1f en 1e recap chapter 4

Vocab
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Vocab

Slide 1 - Tekstslide

Wijd, flodderig
(kleding) set
BAGGY 
outfit 
high heels
Skirt

Slide 2 - Sleepvraag

press pass 
applicant 
access (to)

perskaart

aanvrager
main hall
Toegang krijgen tot

Slide 3 - Sleepvraag

Vertaal in het Engels.
Ik vind dat het er gaaf uitziet

Slide 4 - Open vraag

Much/many

Slide 5 - Tekstslide

much
many
Als je niet kunt tellen
Als je kunt tellen en meervoud

Slide 6 - Sleepvraag

much 
many
Sugar 
money
water 
students

Slide 7 - Sleepvraag

Present continuous

Slide 8 - Tekstslide

Welk voorbeeld is present continuous?
A
I am walking to the shop
B
I walked to the shop yesterday
C
I was walking to the shop when i fell down
D
I will walk to the shop in a minute.

Slide 9 - Quizvraag

Gebruik de present continuous:
She .... the piano.
A
plays
B
is playing

Slide 10 - Quizvraag

Question tags 

Slide 11 - Tekstslide

Kies de juiste "question tag"
You aren't sick, ........?
A
aren't you
B
is you
C
are you
D
isn't you

Slide 12 - Quizvraag

Question tag.
We can't do this,.............?

Slide 13 - Open vraag

This/that/these/those

Slide 14 - Tekstslide

This/these
That/those

Als je iets dichtbij aanwijst 

Als je iets ver (der) aanwijst

Slide 15 - Sleepvraag


A
This mountain
B
Those mountains
C
That mountain
D
These mountains

Slide 16 - Quizvraag

Present simple

Slide 17 - Tekstslide

Which sentence is NOT correct?
A
I like him.
B
He likes me.
C
I don’t like him.
D
He don’t like me.

Slide 18 - Quizvraag

Wat gebeurt er met het vraagwoord ‘do’ bij he/she/it?
A
Niets, het blijft ‘do’.
B
Het veranderd naar dos.
C
Het veranderd naar does.
D
Het veranderd naar don’t.

Slide 19 - Quizvraag

Some/any

Slide 20 - Tekstslide

Some
Any
Bevestigende zin
Ontkennende zin.
Vraagzin.

Slide 21 - Sleepvraag

I haven’t got …. good games on my phone.
A
Any
B
Some

Slide 22 - Quizvraag

Short answers 

Slide 23 - Tekstslide

Is he home? (+)
A
No, he is not.
B
Yes, he is.

Slide 24 - Quizvraag

Is it cold? (-)

Slide 25 - Open vraag

Adverbs

Slide 26 - Tekstslide

I (A) drink (B) iced tea.
(never)
A
A
B
B

Slide 27 - Quizvraag

She (A) is (B) late.
(always)
A
A
B
B

Slide 28 - Quizvraag

To be going to + hele werkwoord

Slide 29 - Tekstslide

Which sentence is NOT correct?
A
I am going to work.
B
I am not going to work.
C
I am going work.
D
Am I going to work?

Slide 30 - Quizvraag

Which sentence is correct?
A
I aren’t going to eat.
B
He isn’t going eating.
C
She don’t like eating.
D
We are going to eat.

Slide 31 - Quizvraag

Phrases

Slide 32 - Tekstslide

Vertaal:
Dat is fantastisch.

Slide 33 - Open vraag

Zouden we Harry niet kunnen vragen?

Slide 34 - Open vraag

Waarom laat je ons de foto’s niet zien?

Slide 35 - Open vraag

Ik zou je niet kunnen zeggen hoe oud hij is.

Slide 36 - Open vraag

How’d you do?
Ik kan nog wat oefening gebruiken
Ging prima
Ik ken alles!

Slide 37 - Poll