport per week hebben op de zwaaikom

Ja                            Nee

Slide 15 - Tekstslide

Stellingen
  • Stelling 1: Als ik geen geld nodig zou hebben, zou ik niet gaan werken.
  • Stelling 2: Ik vind het belangrijk dat ik veel geld verdien i.p.v. dat ik het werk leuk vind. 
  • Stelling 3: Ik zou me heel nutteloos voelen als ik geen werk had.

Slide 16 - Tekstslide

Als ik geen geld nodig zou hebben, zou ik niet gaan werken.

Slide 17 - Open vraag

Ik vind het belangrijk dat ik veel geld verdien i.p.v. dat ik het werk leuk vind.

Slide 18 - Open vraag

Ik zou me heel nutteloos voelen als ik geen werk had.

Slide 19 - Open vraag

stelling voor volgende week

Slide 20 - Woordweb