Nederlands 10 vragen (3)
1 / 11
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Meervoud van PORIE
A
poriën
B
porieën
C
pories
Slide 2 - Quizvraag
Het meervoud van kopie is:
A
kopies
B
kopieën
C
kopiën
Slide 3 - Quizvraag
Wat is de Nederlandse meervoudsvorm van calorie?
A
calories
B
calorien
C
calorieën
D
calorieeën
Slide 4 - Quizvraag
Deze klompen zijn ...........uit Nederland
A
beweeglijk
B
uitwendig
C
afkomstig
D
inwendig
Slide 5 - Quizvraag
Ik ben groter als/dan mijn vriendin.
A
als
B
dan
Slide 6 - Quizvraag
In Nederland wordt steeds vaker ........(pinnen)
A
gepind
B
gepint
Slide 7 - Quizvraag
De persoonsvorm heeft drie kenmerken.
Wat is de persoonsvorm?
Wat is de persoonsvorm?
A
De persoonsvorm
B
heeft
C
drie
D
kenmerken
Slide 8 - Quizvraag
Wat is het meervoud van
KOEKENPAN
KOEKENPAN
A
pannenkoek
B
pannenkoeken
C
koekenpannen
D
koekenpanen
Slide 9 - Quizvraag
Amsterdam is de hoofdstad van Nederland.
A
feit
B
mening
Slide 10 - Quizvraag
Benoem de persoonsvorm in de volgende zin:
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
A
wat
B
is
C
de persoonsvorm
D
in
